Tijdlijnfoto's 2017 IJsvogel Vanmiddag nog eens met de telelens weggeweest. Een ijsvogel wilde even poseren. 20 jan. 2017 . Toendrarietgans De Matjes Nieuwmoer 20170207. 9 feb. 2017 . Ree. Meer op http://www.vogelsenbeestjes.nl/cpg/thumbnails.php?album=205 Ontmoet in De Moeren, altijd fijn om op je wandeling deze prachtige dieren tegen te komen. 20170120 10 feb. 2017 . Lijmspuiter Een heel apart spinnetje deze getijgerde lijmspuiter van ca. 5 mm dat bij ons door het huis liep en waarschijnlijk bij jullie ook wel ergens. Maakt geen web maar vangt de prooi door er spinrag overheen te spugen. Meer op http://www.vogelsenbeestjes.nl/cpg/thumbnails.php?album=326 De getijgerde lijmspuiter (Scytodes thoracica) is één van de 2 soorten spinnen uit de familie lijmspuiters (Scytodidae) die in Nederland voorkomen. De spin wordt ongeveer 5 millimeter lang, de mannetjes blijven iets kleiner dan de vrouwtjes. Het nauwelijks behaarde kopborststuk is vergroot, het achterlijf is zichtbaar behaard. De kleur is lichtbruin, het achterlijf is door de zwarte beharing donkerder. De poten zijn donker gebandeerd, op het lichaam zijn onregelmatige donkere vlekken aanwezig waaraan de naam getijgerd te danken is. Net als de zesoogspinnen (Segestriidae), waar deze soort niet aan verwant is, draagt de kop zes ogen in plaats van 8 zoals bij de meeste spinnen. 11 feb. 2017 . Kolgans Momenteel honderden kolganzen te zien in De Matjes 20170208 11 feb. 2017 . Kleine voorjaarsspanner (Agriopis leucophaearia) Goed opletten in deze tijd bij je buitenlamp als het donker is of 's morgens vroeg want de mannetjes van de kleine voorjaarsspanner vliegen vanaf begin januari; de vrouwtjes kunnen niet vliegen. Ik vond deze heer twee jaar terug op de muur bij onze buitenlamp. Kenmerken van deze macro nachtvlinder zijn o.a.: Voorvleugellengte: 14-17 mm. Het mannetje onderscheidt zich van verwante soorten door zijn geringere grootte. De voorvleugels hebben de vorm van een driehoek met afgeronde vleugelpunten en een flauwe knik in de voorrand. Het patroon op de vleugel is variabel (zie de verschillende foto's in het fotoalbum). De gekromde binnenste en de golvende buitenste dwarslijn zijn vaak donker gekleurd en steken duidelijk af tegen de wit- of bruinachtige ondergrond. Soms vormen deze lijnen de begrenzing van een donker wortelveld en een nagenoeg donker zoomveld. Bij sommige exemplaren is de hele voorvleugel effen donkerbruin; een zwart halvemaantje (dat bij de andere vormen deel uitmaakt van de buitenste dwarslijn) valt bij deze exemplaren op. Het vrouwtje is donkergrijs of zwartachtig en heeft slechts heel kleine vleugelstompjes. 12 feb. 2017 . Kleine zwaan Een honderdtal kleine zwanen overwinterd momenteel aan de noordkant van De Pannenhoef. Meer op http://www.vogelsenbeestjes.nl/cpg/thumbnails.php?album=79 Het geel op de snavel zit alleen aan de basis en komt niet tot onder het neusgat. Eentje heeft een pootring Wit BHP, de vogels komen uit noord Rusland. 13 feb. 2017 . Grote wilde zwaan Tussen de kleine daar bij De Pannenhoef zitten slechts enkele grotere wilde zwanen. Het geel op de snavel loopt door tot onder het neusgat. 14 feb. 2017 . Ringmus Enkele jaren terug fotografeerde ik deze leuke ringmus in de tuin. Momenteel zie ik nog zelden een ringmus. Het gaat landelijk slecht met het diertje, wees er zuinig op. 15 feb. 2017 . Kanoet Het mooie weer gaf een goede gelegenheid om weer eens naar de Noordzeekust te gaan. Op de Brouwersdam zijn rond deze tijd de kanoeten weer volop present en lieten zich ook fotograferen. 16 feb. 2017 . Kerkuil Als je nu 's avonds laat in het donker in het buitengebied rijdt, kun je hem vliegend tegen komen. Deze foto is gemaakt met flitslicht en afstandsbediening. 17 feb. 2017 . IJseend Mocht je een dezer dagen aan het Noordzeestrand komen, goed opletten want je kunt de ijseend tegen komen. Deze kon ik daar in 2014 fotograferen. 18 feb. 2017 . Perentak Een aantal nachtvlinders hebben een frappante naam. Zoals deze die ik op 16 februari fotografeerde bij onze buitenlamp. Hij heet "Perentak" en niet omdat ie van perenbomen leeft want hij lust vooral eik. Deze vlinder vliegt vanaf begin januari tot eind april en is in hele land een gewone soort. Hij komt op licht af en kan dus ook bij jouw buitenlamp zitten, goed opletten 's avonds en 's morgens dus. Verdere kenmerken: voorvleugellengte: 19-24 mm, het donkere tijger-patroon van het mannetje is variabel, de meeste exemplaren hebben een effen, vrijwel ongetekende groengrijze of lichtgrijze voorvleugel, maar er komen ook donkerder gekleurde varianten voor in diverse schakeringen, verse vlinders hebben een rozeachtige tint op het achterlijf. Het vrouwtje kan niet vliegen, heeft immers geen vleugels. 19 feb. 2017 . Kramsvogel Een echte wintergast is deze kramsvogel. Het is een lijstersoort die slechts in heel klein aantal in ons land tot broeden komt. We zien hem dus vooral in de winter. Vorige week zag ik nog een groep van wel 150 vogels in de weilanden bij De Pannenhoef. Je kunt hun 'tsjak-tsjak-tsjak' roep vaak horen in ons buitengebied ofschoon ik ze deze winter niet al te veel zag. Ze zijn dol op bessen en appels maar ze zoeken ook voedsel op weilanden, soms samen met koperwieken. 20 feb. 2017 . Boomleeuwerik Vandaag voor het eerst dit jaar de boomleeuwerik weer gehoord en ook gezien. Bij De Krochten bij Klein Maalbergen. Eind februari wordt deze vogel al flink actief, begin april broeden ze al. De zwarte vlek aan de rand van de vleugel is een goed kenmerk, evenals het zeer karakteristieke liedje van hun. 21 feb. 2017 . Kleine barmsijs Gisteren nog even naar De Waaijenberg geweest. Kwam daar een klein groepje kleine barmsijsjes tegen, een nieuwe soort voor mij, dus extra blij. Jammer dat de lucht niet mooi blauw was want dan was de foto een stuk mooier geweest. De kleine barmsijs is te onderscheiden van de grote barmsijs door z’n donkerder bruine uiterlijk en de minder contrasterende vleugelstrepen. Die grote barmsijs kwam ik in 2015 daar in de buurt al eens tegen. Dus als je daar op de grens nu gaat wandelen, goed opletten want er zijn sijsjes op trek. 22 feb. 2017 . Blauwe kiekendief Een van de mooiste wintergasten die je nu tot mei boven onze weilanden kunt spotten is deze blauwe kiekendief. En dan met name het mannetje zoals deze, het vrouwtje is veel minder mooi, bruin met witte stuit. In de winter komen Scandinavische blauwe kiekendieven naar ons land om te overwinteren. Zij jagen hier dan op veldmuizen. Zoals hier boven een ingezaaide wilde kruiden strook. Die stroken die je af en toe ziet zijn dan ook erg nuttig voor dit soort mooie vogels. Ze broeden maar in heel klein aantal bij ons, in de Dintelse Gorzen zouden ze nog jongen hebben voortgebracht las ik. 23 feb. 2017 . Koffieboonspin Dit spinnetje met een achterlijf zo groot als een halve centimeter, zat in december in onze tuin en heeft een leuke naam. Hij heet 'koffieboonspin', echt waar. Komt volgens mij door de kleur en vorm van zijn achterlijf want is dat niet net als een echte koffieboon! Zij, want dit is een vrouwtje, heeft ook een deftige naam 'Steatoda bipunctata' en behoort tot de kogelspinnen. Bij ons in Nederland is de soort algemeen. Als onderkomen zoekt de koffieboonspin vaak schuren en kelders uit. In het Engels noemen ze haar 'konijnenhokspin'. De spin heeft een pootspanwijdte van maximaal vijftien millimeter. 24 feb. 2017 . Sperwer Gisteren zag ik dit sperwermannetje aan komen vliegen toen ie zich verstopte in een wilde bloemen akkerstrook, anders had ik hem niet kunnen vinden. Gelukkig kon ik nog een portretje maken zonder dat voor snavel en oog een takje zat. Knal geel is dat oog nietwaar. Het mannetje is niet alleen veel kleiner dan het vrouwtje maar is ook mooier, vooral op de kop. Van snavelpunt tot staartpunt is het mannnetje onderveer maar 31 cm groot, best wel klein dus. Het vrouwtje is ca. 7 cm groter. Voor 1950 waren in West Brabant bijna geen sperwers aanwezig maar nu zien we ze regelmatig, ze zijn ook meer in de bebouwde kom gaan broeden omdat daar hun grote vijande, de havik, niet aanwezig is. 25 feb. 2017 . Steenloper Deze vogel die hier over stenen loopt heet ook 'steenloper', ca. 23 cm groot. Deze fotografeerde ik op de Oesterdam. Het is een best algemene wintergast, een echte kustvogel. Daar zoekt hij vaak tussen de dijkstenen naar een hapje. Nederland wordt zelfs bezocht door Noord-Canadese broedvogels. Hij foerageert op kenmerkende wijze, waarbij hij met zijn snavel allerlei materiaal (schelpen, steentjes, zeewier) omkiept om te kijken of er iets onder zit. Let eens op het kleine vierde teentje achter aan de pootjes, dat is de norm, vier tenen. Morgen laat ik een soortgelijke kustvogel zien die bij uitzondering slechts drie tenen per poot heeft, eentje die het kleine achterteentje mist. 26 feb. 2017 . Driesteenstrandloper Een uniek vogeltje aan onze kusten is deze 'drieteenstrandloper' en wel omdat ie de achterteen mist, dat kleine teentje aan zeg maar de hiel ofschoon het niet echt de hiel is. Het is een doortrekker en wintergast. In de winter zijn ze grotendeels heel mooi wit, wat hem de wetenschappelijke naam "Calidris alba" opleverde. In het voorjaar worden ze overwegend diep roodbruin en trekken ze naar de Arctische broedplaatsen in Canada, Groenland, Spitsbergen en Siberië. Deze foto maakte ik bij de Brouwersdam enkele dagen terug. Het is een dankbaar vogeltje om te fotograferen, ze willen lekker dichtbij komen. 27 feb. 2017 . Sijs Deze winter heb ik tot nu dit leuke sijsje nog niet in onze tuin gezien. Deze foto maakte ik in 2013, wat later in het voorjaar, dus het zou nog kunnen. Typisch zo'n vogeltje dat me vrolijk maakt. Een winterwandeling wordt ook extra leuk als je een groepje kwetterende sijsjes, meestal hoog in de elzen of dennen, tegen komt. De kans daarop is best groot want iedere winter vertoeven er flinke aantallen sijzen in Nederland. Sijzen zijn zowel polder- als bosvogels. In polders vind je ze vooral in elzensingels, vaak samen met putters. Daar doen ze zich tegoed aan elzenzaad. Acrobatisch hangend aan de ‘proppen’ laten ze zich dan goed bekijken. Een enkel paartje kan bij ons tot broeden komen, het besluit daartoe kunnen ze al in februari nemen. In de periode vóór 1970 was de sijs een zeer schaarse broedvogel. Daarna nam de soort stapsgewijs toe tot zo'n 1.800 -2.400 paren in 1992. In de tussenliggende jaren kon de sijs echter bijna overal ontbreken. Uit tellingen in 1998 bleken 500 - 1.200 paren in Nederland gebroed te hebben. De laatste tien jaar is er een lichte toename te zien van het aantal broedvogels. 28 feb. 2017 . Grote barmsijs (Acanthis flammea) Twee jaar terug zag ik voor het eerst een barmsijs in de vrije natuur, weer een klein verlangen werd zo ingevuld. Het lukte me om een nette foto ervan te maken wat nog niet mee valt omdat ze graag hoog in de bomen rond hangen. Zelfs achter de pc is het voor mij nog moeilijk om met zekerheid vast te stellen om welke barmsijs het gaat, de kleine of de grote. Ik denk dat dit een grote is omdat het vogeltje best licht van kleur oogt en omdat de dwarsstrepen op de vleugel best wel wit ogen. Garantie dat het een grote is durf ik echter niet te geven. 1 mrt. 2017 . Mijt (Anystis baccarum) Kleiner dan een speldenknopje is dit mijtje. Een fluweelmijtje denk ik, overigens zonder fluweelharen, Anystis baccarum. Met het blote oog kun je het achtpotig monstertje net zien, ten minste als je goed op let. De diep rode kleur helpt wel bij het vinden. Het zijn veel voorkomende beestjes die ook nog eens nuttig zijn bij het opruimen van insectjes. Deze vond ik toen ik een hooptje humus uit de tuin nader uit ploos. De vrouwtjes planten zich ongeslachtelijk voort (parthogenetisch). Je kunt ze bijna het gehele jaar tegenkomen, maar er is een duidelijke piek in de lente en het begin van de zomer. 2 mrt. 2017 . Snuitmijt (Bdellidae) Deze is nog kleiner dan een speldenknopje. Ook gevonden tussen de rottende bladeren in de tuin. Hier is ie in een sprietje van mos omhoog gekropen. Het zijn eigenlijk nog nuttige beestjes ook. Tussen de bladeren zijn ze bijvoorbeeld op jacht naar springstaartjes. 2 mrt. 2017 . Agaatvlinder (Phlogophora meticulosa) Gisteren liep deze rups tegen de muur bij onze achterdeur. Je kunt deze rups het hele jaar aan treffen en hij overwintert als rups of als pop. In milde winterdagen gaat de rups door met eten. De verpopping vindt gewoonlijk plaats in een cocon in de grond en soms in een voeg in een muur. Twee jaar terug vond ik in januari ook al een dergelijke rups daar op de muur. Die rups heb ik toen in een potje laten verpoppen, na zeven weken kroop de vlinder er uit, blijft een klein wonder. Dat is de vlinder die ik op de groene deur fotografeerde. Bij de buitenlamp op de muur komen regelmatig agaatvlinders op bezoek, zie ook daar een foto van. 3 mrt. 2017 . Agaatvlinder (Phlogophora meticulosa) Gisteren liep deze rups tegen de muur bij onze achterdeur. Je kunt deze rups het hele jaar aan treffen en hij overwintert als rups of als pop. In milde winterdagen gaat de rups door met eten. De verpopping vindt gewoonlijk plaats in een cocon in de grond en soms in een voeg in een muur. Twee jaar terug vond ik in januari ook al een dergelijke rups daar op de muur. Die rups heb ik toen in een potje laten verpoppen, na zeven weken kroop de vlinder er uit, blijft een klein wonder. Dat is de vlinder die ik op de groene deur fotografeerde. Bij de buitenlamp op de muur komen regelmatig agaatvlinders op bezoek, zie ook daar een foto van. 3 mrt. 2017 . Agaatvlinder (Phlogophora meticulosa) Gisteren liep deze rups tegen de muur bij onze achterdeur. Je kunt deze rups het hele jaar aan treffen en hij overwintert als rups of als pop. In milde winterdagen gaat de rups door met eten. De verpopping vindt gewoonlijk plaats in een cocon in de grond en soms in een voeg in een muur. Twee jaar terug vond ik in januari ook al een dergelijke rups daar op de muur. Die rups heb ik toen in een potje laten verpoppen, na zeven weken kroop de vlinder er uit, blijft een klein wonder. Dat is de vlinder die ik op de groene deur fotografeerde. Bij de buitenlamp op de muur komen regelmatig agaatvlinders op bezoek, zie ook daar een foto van. 3 mrt. 2017 . IJsvogel (Alcedo atthis) De winter is grotendeels voorbij en is mild gebleven dit jaar. Deze ijsvogel die ik in januari fotografeerde zal daarom deze winter wel goed door gekomen zijn, net als de overige soortgenoten. Dat betekent dat we volgende winter nog meer van deze prachtige vogeltjes bij onze beken en sloten zullen kunnen gaan zien. Want ze kunnen tot drie nesten per jaar groot brengen. 4 mrt. 2017 . Buizerd (Buteo buteo) Ik heb de indruk deze winter best veel buizerds te zien. Het lukt me bijna nooit om dicht genoeg bij te mogen komen. Deze keer wilde de grote roofvogel een beetje mee werken omdat ie eventjes richting mij wilde vliegen toen ie vanaf zijn kijkpost vertrok. 5 mrt. 2017 . Mandarijneend (Aix galericulata) Zes jaar terug spotte ik in het natuurgebied De Oude Buisse Heide dit koppeltje mandarijneenden. Waarschijnlijk uit een collectie ontsnapte vogels. Het is immers een exotische verschijning die je eigenlijk niet in Nederland zou verwachten. Oorspronkelijk komt hij dan ook voor in Oost-Azië. Maar mandarijneenden zijn vanwege hun kleurrijke en fijne uiterlijk een geliefde toevoeging aan watervogelcollecties. Ontsnapte vogels uit dergelijke collecties broeden sinds eind vorige eeuw ook in Nederland. Bij mijn weten is dit stelletje niet daar tot broeden gekomen? 6 mrt. 2017 . Mandarijneend (Aix galericulata) Zes jaar terug spotte ik in het natuurgebied De Oude Buisse Heide dit koppeltje mandarijneenden. Waarschijnlijk uit een collectie ontsnapte vogels. Het is immers een exotische verschijning die je eigenlijk niet in Nederland zou verwachten. Oorspronkelijk komt hij dan ook voor in Oost-Azië. Maar mandarijneenden zijn vanwege hun kleurrijke en fijne uiterlijk een geliefde toevoeging aan watervogelcollecties. Ontsnapte vogels uit dergelijke collecties broeden sinds eind vorige eeuw ook in Nederland. Bij mijn weten is dit stelletje niet daar tot broeden gekomen? 6 mrt. 2017 . Mandarijneend (Aix galericulata) Zes jaar terug spotte ik in het natuurgebied De Oude Buisse Heide dit koppeltje mandarijneenden. Waarschijnlijk uit een collectie ontsnapte vogels. Het is immers een exotische verschijning die je eigenlijk niet in Nederland zou verwachten. Oorspronkelijk komt hij dan ook voor in Oost-Azië. Maar mandarijneenden zijn vanwege hun kleurrijke en fijne uiterlijk een geliefde toevoeging aan watervogelcollecties. Ontsnapte vogels uit dergelijke collecties broeden sinds eind vorige eeuw ook in Nederland. Bij mijn weten is dit stelletje niet daar tot broeden gekomen? 6 mrt. 2017 . Grote voorjaarsspanner (Agriopis marginaria) Enkele jaren heb ik intensief gelet op nachtvlinders die bij de buitenlamp kwamen zitten. Zo vond ik ook deze en bij grote uitzondering ook het vleugelloze vrouwtje van deze soort. De voorvleugellengte van het mannetje is 16-20 mm. Is bruinachtig en nogal variabel van kleur en tekening. Is echter goed herkenbaar aan de opvallende rij zwarte stippen langs de achterrand van de voor- en achtervleugel. Van de centrale dwarslijnen zit in de buitenste een dubbele knik terwijl de binnenste vrijwel recht loopt. Het vleugelloze vrouwtje heeft duidelijk aanwezige vleugelstompjes met gewoonlijk donkere dwarslijnen of -banden en de kleur varieert van bruinwit tot donkerbruin. Meneer vliegt van begin februari-eind april in één generatie. 7 mrt. 2017 . Grote voorjaarsspanner (Agriopis marginaria) Enkele jaren heb ik intensief gelet op nachtvlinders die bij de buitenlamp kwamen zitten. Zo vond ik ook deze en bij grote uitzondering ook het vleugelloze vrouwtje van deze soort. De voorvleugellengte van het mannetje is 16-20 mm. Is bruinachtig en nogal variabel van kleur en tekening. Is echter goed herkenbaar aan de opvallende rij zwarte stippen langs de achterrand van de voor- en achtervleugel. Van de centrale dwarslijnen zit in de buitenste een dubbele knik terwijl de binnenste vrijwel recht loopt. Het vleugelloze vrouwtje heeft duidelijk aanwezige vleugelstompjes met gewoonlijk donkere dwarslijnen of -banden en de kleur varieert van bruinwit tot donkerbruin. Meneer vliegt van begin februari-eind april in één generatie. 7 mrt. 2017 . Buizerd (Buteo buteo) Deze buizerd had kennelijk deze dag al wat eiwitten tot zich genomen. Voor vertrek worden vaak wat restanten geloosd, vliegt immers weer wat makkelijker zo met weer wat minder gewicht om mee te nemen. 8 mrt. 2017 . Strontvlieg (Scatophaga steroraria) In het Engels heet ie niet voor niets The Golden Dung Fly. Je moet immers echt aan goud denken door die mooie kleur en glans. Het is de mooiste familie van de strontvliegen denk ik die je gewoon in je tuin tegen kunt komen. 9 mrt. 2017 . Strontvlieg (Scatophaga steroraria) In het Engels heet ie niet voor niets The Golden Dung Fly. Je moet immers echt aan goud denken door die mooie kleur en glans. Het is de mooiste familie van de strontvliegen denk ik die je gewoon in je tuin tegen kunt komen. 9 mrt. 2017 . Buizerd (Buteo buteo) Je ziet het niet zo vaak maar niet alleen een torenvalk kan bidden in de lucht, de buizerd doet dat ook wel eens. Ik kwam er een biddend tegen en maakte een aantal foto's ervan die ik hier achtereen toon zodat de verschillende vleugelslagen te zien zijn terwijl de buizerd reikhalzend zijn prooi tegemoet kijkt. 10 mrt. 2017 . Buizerd (Buteo buteo) Je ziet het niet zo vaak maar niet alleen een torenvalk kan bidden in de lucht, de buizerd doet dat ook wel eens. Ik kwam er een biddend tegen en maakte een aantal foto's ervan die ik hier achtereen toon zodat de verschillende vleugelslagen te zien zijn terwijl de buizerd reikhalzend zijn prooi tegemoet kijkt. 10 mrt. 2017 . Slankpootvlieg (Dolichopus claviges) Maar een paar millimeter groot is dit vliegje. Je zou zeggen, hij heeft geen kop, alleen maar twee ogen. Gefotografeerd gewoon bij ons in de tuin in augustus. 11 mrt. 2017 . Fazant (Phasianus colchicus) Eigenlijk hoort deze meneer niet thuis in Nederland maar als je hem zo ziet is het niet zo erg dat hij bij ons te zien is. Ik las dat de fazant ook wel insecten, hagedissen en soms muizen eet. De in Nederland voorkomende fazant is een mix van verschillende ondersoorten en varianten, die eigenlijk in het Aziatische broedgebied thuis horen. 12 mrt. 2017 . Pijlstaarteend (Anas acuta) De afgelopen weken kon je bijvoorbeeld in Zeeland deze mooie eend goed tegen komen zoals ik op dertien februari. Meestal blijven ze op grote afstand maar hier was dat een meter of vijfendertig. Het mannetje is weer veel mooier dan het vrouwtje. De pijlstaart is een uitgesproken trekvogel die 's winters ver naar het zuiden trekt, tot aan de evenaar. De pijlstaart is in Nederland het hele jaar te zien. Als broedvogel is hij echter uiterst schaars en bovendien is het een lastig te inventariseren eend. 13 mrt. 2017 . Pijlstaarteend (Anas acuta) De afgelopen weken kon je bijvoorbeeld in Zeeland deze mooie eend goed tegen komen zoals ik op dertien februari. Meestal blijven ze op grote afstand maar hier was dat een meter of vijfendertig. Het mannetje is weer veel mooier dan het vrouwtje. De pijlstaart is een uitgesproken trekvogel die 's winters ver naar het zuiden trekt, tot aan de evenaar. De pijlstaart is in Nederland het hele jaar te zien. Als broedvogel is hij echter uiterst schaars en bovendien is het een lastig te inventariseren eend. 13 mrt. 2017 . Vroege spanner (Biston strataria) Goed opletten bij de buitenlamp rond deze tijd want deze mooie spanner vliegt momenteel rond. Hij is vrij algemeen, vooral op de zandgronden en in de duinen. Elders lokaal voorkomend, verspreid of zeldzaam. 14 mrt. 2017 . Keep (Fringilla montifringilla) Deze tegenhanger van onze gewone vink heb ik deze winter niet in mijn tuin gezien. In maart 2013 maakte ik deze foto's, in die winter zag ik er meerdere hier thuis. Het mannetje is weer sterker gekleurd dan het vrouwtje. In Nederland broeden jaarlijks enkele kepen, maar om meer dan drie tot vijf paren lijkt het niet te gaan. In de winter verblijven in de regel grote aantallen Scandinavische kepen in Nederland. 15 mrt. 2017 . Keep (Fringilla montifringilla) Deze tegenhanger van onze gewone vink heb ik deze winter niet in mijn tuin gezien. In maart 2013 maakte ik deze foto's, in die winter zag ik er meerdere hier thuis. Het mannetje is weer sterker gekleurd dan het vrouwtje. In Nederland broeden jaarlijks enkele kepen, maar om meer dan drie tot vijf paren lijkt het niet te gaan. In de winter verblijven in de regel grote aantallen Scandinavische kepen in Nederland. 15 mrt. 2017 . Boomklever (Sitta europaea) Ik heet niet voor niets boomklever, ik kan namelijk met de kop recht naar beneden over een stam lopen, de enige vogel die dat doet. Boomklevers zijn holenbroeders die erom bekend staan de opening van hun broedholte te verkleinen door te 'metselen' met modder. Ze beginnen binnenkort daar al weer mee. 16 mrt. 2017 . Boomkruiper (Certhia brachydactyla) Een boomkruiper gaat ook naar boven op de boomstam maar kan niet net zoals de boomklever op de stam naar beneden lopen. Beide komen bij ons best veel voor, op de meeste boswandelingen vind je ze wel in het loofhout. De spitse snavel van de boomkruiper is omlaag gebogen waarmee insecten uit spleten in boombast worden gepeuterd. 17 mrt. 2017 . Kuifmees (Lophophanes cristatus) De kuifmees hoort ook tot de zangvogels en is een echte mees, een Paridae. Zijn liedje is niet zo moeilijk om te leren en te herkennen. Binnenkort gaan ze weer een nestholletje zoeken, vaak in een oude berk of den bijvoorbeeld. Hier fotografeerde ik hem op zo'n oude den. Je vind hem vooral in de naaldbossen. Hij is erg koddig zo met dat kuifje. 18 mrt. 2017 . Meerkoet (Fulica atra) Hier kijkt deze meerkoet nog aardig voor zich uit maar binnenkort zal een territorium voor dit jaar worden uitgekozen dat vaak fel zal worden verdedigd tegen de talrijke soortgenoten die we in ons land tegen komen. Er is bijna geen park, kanaal of sloot in Nederland zonder meerkoeten. Zoet water met wat oevervegetatie is genoeg. 19 mrt. 2017 . Roodborst (Erithacus rubecula) Een van onze dankbaarste vogeltjes in de wintertuin. Zij zijn in de winter een vaste gast die nadrukkelijk aanwezig is. Kan agressief zijn tegen soortgenoten. Roodborsten zijn vaak erg nieuwsgierig en goed van vertrouwen. Meestal maken ze hun nesten goed verborgen op de grond maar ik vond in onze tuin ooit een nestje in een bijenkastje en in een conifeer. 20 mrt. 2017 . Voorjaarsspanner (Apocheima hispidaria) Naast de kleine en de grote voorjaarsspanner bestaat ook de gewone voorjaarsspanner en die laat ik nu zien. De foto heb ik op acht maart gemaakt, ze vliegen nu dus rond deze nachtvlinders die op licht afkomen. Opnieuw goed opletten dus bij buitenlamp en lantaarnpaal. 21 mrt. 2017 . Zwarte specht (Dryocopus martius) Niet alleen zijn verschijning is imposant, zeker ook zijn geluid. Zijn onmiskenbare riedel klinkt in het vroege voorjaar erg luid en draagt honderden meters ver. Gelukkig zien we deze mooie en ook echt grote specht nog regelmatig in onze bossen hier. Jarenlang hoopte ik een moment als hier te kunnen benutten. Het betreft hier overigens geen nestgat, het gat werd slechts terloops geïnspecteerd. Ze zijn schuw en vliegen snel weg zodra ze een mens waarnemen, of blijven uit het zicht aan de andere kant van de boom. Let hier eens op de steunstaart die spechten steeds gebruiken. 22 mrt. 2017 . Zwarte specht (Dryocopus martius) Nog eentje van de zwarte specht, nu meer ingezoomed. Gemaakt met Canon EOS 5Ds en Canon 500 mm L telelens vanaf een meter of vijftien schat ik. De klautertenen zijn hier ook goed te zien. 22 mrt. 2017 . Meerkoet (Fulica atra) Voor de afwisseling eens een sfeerplaatje. Vanmorgen heel vroeg gemaakt bij De Krochten. Voor nog schaduw van de bomen waarvoor ik zat en achterin al licht van de opkomende zon. 23 mrt. 2017 . Roodborsttapuit (Saxicola rubicola) Vandaag in De Moeren voor het eerst dit jaar een koppeltje roodborsttapuiten gezien. Het vrouwtje kon ik op de sensor vast leggen, het mannetje gaf me te weinig kans deze keer. De roodborsttapuit is een kleine zangvogel die vroeger behoorde tot de familie lijsters, maar volgens recente inzichten wordt ingedeeld bij de vliegenvangers, net als zijn naaste verwant het paapje. 24 mrt. 2017 . Roodborsttapuit (Saxicola rubicola) Gisteren het vrouwtje, vandaag het manneetje. Dat is weer veel meer getekend, meer gekleurd, dan het vrouwtje. De roodborsttapuit is een voorbeeld van een vogeltje dat de laatste jaren bij ons in de streek sterk is toegenomen, je ziet ze haast wel op elke wandeling. In de zomer uiteraard want het zijn zomergasten. 25 mrt. 2017 . Dodaars (Tachybaptus ruficollis) Een kenner ziet zo dat ik deze volwassen dodaars in de winter heb gefotografeerd, meer precies eind januari dit jaar in de Aa of Weerijs. De dodaars is onze kleinste fuut en is in de zomer veel mooier gekleurd. De groene vlek aan de snavelbasis verraadt dat het een volwassen exemplaar is. Hier is net een kleine modderkruiper uit de beek gevist, een visje dat op de rode lijst staat!? 26 mrt. 2017 . Spreeuw (Sturnus vulgaris) Vulgaris noemen ze hem, verguisd is ie. Maar is dat terecht. Een gedeelte van het jaar laat de spreeuw, vooral met het zonnetje erop, allerlei prachtige kleuren zien. Bepaald niet vulgaris zou ik zeggen. Ook de grote dichte wolken in de lucht bij slaapplaatsen is een prachtig natuurverschijnsel. Bij ons in de tuin zijn ze nuttig omdat ze de emelten uit het gras oppeuzelen. Deze spreeuw fotografeerde ik op wier op de Oesterdam. 27 mrt. 2017 . Grote wolfspin of kraamwebspin (Pisaura mirabillis) Gevonden in de tuin op tien maart, komt ook best veel voor. Wordt ook wel prachtspin genoemd dacht ik, het is ook een mooie spin, als je van spinnen houd tenminste. Het paringsritueel is bijzonder. Het mannetje neemt een 'geschenk' mee voor het vrouwtje. Terwijl ze het maal verorbert, probeert het mannetje te paren. Als dit niet lukt, zal het vrouwtje ook het mannetje opeten. Dat gebeurt wel meer bij die leuke spinnen. Het vrouwtje kent ook een soort broedzorg waarbij een web wordt gemaakt dat dient als een soort kraamkamer. EOS 7D met 100mm macrolens. 28 mrt. 2017 . Grutto (Limosa limosa) Gisteren bij zonsopgang zat ik onder mijn camouflagedoek bij een armzalig klein restje van de Klein Zundertse Heide. Gelukkig waren daar twee grutto's uit het zuiden terug gekeerd. Ik heb langdurig kunnen genieten van het gegrutto hoog in de lucht. Helaas staat deze mooie weidevogel model voor het drama wat zich rond de weidevogels afspeelt. De intensieve landbouw maakt dat we deze, en de andere weidevogels gaan verliezen. Tenzij .. ??? 29 mrt. 2017 . Grutto (Limosa limosa) Op dit soort momenten hoop je als je uit bed komt terwijl het nog donker is om onder een doek bij een plasje te gaan zitten met de telelens. Het verliefde stel grutto's komt na een spectaculaire liefdesvlucht aangevlogen en land binnen klikafstand voor je. 29 mrt. 2017 . Dennenuil (Panolis flammea) Deze nachtvlinder fotografeerde ik op 8 maart en behoort tot de grootste familie onder de nachtvlinders, tot de "Uilen (NOCTUIDAE)". Het is een van de weinige uilen die echt rode tinten laat zien. Hij komt algemeen voor, vooral voor in de duinen en op de zandgronden in het binnenland. Elders af en toe een waarneming en is ie kwetsbaar. Hij voelt zich thuis in naaldbossen, parken en tuinen en eet van diverse naaldbomen, waaronder vooral grove den; soms europese lork. Vliegen doet ie van begin maart-begin juni in één generatie. 30 mrt. 2017 . Kievit (Vanellus vanellus) We hebben nog maar veel te weinig goede natuur in Nederland. Ook de kieviten merken dat. Ze moeten strijd leveren om een klein stukje grond dat ze hun thuis willen noemen om daar genoeg voedsel te kunnen vinden voor hun toekomstige kuikens. Ik zag zo'n gevecht. Het ging er niet mals aan toe. Hier een vijftal foto's daarvan. 31 mrt. 2017 . Kievit (Vanellus vanellus) We hebben nog maar veel te weinig goede natuur in Nederland. Ook de kieviten merken dat. Ze moeten strijd leveren om een klein stukje grond dat ze hun thuis willen noemen om daar genoeg voedsel te kunnen vinden voor hun toekomstige kuikens. Ik zag zo'n gevecht. Het ging er niet mals aan toe. Hier een vijftal foto's daarvan. 31 mrt. 2017 . Kievit (Vanellus vanellus) We hebben nog maar veel te weinig goede natuur in Nederland. Ook de kieviten merken dat. Ze moeten strijd leveren om een klein stukje grond dat ze hun thuis willen noemen om daar genoeg voedsel te kunnen vinden voor hun toekomstige kuikens. Ik zag zo'n gevecht. Het ging er niet mals aan toe. Hier een vijftal foto's daarvan. 31 mrt. 2017 . Kievit (Vanellus vanellus) We hebben nog maar veel te weinig goede natuur in Nederland. Ook de kieviten merken dat. Ze moeten strijd leveren om een klein stukje grond dat ze hun thuis willen noemen om daar genoeg voedsel te kunnen vinden voor hun toekomstige kuikens. Ik zag zo'n gevecht. Het ging er niet mals aan toe. Hier een vijftal foto's daarvan. 31 mrt. 2017 . Kievit (Vanellus vanellus) We hebben nog maar veel te weinig goede natuur in Nederland. Ook de kieviten merken dat. Ze moeten strijd leveren om een klein stukje grond dat ze hun thuis willen noemen om daar genoeg voedsel te kunnen vinden voor hun toekomstige kuikens. Ik zag zo'n gevecht. Het ging er niet mals aan toe. Hier een vijftal foto's daarvan. 31 mrt. 2017 . Kleine plevier (Charadrius dubius) Dit slechts ca. 16 cm grote pleviertje is een echte pionier. Is ergens in geheel kale grond een plasje gemaakt dan komt hij als eerste daar eten zoeken. Dat doen plevieren door met de tenen van een pootje tegen de grond te trillen, zie hier het onscherpe trillende pootje. Insecten worden dan zenuwachtig en komen te voorschijn, iets wat ze dan beter niet kunnen doen natuurlijk. Heel kenmerkend is verder het intens gele oogringetje. 1 apr. 2017 . Kleine plevier (Charadrius dubius) Nog een foto van onze kleine. Naar eten scharrelend tussen eerste plantjes die blanke grond groen gaan maken. Ze maken een leuk luid geluidje. Een plezier om te zien en te horen in het voorjaar. 1 apr. 2017 . Kievit (Vanellus vanellus) Voor deze foto moest ik heel vroeg uit bed. Op het moment van de foto prikken de eerste zonnestralen de ochtend in. De dauwdruppeltjes zijn nog volop aanwezig en zullen snel worden verdampt. Het eerste licht is niet wit, de kievit laat zo zijn echt witte tinten dus ook nog niet zien. 2 apr. 2017 . Pimpelmees (Cyanistes caeruleus) Een geweldig mooi tuinvogeltje vind ik het pimpelmeesje. Wie gaat er nu niet van vogeltjes houden als je dit meesje in de zomer in het zonnetje ziet zitten met die heldere blauwe en gele tinten. Bonus is dat ze ook nog eens makkelijk tot broeden komen in je nestkastje en dat ze in de winter je voederplank op kleuren. 3 apr. 2017 . Zwarte specht (Dryocopus martius) Twee weken terug kon ik onze grootste specht bij een gat in een beuk een eerste keer goed vastleggen, ik postte daarvan al een foto hier op facebook. In de betreffende beuk zijn meerdere gaten door de specht uitgehakt. Gisteren vonden we de specht opnieuw, nu bij een ander gat, wel in dezelfde boom. Dat gat werd een aantal dagen terug dicht gemetseld door een boomklever, daarvan als eerste nu een foto geupload, uit een serie van zes. De boomklever heeft zijn klus niet kunnen afmaken want in het betreffende gat is de moddercement verdwenen en bleek zelfs een holenduif als bewoner te hebben. Maar jammer voor de holenduif, de specht kwam terug om te werken aan dit gat, waar hij kennelijk zijn zinnen op heeft gezet. De specht ging namelijk hard aan het werk, je kon het hakken nog op een twintalmeters afstand horen terwijl de specht helemaal in het gat zat. Na een flinke hakbeurt moesten spaanders worden geruimd, ook daarvan kon ik foto's maken. Na flink wat werken werd weer uitgerust en werd de omgeving nog eens goed in ogenschouw genomen. Hopelijk krijgt de specht zijn woning af en groeit zijn kroost daarin gezond op. 4 apr. 2017 . Zwarte specht (Dryocopus martius) Twee weken terug kon ik onze grootste specht bij een gat in een beuk een eerste keer goed vastleggen, ik postte daarvan al een foto hier op facebook. In de betreffende beuk zijn meerdere gaten door de specht uitgehakt. Gisteren vonden we de specht opnieuw, nu bij een ander gat, wel in dezelfde boom. Dat gat werd een aantal dagen terug dicht gemetseld door een boomklever, daarvan als eerste nu een foto geupload, uit een serie van zes. De boomklever heeft zijn klus niet kunnen afmaken want in het betreffende gat is de moddercement verdwenen en bleek zelfs een holenduif als bewoner te hebben. Maar jammer voor de holenduif, de specht kwam terug om te werken aan dit gat, waar hij kennelijk zijn zinnen op heeft gezet. De specht ging namelijk hard aan het werk, je kon het hakken nog op een twintalmeters afstand horen terwijl de specht helemaal in het gat zat. Na een flinke hakbeurt moesten spaanders worden geruimd, ook daarvan kon ik foto's maken. Na flink wat werken werd weer uitgerust en werd de omgeving nog eens goed in ogenschouw genomen. Hopelijk krijgt de specht zijn woning af en groeit zijn kroost daarin gezond op. 4 apr. 2017 . Zwarte specht (Dryocopus martius) Twee weken terug kon ik onze grootste specht bij een gat in een beuk een eerste keer goed vastleggen, ik postte daarvan al een foto hier op facebook. In de betreffende beuk zijn meerdere gaten door de specht uitgehakt. Gisteren vonden we de specht opnieuw, nu bij een ander gat, wel in dezelfde boom. Dat gat werd een aantal dagen terug dicht gemetseld door een boomklever, daarvan als eerste nu een foto geupload, uit een serie van zes. De boomklever heeft zijn klus niet kunnen afmaken want in het betreffende gat is de moddercement verdwenen en bleek zelfs een holenduif als bewoner te hebben. Maar jammer voor de holenduif, de specht kwam terug om te werken aan dit gat, waar hij kennelijk zijn zinnen op heeft gezet. De specht ging namelijk hard aan het werk, je kon het hakken nog op een twintalmeters afstand horen terwijl de specht helemaal in het gat zat. Na een flinke hakbeurt moesten spaanders worden geruimd, ook daarvan kon ik foto's maken. Na flink wat werken werd weer uitgerust en werd de omgeving nog eens goed in ogenschouw genomen. Hopelijk krijgt de specht zijn woning af en groeit zijn kroost daarin gezond op. 4 apr. 2017 . Zwarte specht (Dryocopus martius) Twee weken terug kon ik onze grootste specht bij een gat in een beuk een eerste keer goed vastleggen, ik postte daarvan al een foto hier op facebook. In de betreffende beuk zijn meerdere gaten door de specht uitgehakt. Gisteren vonden we de specht opnieuw, nu bij een ander gat, wel in dezelfde boom. Dat gat werd een aantal dagen terug dicht gemetseld door een boomklever, daarvan als eerste nu een foto geupload, uit een serie van zes. De boomklever heeft zijn klus niet kunnen afmaken want in het betreffende gat is de moddercement verdwenen en bleek zelfs een holenduif als bewoner te hebben. Maar jammer voor de holenduif, de specht kwam terug om te werken aan dit gat, waar hij kennelijk zijn zinnen op heeft gezet. De specht ging namelijk hard aan het werk, je kon het hakken nog op een twintalmeters afstand horen terwijl de specht helemaal in het gat zat. Na een flinke hakbeurt moesten spaanders worden geruimd, ook daarvan kon ik foto's maken. Na flink wat werken werd weer uitgerust en werd de omgeving nog eens goed in ogenschouw genomen. Hopelijk krijgt de specht zijn woning af en groeit zijn kroost daarin gezond op. 4 apr. 2017 . Zwarte specht (Dryocopus martius) Twee weken terug kon ik onze grootste specht bij een gat in een beuk een eerste keer goed vastleggen, ik postte daarvan al een foto hier op facebook. In de betreffende beuk zijn meerdere gaten door de specht uitgehakt. Gisteren vonden we de specht opnieuw, nu bij een ander gat, wel in dezelfde boom. Dat gat werd een aantal dagen terug dicht gemetseld door een boomklever, daarvan als eerste nu een foto geupload, uit een serie van zes. De boomklever heeft zijn klus niet kunnen afmaken want in het betreffende gat is de moddercement verdwenen en bleek zelfs een holenduif als bewoner te hebben. Maar jammer voor de holenduif, de specht kwam terug om te werken aan dit gat, waar hij kennelijk zijn zinnen op heeft gezet. De specht ging namelijk hard aan het werk, je kon het hakken nog op een twintalmeters afstand horen terwijl de specht helemaal in het gat zat. Na een flinke hakbeurt moesten spaanders worden geruimd, ook daarvan kon ik foto's maken. Na flink wat werken werd weer uitgerust en werd de omgeving nog eens goed in ogenschouw genomen. Hopelijk krijgt de specht zijn woning af en groeit zijn kroost daarin gezond op. 4 apr. 2017 . Zwarte specht (Dryocopus martius) Twee weken terug kon ik onze grootste specht bij een gat in een beuk een eerste keer goed vastleggen, ik postte daarvan al een foto hier op facebook. In de betreffende beuk zijn meerdere gaten door de specht uitgehakt. Gisteren vonden we de specht opnieuw, nu bij een ander gat, wel in dezelfde boom. Dat gat werd een aantal dagen terug dicht gemetseld door een boomklever, daarvan als eerste nu een foto geupload, uit een serie van zes. De boomklever heeft zijn klus niet kunnen afmaken want in het betreffende gat is de moddercement verdwenen en bleek zelfs een holenduif als bewoner te hebben. Maar jammer voor de holenduif, de specht kwam terug om te werken aan dit gat, waar hij kennelijk zijn zinnen op heeft gezet. De specht ging namelijk hard aan het werk, je kon het hakken nog op een twintalmeters afstand horen terwijl de specht helemaal in het gat zat. Na een flinke hakbeurt moesten spaanders worden geruimd, ook daarvan kon ik foto's maken. Na flink wat werken werd weer uitgerust en werd de omgeving nog eens goed in ogenschouw genomen. Hopelijk krijgt de specht zijn woning af en groeit zijn kroost daarin gezond op. 4 apr. 2017 . Cicade (Issus coleoptratus) Toen ik dit insect met de 100mm macrolens en 7D fotografeerde wist ik niet wat ik zag. Ik moest aan een klein buitenaards wezentje denken. Later leerde ik dat het een nimf van een cicade is. Hier op een afgestorven blad. Gevonden in eigen tuin in de maand mei. 5 apr. 2017 . Putter of Distelvink (Carduelis carduelis) Het leuke van deze putter is dat ik hem vandaag in eigen tuin kon fotograferen. Bovendien, ik denk dat we een broedgeval krijgen in de grote conifeer achter in de tuin. Dat zou heel leuk zijn. 6 apr. 2017 . Scholekster (Haematopus ostralegus) Ik herinner me nog dat in de jaren zeventig de eerste scholeksters zich in onze Gemeente lieten zien. Voor die tijd moesten we richting de polders, richting bijvoorbeeld Etten-Leur gaan, of naar Zeeland. Nu zien we er best een aantal hier. Toch gaat het ook met de scholekster niet goed, er komen te weinig nakomelingetjes. Dat valt niet zo op omdat scholeksters best oud kunnen worden. Gemiddeld worden ze 12 maar er zijn ook oudjes van wel 40 jaar. 7 apr. 2017 . Aangebrande spanner (Ligdia adustata) Met dit mooie weer in april vliegen er weer heel wat nachtvlinders rond, zo ook deze uit de familie van de spanners. Ze noemen hem 'aangebrand', grappig eigenlijk wel, maar het lijkt ook te kloppen. Want lijkt bij de vlinder de schouder niet in brand te hebben gestaan, ik zie verkoolde restanten. De aangebrande spanner is overigens een vrij gewone soort van loofbossen en struwelen en heeft wilde kardinaalsmuts als waardplant. Verdere kenmerken zijn: Voorvleugellengte: 12-14 mm. Goed herkenbaar door de zwartachtige vlek aan de vleugelwortel en de brede zwarte buitenste dwarsband (bij verse vlinders zijn beide bedekt met blauwgrijze schubben) op de vuilwitte vleugel. Er is weinig variatie. 8 apr. 2017 . Blauwborst (Luscinia svecica) Ze zijn al weer enkele weken terug in ons land, deze mooie zangvogel uit de onderfamilie tapuiten. De blauwborst meet van kop tot puntje van de staart circa 14 centimeter en komt de laatste tien jaar steeds meer bij ons voor. Zijn liedje is goed te herkennen na wat oefening. 9 apr. 2017 . Heggenmus (Prunella modularis) Veel mensen kennen de heggenmus niet terwijl het een van de meest voorkomende broedvogels van ons land is. Dit komt door zijn verborgen bestaan in en onder struiken en heggen. Heggenmussen vliegen niet vaak en scharrelen vooral over de grond om voedsel te zoeken. Bij jou in de tuin woont ie vast ook. Gemakkelijk te herkennen aan zijn plezierig liedje dat ie vaak laat horen. Een echte tuinaanwinst. 10 apr. 2017 . Tapuit (Oenanthe oenanthe) Momenteel trekken ook de mooie tapuiten weer door ons land. Op zandgronden en duinen zie je ze het meest. De mannetjes kunnen mooi contrastrijk gekleurd zijn. Helaas zijn ook deze vogels bedreigd door verdwijnen van hun biotoop. In Nederland broeden maar ca. 250 paar dacht ik. 11 apr. 2017 . Tapuit (Oenanthe oenanthe) Gisteren het meestal beige getinte vrouwtje. Vandaag twee mannetjes die kleurrijker zijn en best veel onderling in kleur kunnen verschillen. Ze kunnen erg contrastrijk zijn, nog meer dan hier op de foto's. De witte stuit en witte staart met een omgekeerde zwarte 'T' erop zijn belangrijke kenmerken. 12 apr. 2017 . Tapuit (Oenanthe oenanthe) Gisteren het meestal beige getinte vrouwtje. Vandaag twee mannetjes die kleurrijker zijn en best veel onderling in kleur kunnen verschillen. Ze kunnen erg contrastrijk zijn, nog meer dan hier op de foto's. De witte stuit en witte staart met een omgekeerde zwarte 'T' erop zijn belangrijke kenmerken. 12 apr. 2017 . Lindepijlstaart (Mimas tiliae) Een aantal nachtvlinderfamilies ontlenen hun naam aan een eigenschap van de rups van waaruit de vlinder te voorschijn komt. Zo ook bij deze nachtvlinder. Dit is namelijk een rups die een pijl op de staart heeft staan, zo zou je die pin achterop toch kunnen omschrijven. Daarom heet de familie 'Pijlstaarten'. In dit geval is het de pijlstaart die zich vooral in lindes thuis voelt en daarvan eet. De Lindepijlstaart dus. De rups kruipt echter pas over een paar maanden rond, zo rond augustus. De vlinder zelf kun je nu al tegen komen. De pijlstaartvlinders behoren tot de mooiere en grotere nachtvlinders, zoals bijna alle pijlstaarten. 13 apr. 2017 . Lindepijlstaart (Mimas tiliae) Een aantal nachtvlinderfamilies ontlenen hun naam aan een eigenschap van de rups van waaruit de vlinder te voorschijn komt. Zo ook bij deze nachtvlinder. Dit is namelijk een rups die een pijl op de staart heeft staan, zo zou je die pin achterop toch kunnen omschrijven. Daarom heet de familie 'Pijlstaarten'. In dit geval is het de pijlstaart die zich vooral in lindes thuis voelt en daarvan eet. De Lindepijlstaart dus. De rups kruipt echter pas over een paar maanden rond, zo rond augustus. De vlinder zelf kun je nu al tegen komen. De pijlstaartvlinders behoren tot de mooiere en grotere nachtvlinders, zoals bijna alle pijlstaarten. 13 apr. 2017 . Lindepijlstaart (Mimas tiliae) Een aantal nachtvlinderfamilies ontlenen hun naam aan een eigenschap van de rups van waaruit de vlinder te voorschijn komt. Zo ook bij deze nachtvlinder. Dit is namelijk een rups die een pijl op de staart heeft staan, zo zou je die pin achterop toch kunnen omschrijven. Daarom heet de familie 'Pijlstaarten'. In dit geval is het de pijlstaart die zich vooral in lindes thuis voelt en daarvan eet. De Lindepijlstaart dus. De rups kruipt echter pas over een paar maanden rond, zo rond augustus. De vlinder zelf kun je nu al tegen komen. De pijlstaartvlinders behoren tot de mooiere en grotere nachtvlinders, zoals bijna alle pijlstaarten. 13 apr. 2017 . Lindepijlstaart (Mimas tiliae) Gisteren toonde ik de rups, vandaag de vlinder. Een knap staaltje is die gedaante verbouw van rups naar vlinder, die metamorfose. In de rups zijn alle bestandsdelen van de vlinder feitelijk al aanwezig, er moet wel flink worden herschikt en afgebouwd tijdens het verpoppen. De vorm, tekening en kleur van de voorvleugels onderscheiden de lindepijlstaart van alle andere Nederlandse en Belgische pijlstraarten. 14 apr. 2017 . Lindepijlstaart (Mimas tiliae) Gisteren toonde ik de rups, vandaag de vlinder. Een knap staaltje is die gedaante verbouw van rups naar vlinder, die metamorfose. In de rups zijn alle bestandsdelen van de vlinder feitelijk al aanwezig, er moet wel flink worden herschikt en afgebouwd tijdens het verpoppen. De vorm, tekening en kleur van de voorvleugels onderscheiden de lindepijlstaart van alle andere Nederlandse en Belgische pijlstraarten. 14 apr. 2017 . Bosuil (Strix aluco) Een jaar terug verbleef deze bosuil lange tijd op zijn troon in deze oude beuk. Een prachtig gezicht volgens mij. Ben benieuwd of ie er nog steeds woont. De bosuil is de meest voorkomende uilensoort in Nederland en in onze streek lijkt ie de ransuil te hebben weggedrukt. 18 apr. 2017 . Bosuil (Strix aluco) Een jaar terug verbleef deze bosuil lange tijd op zijn troon in deze oude beuk. Een prachtig gezicht volgens mij. Ben benieuwd of ie er nog steeds woont. De bosuil is de meest voorkomende uilensoort in Nederland en in onze streek lijkt ie de ransuil te hebben weggedrukt. 18 apr. 2017 . Harige springspin (Sitticus pubescens) Harig 'springspinnetje' moet de naam eigenlijk zijn want klein zijn ze. De vrouwtjes worden maar 4 tot 5 mm groot, de mannetjes slechts 4 mm. Ikzelf vind ze heel leuk deze springspinnetjes. Ze leven op muren en schors in de buurt van huizen in Europa, Rusland en de Verenigde Staten. Je kunt ze nu tegen komen. Veel spinnenfamilies zijn te herkennen aan de rangschikking en grootte van de ogen. Op een aantal uitzonderingen na hebben spinnen 8 ogen, ook deze kleintjes. Die ogen zijn heel karakteristiek. Twee hele grote kijkers recht voor op de kop om goed te kunnen mikken bij het jagen, twee wat kleinere ogen op de hoeken van het wat vierkante kopje. En twee hele kleine oogjes nog op beide zijkanten van het kopje, goed kijken anders zie je ze over het hoofd. Je zult snappen dat niets deze beestjes ontgaat met al die kijkers. 19 apr. 2017 . Zwartkopmeeuw (Larus melanocephalus) De zwartkopmeeuw lijkt op de kokmeeuw. Die kokmeeuw kent iedereen, maar ken je ook deze zwartkopmeeuw? Deze zwartkop is een vrij schaarse soort in Nederland. In Nederland komen zwartkopmeeuwen vooral voor in de Zeeuwsw Delta, je kunt hem daar nu tegen komen. Maar steeds vaker ook in andere delen van het land (IJsselmeergebied). Het voedsel wordt vooral in open landbouwgebieden verzameld. Zwartkopmeeuwen overwinteren langs de Atlantische kust van Frankrijk, Groot-Brittannië en incidenteel ook Spanje en Noord-Afrika. 20 apr. 2017 . Middelste bonte specht (Dendrocopos medius) Een spechtensoort die in onze streek hier in het zuid westen in opmars is. Maar het is hier nog steeds de zeldzaamste in vergelijking tot vooral de grote en in mindere mate de kleine bonte specht. De middelste bonte specht houdt van oud eikenbos. Ik vond deze in april 2012 in eikenbomen in het natuurgebied De Vloeiweiden. Tot nu mijn eerste en enigste waarneming hier, gelukkig had ik mijn telelens en camera bij. 21 apr. 2017 . Matkop (Poecile montanus) Geen bijzondere foto maar hier in de streek is dit vogeltje helaas wel bijzonder geworden. Deze zag ik in 2013, sindsdien geen enkele meer gezien hier in Zundert. Ik meen dat ie inmiddels op de rode lijst staat. Hij is gemakkelijk te verwarren met de glanskop maar die zie je hier ook niet meer. Hun biotoop is hier verdwenen vrees ik. Matkoppen broeden in vochtige bossen. Het zijn holenbroeders, ze nestelen in verrot en zacht hout waarin ze zelf een hol uithakken. In het voorjaar en vroege zomer bestaat het voedsel vooral uit insecten, insectenlarven, spinnen en andere kleine diertjes. Vanaf de late nazomer staan er ook zaden op het menu. Gebruikt soms door spechten begonnen nestgaten en bouwt die zelf uit, als het hout maar heel zacht of rottend is. 22 apr. 2017 . Oeverzwaluw (Riparia riparia) Daar waar nieuwe natuur wordt aangelegd en waar de moeite en de kosten worden genomen om een zandwal aan te leggen, daar is de kans groot dat er een groepje leuke kleine zwaluwen daar op zomervakantie komen om kindjes te maken en groot te brengen. Dat gebeurde ook toen het Waterschap de waterberging De Boontuinen aan legde hier in Zundert langs de Aa of Weerijs. Erg leuk, de moeite om ze dan daar te bezoeken. Een volwassen oeverzwaluw heeft een gemiddelde lichaamslengte van twaalf centimeter en is daarmee relatief klein in vergelijking tot de meeste zwaluwen. De korte, lichtgevorkte staart en de bovenzijde is dof grijsbruin en de onder- of buikzijde is vrijwel wit. De oeverzwaluw heeft een bruine borstband, een relatief kleine zwarte snavel en donkerbruine poten. Een juveniel van een oeverzwaluw is te herkennen aan de rossige vlekken op de staartveren. De vlucht van de oeverzwaluw is snel en schokkerig, waarmee hij zich onderscheid van andere gelijksoortige zwaluwen. De oeverzwaluw laat een kwetterend en zoemend lied horen dat tijdens de vlucht continu doorgaat. Wanneer de oeverzwaluw is neergestreken daalt het volume en zijn er meer pauzes in de zang. Wanneer een roofvogel of een andere natuurlijke vijand nadert laat de oeverzwaluw luide alarmkreten horen. 23 apr. 2017 . Oeverzwaluw (Riparia riparia) De kleuren van de oeverzwaluw zou je saai kunnen noemen, dat geldt niet voor de manier waarop ie vliegt. Dat is zeker niet saai en leuk om te zien. Snel en behendig schiet ie alle kanten op om vliegende insecten te grazen te nemen. Ook vlak boven het water vliegt ie graag. Soms weet ie al vliegend een insect vanaf het wateroppervlak op te scheppen. 24 apr. 2017 . Roek (Corvus frugilegus) Tussen Breda en Tilburg, loopt de A58. Bij enkele parkeerplaatsen daar wonen roeken. Dat zijn de enige kraaiachtigen die namelijk in kolonies broeden. Ik ben er naar toe geweest met mijn telelens. Het viel me nog tegen om een roek op een nest te kunnen vast leggen omdat ze zo hoog in de bomen hun nesten hebben. Ze zijn ook best schuw wat me verraste, waarschijnlijk omdat op hen gejaagd wordt? Toch hier enkele foto's van deze nu broedende kolonievogels. Onderling onderhouden ze een uitgebreide communicatie over voedsel en sociale aangelegenheden. Het menu is bijzonder uitgebreid. Zo eten roeken vooral ongewervelde bodemdieren, maar ook aas, zaaigoed en eetbaar menselijk afval. Vooral dat eten van zaaigoed komt roeken duur te staan. In het kader van de Flora- en faunawet kunnen provincies namelijk ontheffing verlenen voor afschot. Dit gebeurt onder het mom van 'schadebestrijding'. In de praktijk worden deze ontheffingen geregeld verleend. In het verleden zijn roeken vervolgd om vermeende 'kwaaden eighenschappen'. Gedode roeken worden vaak opgehangen in een poging andere roeken af te schrikken. 25 apr. 2017 . Roek (Corvus frugilegus) Tussen Breda en Tilburg, loopt de A58. Bij enkele parkeerplaatsen daar wonen roeken. Dat zijn de enige kraaiachtigen die namelijk in kolonies broeden. Ik ben er naar toe geweest met mijn telelens. Het viel me nog tegen om een roek op een nest te kunnen vast leggen omdat ze zo hoog in de bomen hun nesten hebben. Ze zijn ook best schuw wat me verraste, waarschijnlijk omdat op hen gejaagd wordt? Toch hier enkele foto's van deze nu broedende kolonievogels. Onderling onderhouden ze een uitgebreide communicatie over voedsel en sociale aangelegenheden. Het menu is bijzonder uitgebreid. Zo eten roeken vooral ongewervelde bodemdieren, maar ook aas, zaaigoed en eetbaar menselijk afval. Vooral dat eten van zaaigoed komt roeken duur te staan. In het kader van de Flora- en faunawet kunnen provincies namelijk ontheffing verlenen voor afschot. Dit gebeurt onder het mom van 'schadebestrijding'. In de praktijk worden deze ontheffingen geregeld verleend. In het verleden zijn roeken vervolgd om vermeende 'kwaaden eighenschappen'. Gedode roeken worden vaak opgehangen in een poging andere roeken af te schrikken. 25 apr. 2017 . Roek (Corvus frugilegus) Tussen Breda en Tilburg, loopt de A58. Bij enkele parkeerplaatsen daar wonen roeken. Dat zijn de enige kraaiachtigen die namelijk in kolonies broeden. Ik ben er naar toe geweest met mijn telelens. Het viel me nog tegen om een roek op een nest te kunnen vast leggen omdat ze zo hoog in de bomen hun nesten hebben. Ze zijn ook best schuw wat me verraste, waarschijnlijk omdat op hen gejaagd wordt? Toch hier enkele foto's van deze nu broedende kolonievogels. Onderling onderhouden ze een uitgebreide communicatie over voedsel en sociale aangelegenheden. Het menu is bijzonder uitgebreid. Zo eten roeken vooral ongewervelde bodemdieren, maar ook aas, zaaigoed en eetbaar menselijk afval. Vooral dat eten van zaaigoed komt roeken duur te staan. In het kader van de Flora- en faunawet kunnen provincies namelijk ontheffing verlenen voor afschot. Dit gebeurt onder het mom van 'schadebestrijding'. In de praktijk worden deze ontheffingen geregeld verleend. In het verleden zijn roeken vervolgd om vermeende 'kwaaden eighenschappen'. Gedode roeken worden vaak opgehangen in een poging andere roeken af te schrikken. 25 apr. 2017 . Roek (Corvus frugilegus) Zo in het weiland en in het zonnetje is de roek toch mooier dan boven in een boom. Alhoewel, mooi? Met die onbevederde snavelbasis kan ik hem niet echt mooi vinden. Bij gieren heeft dat nog een hygiene voordeel maar het voordeel bij de roek zou ik niet weten? gelukkig maken de verschillende tinten blauw nog iets goed. 26 apr. 2017 . Citroenvlinder (Gonepteryx rhamni) Ze vliegen momenteel al weer rond de opvallend gele dagvlinders. Ze hebben een voorvleugellengte van 27-30 mm. Deze citroengele vlinder heeft aan de voorvleugel een puntige vleugelpunt; aan de achtervleugel bevindt zich halverwege de achterrand een duidelijk puntje. Het vrouwtje is bleekgeel of soms bijna wit. De onderkant van de vleugels is groenachtig van kleur. Deze vlinder is een algemene standvlinder die verspreid over het hele land voorkomt. 27 apr. 2017 . Broodkevertje (Stegobium paniceum) Soms kan een gemaakte foto het algemeen nut nog een beetje dienen. Zo is de foto van dit beestje, slechts 2 - 3 mm groot, opgenomen als herkenningsondersteuning in het Nederlands Soortenregister dat een overzicht geeft van de Nederlandse biodiversiteit. Zie eventueel http://www.nederlandsesoorten.nl/linnaeus_ng/app/views/species/nsr_taxon.php?id=156199&cat=CTAB_MEDIA Het volwassen insectje is roodbruin van kleur en dus slechts 2 - 3 mm lang. Het halsschild is bedekt en de kop is als een soort monnikskap. Het lijf is bedekt met fijne haartjes. De dekschilden hebben fijne lengtestrepen. De larve is actief in de vroege ontwikkelingsstadia. Boort zich dan in harde zetmeel houdende producten, zoals: deegwaren en hondenbrokken. Ze leven ca. 200 dagen bij 17°C en ca. 70 dagen bij 28°C. Onder de 15°C staat de ontwikkeling stil. Volwassen lopen ze maar een dag of 13 tot 65 rond en ze eten dan niet. Ze kunnen goed vliegen. 28 apr. 2017 . Broodkevertje (Stegobium paniceum) Soms kan een gemaakte foto het algemeen nut nog een beetje dienen. Zo is de foto van dit beestje, slechts 2 - 3 mm groot, opgenomen als herkenningsondersteuning in het Nederlands Soortenregister dat een overzicht geeft van de Nederlandse biodiversiteit. Zie eventueel http://www.nederlandsesoorten.nl/linnaeus_ng/app/views/species/nsr_taxon.php?id=156199&cat=CTAB_MEDIA Het volwassen insectje is roodbruin van kleur en dus slechts 2 - 3 mm lang. Het halsschild is bedekt en de kop is als een soort monnikskap. Het lijf is bedekt met fijne haartjes. De dekschilden hebben fijne lengtestrepen. De larve is actief in de vroege ontwikkelingsstadia. Boort zich dan in harde zetmeel houdende producten, zoals: deegwaren en hondenbrokken. Ze leven ca. 200 dagen bij 17°C en ca. 70 dagen bij 28°C. Onder de 15°C staat de ontwikkeling stil. Volwassen lopen ze maar een dag of 13 tot 65 rond en ze eten dan niet. Ze kunnen goed vliegen. 28 apr. 2017 . Slechtvalk (Falco peregrinus) Toen ik deze foto nam liep ik op het pad langs De Matjes, daar op de grens bij Nieuwmoer. De valk moet niet lang geleden een prooi gegeten hebben want op de snavel is nog wat bloed te zien. De bruine kiekendief die daar broedde, vond het bezoek maar niets en verjoeg de valk. In het onscherpe silhouet achter de slechtvalk is de bruine kiekendief nog te herkennen. 29 apr. 2017 . Gele kwikstaart (Motacilla flava) Er staat nog wat fluitekruid vooral in bermen. Dat schermbloemetje misstaat niet bij deze kwik. Gele kwikstaarten hebben een voorkeur voor open landbouwgebieden. 'Gele kwikken' wippen de staart regelmatig met felle schokkende bewegingen op en neer. Gele kwikstaarten hebben een onstuimige balts, met trillende veren fladdert het mannetje boven het vrouwtje of loopt steeds rondjes om haar heen. 2 mei 2017 . Slechtvalk (Falco peregrinus) In de buurt van Chaam ontdekte ik in een flinke boom in het avondlicht deze slechtvalk, een best forse vogel. Hoog in de boom kan de omgeving goed worden overzien. Natuurlijk had ie in de gaten dat ik mijn telelens op hem richtte. Hij was vriendelijk en stak zijn poot nog even naar me op. 4 mei 2017 . Slechtvalk (Falco peregrinus) In de buurt van Chaam ontdekte ik in een flinke boom in het avondlicht deze slechtvalk, een best forse vogel. Hoog in de boom kan de omgeving goed worden overzien. Natuurlijk had ie in de gaten dat ik mijn telelens op hem richtte. Hij was vriendelijk en stak zijn poot nog even naar me op. 4 mei 2017 . Peper-en-zoutvlinder (Biston betularia) Dit is een nachtvlinder uit de familie van de 'spanners / geometridae' met een heel leuke naam. Dat peper en zout in de naam is op twee manieren uit te leggen; of weinig zout tussen het peper, en zo een zwarte vlinder, of weinig peper tussen het zout, en zo een witte vlinder. De vlinder is zeer algemeen en komt verspreid over het land voor in bossen, struwelen, parken en tuinen, ook in stedelijke omgeving. Hij eet van diverse loofbomen, komt op licht, daarom kon ik deze vlinder bij mijn buitenlamp bij de achterdeur fotograferen. Ze vliegen rond vanaf nu tot half augustus, dus goed opletten in het donker. 5 mei 2017 . Peper-en-zoutvlinder (Biston betularia) Dit is een nachtvlinder uit de familie van de 'spanners / geometridae' met een heel leuke naam. Dat peper en zout in de naam is op twee manieren uit te leggen; of weinig zout tussen het peper, en zo een zwarte vlinder, of weinig peper tussen het zout, en zo een witte vlinder. De vlinder is zeer algemeen en komt verspreid over het land voor in bossen, struwelen, parken en tuinen, ook in stedelijke omgeving. Hij eet van diverse loofbomen, komt op licht, daarom kon ik deze vlinder bij mijn buitenlamp bij de achterdeur fotograferen. Ze vliegen rond vanaf nu tot half augustus, dus goed opletten in het donker. 5 mei 2017 . Peper-en-zoutvlinder (Biston betularia) De vlinder past precies op de voeg van de muur. Waarschijnlijk is ie niet toevallig zo gaan zitten want op deze manier is ie het minst goed te zien voor beestjes die een boterham in hem zien. 5 mei 2017 . Roodborsttapuit (Saxicola rubicola) Deze foto is gemaakt 's morgens heel vroeg, bij het eerste zonlicht. Ikzelf gebruik de foto als achtergrond op mijn pc-scherm, de foto geeft rust en veel rustige ruimte waar de programma-icoontjes prima in passen. 6 mei 2017 . Kameeltje (Notodonta ziczac) Dit is een nachtvlinder, je ziet hem niet overdag maar wel soms 's nachts bij je buitenlamp. Verschillende nachtvlinders hebben frappante namen, deze ook zou ik zeggen. Die naam is ontleent aan de vorm van de rups, met wat fantasie daarbij natuurlijk. In de rups is de vorm van een kameeltje te herkennen. De vlinder behoort tot de familie van de tandvlinders. Dat is terug te zien aan een soort tand aan de vleugelrand. 7 mei 2017 . Kameeltje (Notodonta ziczac) Dit is een nachtvlinder, je ziet hem niet overdag maar wel soms 's nachts bij je buitenlamp. Verschillende nachtvlinders hebben frappante namen, deze ook zou ik zeggen. Die naam is ontleent aan de vorm van de rups, met wat fantasie daarbij natuurlijk. In de rups is de vorm van een kameeltje te herkennen. De vlinder behoort tot de familie van de tandvlinders. Dat is terug te zien aan een soort tand aan de vleugelrand. 7 mei 2017 . Zwartkop (Sylvia atricapilla) Een van de meest aanwezige echte zangvogels bij ons is deze zwartkop, het vrouwtje heeft overigens een bruin petje i.p.v. een zwart zoals bij deze meneer. Hij komt veel voor in tuinen, parken en bossen. Ca. 300.000 nestjes van hun kunnen we in Nederland vinden wordt geschat. Je kunt hem rond deze tijd haast niet missen op je wandeling want hij zingt veel. Goed vrij op de foto zetten valt nog niet mee want ze zijn best beweeglijk en zitten vaak in de struiken omgeven door takjes. 8 mei 2017 . Witte tijger (Spilosoma lubricipeda) Deze nachtvlinder kreeg niet lang terug een nieuwe familienaam. Voor 2011 werd dit een 'Beervlinder' genoemd, maar nu moeten we hem een 'Spinneruil' noemen. Maar dat zal alleen de echte vlinderliefhebber interesseren. Belangrijk is te weten dat ie rond vliegt van begin mei tot eind juli. Dat in één generatie; soms een partiële tweede generatie in september-oktober. Dat betekent dus dat er per jaar in de regel maar eenmaal kindjes geboren worden, soms is dat tweemaal. Mooi die gele banden op het achterlijf nietwaar. 9 mei 20177 . Tjiftjaf (Phylloscopus collybita) Dit heel algemeen voorkomend zangvogeltje doet niet moeilijk. Ze voelen zich bijna in elk bos en park thuis, je kunt za daar niet missen. Om het ons gemakkelijk te maken roepen ze ook de hele dag door hun eigen naam. Wel handig natuurlijk en iedereen kent hem daardoor. Hier tussen het frisse groen geel oogt het zangertje geler dan dat ie in werkelijkheid is. Ze lijken erg op de fitis maar hebben een kortere oogstreep en donkerdere pootjes. 10 mei 2017 . Veldleeuwerik (Alauda arvensis) Wat is het triest dat we deze leuke zanger nog slechts sporadisch hier in de omgeving horen. Dankzij dat industriele raaigras, die te efficiente veeboeren, is het bijna gedaan met zijn liedje hoog in de lucht. Sinds 1960 namen de aantallen met 95% af. Daarmee is deze soort een van de grootste slachtoffers van de intensieve landbouw. Gelukkig kan ik van mijn jeugdjaren nog steeds dat liedje goed herinneren. Deze foto is gemaakt in een natuurgebiedje in de buurt van Bergen op Zoom. Een beetje fluitenkruid in de achtergrond kleedt de foto nog wat aan. 11 mei 2017 . Meeldauwlieveheersbeestje (Halyzia sedecimguttata) Er bestaan heel veel kevers want is de kever niet het meest succesvolle insect ter wereld? Iedereen kent het gewone lieveheersbeestje maar ken je ook deze onranje uitvoering met witte stippen? Ik vond deze Coccinellidae 's nachts op de muur bij de buitenlamp toen ik daar naar nachtvlinders zocht die op het licht van de lamp waren afgekomen. Kennelijk komen ook een aantal kevers op licht af. Dit lieveheersbeestje eet geen bladluizen maar een plantenschimmel genaamd meeldauw. Zowel de larve als de imago eten schimmels, maar omdat het volwassen lieveheersbeestje kan vliegen draagt de soort ook bij aan de verspreiding van de meeldauw. Het lieveheersbeestje leeft voornamelijk in bosrijke gebieden met loofbomen en komt voor in grote delen van Europa waaronder Nederland en België, maar is niet overal algemeen. 12 mei 2017 . Morinelplevier (Charadrius morinellus) Midden mei, in de voorjaarstrek, heb je de meeste maar nog steeds een kleine kans om deze zeldzame gast tegen te komen. Dankzij een melding op Waarneming.nl kon ik deze vogel in Zeeland vinden. Op een pas geploegde akker, een plaats waar ze vaak zijn om kevers, vliegen en zaden te zoeken. Dit is een juveniel. Volwassen vrouwtjes in broedkleed zijn het mooist. Dit pleviertje, ca. 21 cm lang, broedt vooral op toendra in het noorden van Eurazië, van noordelijk Europa tot noordoostelijk Siberië en noordwestelijk Alaska. Soms komen hier vogels op bezoek die broeden op plaatsen waar zo goed als geen mensen, geen vijanden zijn. Het pleviertje kan daarom soms extreem weinig schuw zijn. Dan kun je ze tot op een meter voor de lens krijgen. Dat was hier niet het geval, ik kon tot een meter of vijftien komen eer er onrust ontstond. Zaak is het dan niet dichter te gaan, het is immers een erezaak de gasten niet echt te verstoren. 13 mei 2017 . Morinelplevier (Charadrius morinellus) Eerder toonde ik een onvolwassen vogel. Nu een mooier volwassen vrouwtje, al in broedkleed. Het gedrag van het vrouwtje is bij deze vogelsoort bijzonder omdat het vrouwtje het mannetje lokt met een opvallende balts. Het mannetje vind dat prima en neemt de meeste broedzorg op zich. In Nederland is de Morinelplevier eventjes, in de jaren zestig, broedvogel geweest in heel klein aantal. Dat was in de provincie Flevoland, toen het nog een verse polder was. Het overwinteren vind plaats in een strook, die ongeveer loopt van Marokko tot Iran. Ze vliegen dus niet ver de Middelandse Zee over. 14 mei 2017 . Bonte brandnetelmot (Anania hortulata) Dit mooie vlindertje wordt ook wel enkel brandnetelmot genoemd maar beter is de toevoeging 'bonte' er bij te zetten want er bestaat ook een ander brandnetelmotje. Te weten de Anthophila fabriciana, die kleiner en minder mooi is. Deze bonte brandnetelmot is een heel algemene micronachtvlinder, die in het hele land voorkomt. Opzoeken in een vlindergids valt soms tegen omdat bij de verkeerde families wordt gezocht. Men heeft nogal eens niet in de gaten dat hij tot de grasmotten behoort. De rupsen leven vooral op brandnetel, maar ook wel op allerlei andere kruiden. Het is een echte zomervlinder, die vliegt van eind mei tot ver in augustus. In de winter is de soort rups. De afmeting van de vlinder in spanwijdte bedraagt 11-18 mm. 15 mei 2017 . Paarse strandloper (Calidris maritima) Deze Charadriiformes ofwel steltloperachtige, is een leuke vogel die familie is van onder andere alken, zeekoeten, meeuwen, sterns, kluten, jagers, plevieren en kieviten. Wetenschappelijk benoemen ze dat als volgt: Rijk Animalia, Fylum Chordata, Klasse Aves, Orde Charadriiformes, Familie Scolopacidae, Geslacht Calidris. Heel kenmerkend zijn de gele poten en het donkere, in de winter paarsbruine kleed. Je kunt de vogel alleen bij zout water vinden en dan ook nog eens alleen op basaltblokken langs dijken, pieren en strekdammen, dus niet op het strand zelf. Vaak zijn ze best tam en goed te benaderen. Deze foto heb ik gemaakt aan de Noordzee bij Westkapelle. De vogels broeden in rotsachtige gebieden langs de kusten van Scandinavië. Overwinteren doet de vogel onder andere langs de kusten van de Noordzee en de Atlantische Oceaan. Je kunt het hele jaar met uitzondering van juni en juli er eentje aan de kust tegenkomen. 17 mei 2017 . Bonte zakspin (Clubiona comta) Dit kleine spinnetje, slechts ca. 5 mm groot, vond ik tussen de rottende bladeren in de tuin. Het is een zakspin en die familie is nachtactief. Ze jagen vrij, zonder web of zo iets. Overdag kruipen ze weg in een zelf gesponnen zakje. De comta heeft een leuk donkerrood patroon op het achterlijf. Verder een standaard spin, in die zin dat er acht poten zijn en acht ogen zijn. Die ogen staan in twee rijen en zijn ongeveer even groot. Lokaal kunnen ze best veel voorkomen in naaldbossen, zandgronden, tuinen. 18 mei 2017 . Bonte zakspin (Clubiona comta) Net als de vorige foto van dit spinnetje is de foto gemaakt met mijn Canon MP-E65 macrolens. Daarmee kun je tot vijfmaal het object vergroot op de sensor krijgen. Dat is hier het geval en dan kun je bijvoorbeeld op de oogbollen goed de ooglenzen zien. Net of die er later ingelegd zijn. 19 mei 2017 . Wulp (Numenius arquata) Toen ik in februari met mijn mobiele schuilhut een vogeltocht door Walcheren maakte, zag ik bij het voorbij rijden deze wulp langs de weg zitten, maar een metertje van de weg af. Iets verder gekeerd en voorzichtig terug gereden. De wulp bleef gewoon zitten, genietend van het schaarse warme zonlicht denk ik. Ik kon tot op vijf meter komen, hij vertrouwde de auto volkomen. Dichter bij kan ik mijn 500 mm lens niet scherp stellen. De wulp is een grote strandloper, wel tot 57 cm groot. Zijn lied is een prachtig luid geluid. 20 mei 2017 . Wulp (Numenius arquata) Als je dan eens echt dichtbij een wulp mag komen is het wel leuk om die eens diep in de ogen te kijken. Met mijn 500 mm zijn dan haast alle veertjes te zien. 21 mei 2017 . Boomvalk (Falco subbuteo) In de Chaamse bossen zijn een hele tijd terug oude weilanden omgevormd tot een ven, het Ossegoor. Ik hoorde zeggen dat dat ven zurig is waardoor er geen vis in zit. Daarom gedijen de libellelarven er erg goed en dat hebben de boomvalken in de gaten. Je kunt ze daar bij dat ven dan ook vaak zien, jagend hoog boven het ven en af en toe zelfs laag over het water. Door de langere, sikkelvormige vleugels en de manier van vliegen doet de boomvalk denken aan een grote gierzwaluw. De boomvalk vliegt snel, maar is toch erg wendbaar, zodat de vogel goed in staat is om grote insecten en kleine vogels in de vlucht te vangen. De gevangen insecten zoals libellen en sprinkhanen worden meestal in de vlucht opgegeten. Dat is regelmatig ook goed waar te nemen en is erg leuk om te zien. Op deze foto heeft de valk nog een libellevleugel aan de snavel hangen. Boomvalken broeden bij voorkeur hoog in een boom, in oude nesten van bijvoorbeeld kraaien of duiven. De vogels beginnen pas laat met broeden. In de winter verlaat de boomvalk Europa om te overwinteren in Afrika. 22 mei 2017 . Tuinfluiter (Sylvia borin) Van zijn uiterlijk kun je zeggen, een heel saai vogeltje, nauwelijks kenmerken te onderscheiden, bruinig grijs, onderkant lichter, grijze poten. Daar komt nog bij dat je hem niet gemakkelijk te zien krijgt. Het zijn meesters in verstoppertje spelen in dichte struiken. Een goede foto maken is dan ook nog niet zo makkelijk. Maar, zijn enthousiaste gezellige zang maakt alles goed. Je krijgt er een goed humeur van en, ze gaan aan een stuk door met brabbelen, in en uit ademen maakt niet uit, het brabbelen klinkt vrolijk door. 23 mei 2017 . Veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje (Harmonia axyridis) Toen ik dit beestje in de tuin vond had ik geen idee welk diertje dit was. Ook middels deze foto kwam ik daar niet een twee achter. Ondertussen weet ik het wel. Herkennen jullie dit diertje? 24 mei 2017 . Veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje (Harmonia axyridis) Op de vorige foto was de larve van dit kevertje te zien. Deze lieveheersbeestjes worden ook ingezet als biologische insectenbestrijders, ze lusten namelijk heel graag bladluis. 25 mei 2017 . Nijlgans (Alopochen aegyptiaca) Niet iedereen is blij met deze gans in onze natuur. Deze nijlgans kwam immers oorspronkelijk alleen voor in Jordanië, Israël en enkele delen van Afrika ten zuiden van de Sahara. In de 18e eeuw is de vogel in Europa ingevoerd als siervogel, waarna ontsnapte vogels al snel ook in het wild zijn gaan broeden. Vooral de laatste jaren is ie sterk in aantal toegenomen. Er broeden nu jaarlijks meer dan 5.000 broedparen in Nederland. De vogels trekken in de winter gedeeltelijk weg, maar zijn al vroeg weer terug om reeds januari te beginnen met broeden. Zo heel vroeg in de ochtend op een ven aan de rand van het bos oogt het nog niet zo verkeerd. 26 mei 2017 . Muskuseend (Cairina moschata) Een andere naam voor deze bijzondere eend is Barbarieeend. Ik kwam deze eend in maart tegen in De Krochten, hier in Zundert. Net als de Nijlgans is dit een vogel die eigenlijk niet in ons land thuis hoort. Het is een eendensoort die oorspronkelijk uit Midden- en Zuid-Amerika komt, uit een gebied dat zich uitstrekt van Mexico tot Peru. Al in Zuid-Amerika werd de wilde muskuseend gedomesticeerd en bij huis gefokt voor het vlees. In de 16e eeuw werden muskuseenden naar Europa gebracht door Spaanse ontdekkingsreizigers. Ik weet niet of natuurbeheerders blij zijn met de eend, zou deze nog leven, of is ie afgeschoten. Lekker laten leven zou ik zeggen. Een gedomesticeerde muskuseend legt zo'n 200 eieren in haar leven. Door hun sterke broedlust worden muskuseenden ook gebruikt om de eieren van ander pluimvee zoals ganzen uit te broeden. Ze kunnen behoorlijk tam zijn en zijn makkelijk te houden. Ze zijn zeer vruchtbaar, kunnen wel 30 eieren per nest leggen, maar de jongen zijn redelijk klein en van het grote aantal worden er maar een stuk of vijf volwassen. 27 mei 2017 . Dodaars (Tachybaptus ruficollis) Misschien is het in de stad anders maar hier in de vrije natuur is de dodaars schuw. Ik betrap hier ons kleinste fuutje dan ook omdat ik verscholen onder een camouflagedoek zat bij een ven op De Oude Buisse Heide. En, heeft ie hier niet een huisje van een kokerjuffer in zijn snavel? Kokerjuffers vormen het larvenstadium van schietmotten. Een Schietmot is niet een soort nachtvlinder, al lijkt het daar veel op. Het bijzondere van de Schietmot is de levenscyclus. Het vrouwtje zoekt de waterkant op en zet haar eitjes af op het wateroppervlak. Het eitje zakt naar beneden. Daar komt een larve uit een eitje. Afhankelijk van de soort spint de larve een cocon, of vormt een kokertje uit bouwmateriaal uit de omgeving. Dat kunnen slakkenhuisjes zijn, van dode of levende slakjes. Het kunnen ook plantenresten zijn die daarvoor gebruikt worden. Na verloop van tijd verpopt de larve in de cocon of koker. De pop klimt uit de cocon of koker, en stijgt naar het wateroppervlak. Op het wateroppervlak sluipt het imago uit de pop, en vliegt naar de oever. Maar dodaars zijn op zoek naar deze larven, dus of deze larve het luchtruim gehaald heeft is bepaald niet zeker. 28 mei 2017 . Piramidevlinder (Amphipyra pyramidea) Deze rups vond ik in eigen tuin. Dat is best bijzonder want ik vind niet veel rupsen hier thuis. Bovendien is ie moeilijk te vinden met die groene kleur. Piramidevlinder is een al lang bestaande naam die gerelateerd is aan de vorm van de rups. Want de piramide is te vinden achterop het lijf van de rups, daar zit zo de kenmerkende puntvormige uitbouw. 29 mei 2017 . Piramidevlinder (Amphipyra pyramidea) Niet ver van het blad waarop ik de rups van de piramidevlinder vond, vond ik een blad met iets er op. Na goed kijken was het duidelijk, dit was de huid van deze rups na een vervelling. De rups had daar dus zijn te klein geworden jas uitgedaan. Frappant eigenlijk, die rups is zo geavanceerd dat ie zich kan ombouwen tot vlinder, maar een huid die lekker mee groeit, die kan ie niet maken. Een aantal malen vervellen is het gevolg. Eigenlijk niet echt handig want bij het vervellen zijn ze eventjes extra kwetsbaar. In het vel zijn de ademopeningen nog goed te zien, ook zijn denk ik de spindraden zichtbaar waarmee de rups zich eventjes vastzet om tijdens het vervellen niet van het blad te vallen. 30 mei 2017 . Piramidevlinder (Amphipyra pyramidea) Niet alleen de rups zijn we in onze tuin tegen gekomen. Ook de vlinder zelf vond ik een keer terug bij de buitenlamp. Dat was overigens in augustus, toen is deze foto gemaakt. De rups is gefotografeerd begin juni. De vliegtijd van de vlinder is van half juli-eind oktober in één generatie. Ze worden geregeld op licht aangetroffen en bezoeken bloemen van de vlinderstruik. Overdag verbergen ze zich in holle bomen, achter schors, in nestkasten of in gebouwen, vaak met meerdere exemplaren bij elkaar. 31 mei 2017 . Groenling (Chloris chloris) Waar voedsel is zijn dieren, wordt vaak gesteld. In onze tuin geld dat want we zien de groenvink regelmatig eten van onze krent. Opvallend vind ik dat de vink niet de rijpe krentjes eet maar juist de nog malse groene. Een erg dankbare en makkelijke struik is die krent overigens. Ik schrijf groenvink maar dat is fout. Hij behoort wel degelijk tot de familie van de vinken, de Fringillidae, maar we moeten hem groen"ling" noemen. 1 jun. 2017 . Groenling (Chloris chloris) Dit is het vrouwtje, gisteren het mannetje, die is veel meer gekleurd, meer echt geel dan groen. De specifieke gele veertjes in vleugel en staart zijn nog wel te zien bij haar. Groenlingen broeden relatief talrijk in groene wijken van dorpen en steden, plaatselijk ook in kleinschalig boerenland en jonge aanplant. Ze mijden zeer open gebieden en aaneengesloten bos. De landelijke aantallen vertonen op de lange termijn een toename, die minstens voor een deel op het conto van verstedelijking komt. De soort broedt inmiddels in vrijwel het hele land. Zou best wel eens kunnen want we denken dat ie ook bij ons in de tuin broed momenteel? 2 jun. 2017 . Groenling (Chloris chloris) Nog een keer de groenling maar is deze nu groen of geel, een geelling zou ik zeggen. Ik lees; In de winter bevinden zich nog bruine randjes aan de veren, zodat het groene verenkleed 's winters minder opvallend is. Gedurende de winter slijten de randjes van de veren, zodat in het voorjaar het zomerkleed weer zichtbaar wordt. Mooi zonlicht maken de kleuren bovendien extra fris. De groenling is behalve aan de kleur ook goed te herkennen aan de typerende zang, die regelmatig in een zangvlucht voorgedragen wordt. Door de groengele vleugelranden en de gele staartzijden is de vogel ook in de vlucht goed te herkennen. In de winter trekt een deel van de populatie weg, maar tegelijk overwinteren vogels uit het noorden in Nederland, zodat het aantal vogels min of meer constant blijft. 3 jun. 2017 . Noordse kwikstaart (Motacilla thunbergi) Misschien lijkt de groenling geel, deze Noordse kwikstaart is echt knalgeel. Ik was blij met de waarneming van een grote groep in een weiland tussen de schapen. Kwikstaarten zijn in de wei, liefst tussen dieren, op zoek naar insecten, zoals hier te zien bijvoorbeeld langpootmuggen. De meeste Noordse Kwikstaarten worden gezien tussen eind april en eind mei, in jaarlijks sterk wisselende aantallen. De doortrek piekt doorgaans halverwege mei, ik zag deze in een groep vogels op 10 mei. In mei passeren soms bij gunstige omstandigheden (oostenwinden) soms honderden (als zodanig herkenbare) Noordse Kwikstaarten bij trektelposten als Breskens en de Eemshaven. Pleisterende vogels, soms vele tientallen, zijn in het hele land waarneembaar met enige voorkeur voor rivierdalen, ik zag de groep in de Biesbosch. Het beeld van de najaarstrek is onduidelijk door determinatieproblemen (winterkleed). Waarschijnlijk passeren de meeste vogels dan in september. 4 jun. 2017 . Noordse kwikstaart (Motacilla thunbergi) Nog een keer deze mooie doortrekker. Een volwassen mannetje laat goed zien hoe slank deze vogel gebouwd is. Ook kun je in dit prachtkleed bij meneer grijze tinten zien in het zwarte kapje op de kop. De onvolwassen vogel en het vrouwtje hebben niet dat diep zwarte op de kop, ze zijn ook veel minder intens geel. 5 jun. 2017 . Noordse kwikstaart (Motacilla thunbergi) Nog een keer deze mooie doortrekker. Een volwassen mannetje laat goed zien hoe slank deze vogel gebouwd is. Ook kun je in dit prachtkleed bij meneer grijze tinten zien in het zwarte kapje op de kop. De onvolwassen vogel en het vrouwtje hebben niet dat diep zwarte op de kop, ze zijn ook veel minder intens geel. 5 jun. 2017 . Gevlekte zomervlinder (Comibaena bajularia) Ik fotografeerde deze vlinder in de nacht van 2 op 3 juni. Ze vliegen een maand of twee rond met een piek in juni. Door de wit met bruine vlekken op de groene vleugels valt de vlinder niet op tussen boomblaadjes, die vertonen namelijk ook best vaak foutjes aan de randen. Hier zit de vlinder echter op onze zinken daktrim, daarop komen de grote antennes van dit mannetje goed uit. De soort komt op de zandgronden in het binnenland best vaak voor. Hier in Klein Zundert ligt zowat de grens van zijn verspreiding, omdat meer naar het westen de klei gaat toe nemen. 6 jun. 2017 . Oranje iepentakvlinder (Angerona prunaria) Drie jaar achtereen zocht ik naar nachtvlinders in onze tuin bij onze buitenlamp. Dat heeft geloond. Ik vond er een heleboel. Ook dit mooi oranje mannetje. Het is een spanner, een geometridae. De voorvleugellengte is 20 tot 30 mm. Het mannetje van deze opvallende spanner is meestal helemaal oranje gekleurd met een variabel patroon van bruine vlekjes die soms gebogen lijntjes vormen; midden op de voor- en achtervleugel bevindt zich gewoonlijk een bruin streepje of maanvormige vlekje. De soort is echter zeer variabel; het mannetje heeft vaak een bruine band op de voorvleugel en soms een volledig bruine achtervleugel. De franje, de achterrand van de vleugel, is geblokt, behalve bij extreem donkerbruine exemplaren. De vliegtijd is van half mei tot eind juli in één generatie. Deze fotografeerde ik, steeds in het donker met flitser, op zeven juni, een vers onversleten exemplaar dus. 7 jun. 2017 . Oranje iepentakvlinder (Angerona prunaria) Gisteren toonde ik het mannetje van deze soort, nu het vrouwtje. Zoals vaker bij nachtvlinders is het vrouwtje minder mooi dan het mannetje, hier is dat ook het geval, mevrouw is veel minder intens gekleurd. Bovendien heeft mevrouw geen geveerde antennes. Geen probleem is dat want vrouwtjes hoeven de mannetjes niet op te zoeken. De mannetjes zoeken immers de vrouwtjes steeds op en hebben daarom beter uitgevoerde reukhulpmiddelen. 8 jun. 2017 . Middelste Bonte Specht (Dendrocoptes medius) Een kennis van me wees me op een broedgeval van deze specht in de Pannenhoef, waarvoor mijn dank. Ik ben een paar keer naar de bewuste plek geweest en kon verschillende foto's maken. Ondertussen zijn de jongen succesvol uitgevlogen en kan ik wel foto's tonen. Hier is een oudervogel volop voer aan het verzamelen om de hongerige jongen tevreden te stellen. Ik lees: De Middelste Bonte Specht is bezig met een opmars in Nederland. De soort duikt op steeds meer plekken op als broedvogel. De soort was in Nederland een tijdlang uitgestorven als broedvogel, maar vanaf 1997 broedt de Middelste Bonte Specht weer binnen onze landsgrenzen. Vanuit Limburg breidt de soort zich inmiddels uit. Klopt allemaal want in 2014 zag ik de soort voor het eerst in de Vloeiweiden, dit jaar in het Liesbos en dus ook in de Pannenhoef. 9 jun. 2017 . Middelste Bonte Specht (Dendrocoptes medius) Het is goed gekomen met het broedgeval van deze nieuwe soort in de Pannenhoef. De jongen zijn ondertussen uitgevlogen en daarom kan er nu wel een foto van worden getoond dacht ik. 10 jun. 2017 . Middelste Bonte Specht (Dendrocoptes medius) Op de vorige foto op mijn tijdlijn is te zien hoe relatief klein het gaatje in de boom is waar doorheen deze specht steeds moest kruipen. Moet al een hele toer zijn bij het uithakken van het hol, maar later ook bij het voeren van de kindertjes. Hoe kleiner hoe beter omdat er dan minder rovers in kunnen. Maar voor de veren van de specht is het niet zo vriendelijk. Hier is dan ook te zien dat ze er op de duur niet al te netjes meer uit zien gedurende het broedseizoen. 12 jun. 2017 . Herculesje (Selenia dentaria) Als je een rups in deze houding ziet kun je weten dat ie behoort tot de familie van de 'spanners'. Immers, de rupsen van die nachtvlinders verplaatsing zich door steeds de rug te spannen en de achterpoten zo naar de voorpoten te trekken. Dat gaat hen goed af, ze lopen best snel en zijn succesvol, een van de grootste nachtvlinderfamilies die we hier hebben. Er worden tweemaal per jaar rupsjes geboren, in mei-juni en in augustus-september. 13 jun. 2017 . Herculesje (Selenia dentaria) De rups die op mijn vorige foto te zien is verpopt zich tot deze nachtvlinder. Het Herculesje is een bijzonder geval, echt een uitzondering. Want zoals je kunt zien heeft ie zijn vleugels geheel gesloten recht op staan, net zoals dagvlinders doen. Nachtvlinders doen dat normaliter niet, die houden de vleugels opgevouwen tegen het lijf of geheel vlak open gespreid. 15 jun. 2017 . Zwarte specht (Dryocopus martius) Gelukkig is het goed gekomen met dit broedgeval. Mede omdat de specht zo slim is om best hoog in de beuk te gaan wonen. In Nederland komen ca. 2000 paartjes voor dacht ik. En je vind je niet snel in de kustprovincies, je moet dus niet op de klei zijn voor deze prachtige vogels. 17 jun. 2017 . Zwarte specht (Dryocopus martius) Minstens 3 jongen kunnen we waarnemen. Het kunnen er nog meer zijn? Is 4 de norm onder goede omstandigheden? 18 jun. 2017 . Pauwoogpijlstaart (Smerinthus ocellata) Veel nachtvlinders zijn nauwelijks de moeite van het aankijken waard. Veel andere juist weer wel. Daartoe behoort deze pijlstaart. Zeker als hij ter verdediging zijn vleugels spreid. De twee helle mooie ogen moeten rovers verwarren en afschrikken. Wonderbaarlijk dat elk schubje in de vleugel weet welke kleur ie moet worden, maar ja, de natuur is wonderbaarlijk. Toch? De vlinder heeft een voorvleugellengte van 36-44 mm, best groot dus. Rond deze tijd vliegt ie rond en kun je hem tegen komen. 19 jun. 2017 . Pauwoogpijlstaart (Smerinthus ocellata) Zo van opzij, hangend tegen de muur bij de buitenlamp, zie je goed hoe fors deze pijlstaart is. Bijna een steendikte lang. 20 jun. 2017 . Paapje (Saxicola rubetra) Als je van Brabant Zeeland binnen rijdt, ligt daar onder het Markiezaatsmeer de Hogerwaardpolder. Daar hebben ze enkele jaren terug een beetje nieuwe natuur aangelegd. Op die plek heb ik in het voorjaar meermaals het leuke paapje in de trek waargenomen. Meerdere leuke vogelsoorten waren daar steeds te spotten. 21 jun. 2017 . Paapje (Saxicola rubetra) Een ontmoeting met een paapje wordt extra leuk als binnen schoots afstand van de camera de veren opwaaien en weer worden geïnspecteerd. 22 jun. 2017 . Paapje (Saxicola rubetra) Een ontmoeting met een paapje wordt extra leuk als binnen schoots afstand van de camera de veren opwaaien en weer worden geïnspecteerd. 22 jun. 2017 . Paapje (Saxicola rubetra) Een ontmoeting met een paapje wordt extra leuk als binnen schoots afstand van de camera de veren opwaaien en weer worden geïnspecteerd. 22 jun. 2017 . Eikenprocessierups (Thaumetopoea processionea) De naam eikenprocessierups kent iedereen denk ik. De rups was in het nieuws afgelopen dagen. In de krant las ik: De eikenprocessierups vaart wel bij het warme, droge weer van de laatste tijd. Er zijn niet alleen meer rupsen, maar vanwege de hitte verplaatsen ze zich ook nog eens naar lagere delen van de boom. Daardoor neemt de kans toe dat mensen en dieren, zoals honden en paarden, in contact komen met de brandharen van de rups, meldt het Kenniscentrum Eikenprocessierups woensdag in Nature Today. Velen zullen de rups wel eens gezien hebben en wellicht wat last gehad hebben van die irritante haartjes op de rups. Een foto van de rups heb ik niet maar wel van de vlinder. Deze op zich niet zo mooie tandvlinder kwam bij ons een keer op het licht af van de buitenlamp. Daar op de muur kon ik hem vastleggen. Een erg dikke mantel hebben ze aan. 24 jun. 2017 . Eikenprocessierups (Thaumetopoea processionea) De naam eikenprocessierups kent iedereen denk ik. De rups was in het nieuws afgelopen dagen. In de krant las ik: De eikenprocessierups vaart wel bij het warme, droge weer van de laatste tijd. Er zijn niet alleen meer rupsen, maar vanwege de hitte verplaatsen ze zich ook nog eens naar lagere delen van de boom. Daardoor neemt de kans toe dat mensen en dieren, zoals honden en paarden, in contact komen met de brandharen van de rups, meldt het Kenniscentrum Eikenprocessierups woensdag in Nature Today. Velen zullen de rups wel eens gezien hebben en wellicht wat last gehad hebben van die irritante haartjes op de rups. Een foto van de rups heb ik niet maar wel van de vlinder. Deze op zich niet zo mooie tandvlinder kwam bij ons een keer op het licht af van de buitenlamp. Daar op de muur kon ik hem vastleggen. Een erg dikke mantel hebben ze aan. 24 jun. 2017 . Boomkruiper (Certhia brachydactyla) Zo als hier op de grond zie je dit leuke klauteraartje niet vaak. Hun voedsel bestaat immers uit insecten die met de gekromde snavel uit de spleten in boomschors gehaald worden. Tijdens dat zoeken naar voedsel kruipt de boomkruiper in een spiraal van onder naar boven langs boomstammen; behalve als ie je ziet staan met je camera, dan blijft ie vervelend genoeg vaak alleen aan de andere kant van de boom zoeken. De staart bestaat uit stijve pennen en wordt als ondersteuning tijdens het klimmen gebruikt. 25 jun. 2017 . Buxusmot (Cydalima perspectalis) Dit is een nachtvlinder uit de familie van de grasmotten (Crambidae) die eigenlijk niet in ons land hoort en dan ook zeer ongewenst is omdat het een plaag in onze tuinen kan worden. Hij komt af op licht, zoals hier bij onze buitenlamp. De vleugels van de mot hebben een semi transparante witte kleur. De mot heeft een spanwijdte van ongeveer 4 cm. De rupsen worden ongeveer 4 cm groot en zijn fel groen met een zwarte kop en zwarte en lichte lengtestrepen. De pop is aanvankelijk fel groen met donkere strepen en vlekken; hij verkleurt later naar crèmekleurig met bruin. Tussen mei en september kunnen twee tot drie generaties elkaar opvolgen. Volwassen motten kunnen zich jaarlijks 5 à 10 kilometer ver verspreiden. 27 jun. 2017 . Buxusmot (Cydalima perspectalis) De tuinplantenindustrie is bang van deze ongenode gast in ons land. Ze willen zijn ontwikkeling kennen. In dat kader vroeg een land- en tuinbouwconsulent mij of ik in onze tuin wilde monitoren. Ik kreeg daartoe een mottenval met daarin een klein polyethyleen tubje met daarin een klein druppeltje van het feromoon dat de vrouwtjes van deze mot aanmaakt en verspreid om mannetjes te lokken. Ik kon geen druppeltje zien in het tubje, moest het dekseltje er op laten zitten, de feromoon molekulen zijn immers zo klein dat ze gewoon diffunderen door het polyethyleen heen. En de molekulen zijn heel krachtig, een of enkele op de antennen van meneer is genoeg om dat spoor te gaan volgen. In de val botsen de motten tegen een trechter, ze vallen naar beneden in wat water met wat afwasmiddel waardoor ze er niet meer uit kunnen. In 2015 vond ik 1 mot, in 2016 geen, dit jaar tot nu al 1. De consulent woont in Rijswijk, net in Brabant, net onder Gorinchem, die heeft er dit jaar al meer dan 20 gevangen. 28 jun. 2017 . Buxusmot (Cydalima perspectalis) De tuinplantenindustrie is bang van deze ongenode gast in ons land. Ze willen zijn ontwikkeling kennen. In dat kader vroeg een land- en tuinbouwconsulent mij of ik in onze tuin wilde monitoren. Ik kreeg daartoe een mottenval met daarin een klein polyethyleen tubje met daarin een klein druppeltje van het feromoon dat de vrouwtjes van deze mot aanmaakt en verspreid om mannetjes te lokken. Ik kon geen druppeltje zien in het tubje, moest het dekseltje er op laten zitten, de feromoon molekulen zijn immers zo klein dat ze gewoon diffunderen door het polyethyleen heen. En de molekulen zijn heel krachtig, een of enkele op de antennen van meneer is genoeg om dat spoor te gaan volgen. In de val botsen de motten tegen een trechter, ze vallen naar beneden in wat water met wat afwasmiddel waardoor ze er niet meer uit kunnen. In 2015 vond ik 1 mot, in 2016 geen, dit jaar tot nu al 1. De consulent woont in Rijswijk, net in Brabant, net onder Gorinchem, die heeft er dit jaar al meer dan 20 gevangen. 28 jun. 2017 . Buxusmot (Cydalima perspectalis) De tuinplantenindustrie is bang van deze ongenode gast in ons land. Ze willen zijn ontwikkeling kennen. In dat kader vroeg een land- en tuinbouwconsulent mij of ik in onze tuin wilde monitoren. Ik kreeg daartoe een mottenval met daarin een klein polyethyleen tubje met daarin een klein druppeltje van het feromoon dat de vrouwtjes van deze mot aanmaakt en verspreid om mannetjes te lokken. Ik kon geen druppeltje zien in het tubje, moest het dekseltje er op laten zitten, de feromoon molekulen zijn immers zo klein dat ze gewoon diffunderen door het polyethyleen heen. En de molekulen zijn heel krachtig, een of enkele op de antennen van meneer is genoeg om dat spoor te gaan volgen. In de val botsen de motten tegen een trechter, ze vallen naar beneden in wat water met wat afwasmiddel waardoor ze er niet meer uit kunnen. In 2015 vond ik 1 mot, in 2016 geen, dit jaar tot nu al 1. De consulent woont in Rijswijk, net in Brabant, net onder Gorinchem, die heeft er dit jaar al meer dan 20 gevangen. 28 jun. 2017 . Buxusmot (Cydalima perspectalis) De tuinplantenindustrie is bang van deze ongenode gast in ons land. Ze willen zijn ontwikkeling kennen. In dat kader vroeg een land- en tuinbouwconsulent mij of ik in onze tuin wilde monitoren. Ik kreeg daartoe een mottenval met daarin een klein polyethyleen tubje met daarin een klein druppeltje van het feromoon dat de vrouwtjes van deze mot aanmaakt en verspreid om mannetjes te lokken. Ik kon geen druppeltje zien in het tubje, moest het dekseltje er op laten zitten, de feromoon molekulen zijn immers zo klein dat ze gewoon diffunderen door het polyethyleen heen. En de molekulen zijn heel krachtig, een of enkele op de antennen van meneer is genoeg om dat spoor te gaan volgen. In de val botsen de motten tegen een trechter, ze vallen naar beneden in wat water met wat afwasmiddel waardoor ze er niet meer uit kunnen. In 2015 vond ik 1 mot, in 2016 geen, dit jaar tot nu al 1. De consulent woont in Rijswijk, net in Brabant, net onder Gorinchem, die heeft er dit jaar al meer dan 20 gevangen. 28 jun. 2017 . Boerenzwaluw (Hirundo rustica) De engelse naam is Barn Swallow. Maar helaas zijn er steeds minder barns waar deze prachtige sierlijke en ook nog eens nuttige vogel naar binnen kan. En als ie al naar binnen kan wordt ie daar steeds minder geaccepteerd, want de spullen worden daardoor wellicht wat vuiler. Het gaat zo niet goed met deze zwaluw. Maar stel je eens een zomer voor zonder deze sierlijke vogel. Kortom, we moeten hem koesteren. 29 jun. 2017 . Koperuil (Diachrysia chrysitis) De naam 'Koperuil' is een al lang bestaande naam die al gebruikt werd begin vorige eeuw. De metaalkleur op de vleugels is volgens de Latijnse naam van goud en volgens de Nederlandse naam van koper. Die metaalkleur, metaalglans, kun je echt goed zien en maakt de vlinder extra mooi om te zien. Van mei tot oktober vliegt deze nachtvlinder rond, in twee, soms drie generaties. De vlinder is actief in de schemering en bezoeken bloemen van onder andere vlinderstruik en kamperfoelie; later in de nacht vliegen ze opnieuw en komen ze op licht. 30 jun. 2017 . Koperuil (Diachrysia chrysitis) De naam 'Koperuil' is een al lang bestaande naam die al gebruikt werd begin vorige eeuw. De metaalkleur op de vleugels is volgens de Latijnse naam van goud en volgens de Nederlandse naam van koper. Die metaalkleur, metaalglans, kun je echt goed zien en maakt de vlinder extra mooi om te zien. Van mei tot oktober vliegt deze nachtvlinder rond, in twee, soms drie generaties. De vlinder is actief in de schemering en bezoeken bloemen van onder andere vlinderstruik en kamperfoelie; later in de nacht vliegen ze opnieuw en komen ze op licht. 30 jun. 2017 . Zomertortel (Streptopelia turtur) Helaas weer een vogel waarmee het slecht gaat. In ons land gaan steeds meer biotopen verloren waar deze duif zijn geschikte voedsel kan vinden. In Frankrijk worden er nog steeds veel afgeschoten, ongelooflijk eigenlijk, die kloje's daar vinden dat een leuke jachtsport. Deze zomertortel of tortelduif is met iets meer dan 25 cm de kleinste Europese duif. Goed te herkennen aan het schubpatroon op de rug dat veroorzaakt wordt door de brede roodbruine randen van de veren. Ook door de zwart met lichtblauwe tekening op de nek. De zomertortel is redelijk schuw, maar verraad vaak zijn aanwezigheid door het herkenbare gekoer. 2 jul. 2017 . Veldleeuwerik (Alauda arvensis) Steeds minder horen we zijn liedje hoog in de lucht. Van 1985 tot nu zijn twee van de drie veldleeuwerikken in ons land verdwenen. Het zijn echte bodembroeders, liefst in het gras. Daarom zijn ze zo kwetsbaar bij maaien van het gras. Hier komt een veldleeuwerik weer thuis bij zijn nest na een zangvlucht. 5 jul. 2017 . Roesje (Scoliopteryx libatrix) Een van de mooiere nachtvlinders vind ik zelf deze Spinneruil. Ik trof hem een keer in de schuur aan maar ook bij de buitenlamp. Hij is best algemeen bij ons in Nederland, je kunt hem dus best wel tegen komen. De levenscyclus is als volgt: Rups: mei-september. De verpopping vindt plaats in een cocon tussen samengesponnen bladeren, vaak aan het uiteinde van een tak. De soort overwintert als vlinder in schuren, bunkers, mergelgroeven, vochtige tunnels en kelders. De vlinder vliegt in twee generaties en kan in alle maanden van het jaar worden waargenomen. De vlinders worden in het donker vaak foeragerend aangetroffen op overrijpe bramen, bessen van gelderse roos en bloemen van onder andere klimop. 7 jul. 2017 . Rietkruisspin (Larinioides cornutus) Deze wielwebspin kwam ik tegen bij de Boontuinen. Spinnen groeien uit hun vel en moeten af en toe vervellen. Hier is een restje van zo'n uitgeschoten vel te zien. De vrouwtjes zijn vaak groter dan de mannetjes bij spinnen, hier ook, de vrouwtjes bereiken een lichaamslengte van 13 millimeter, de mannetjes worden niet groter dan 8 mm. Deze spin wordt gevonden in vochtige gebieden, met name bij water. Het web wordt gespannen tussen het gras of in lage struiken. 8 jul. 2017 . Roerdomp (Botaurus stellaris) Een van mijn mooiste vogelmomenten dit jaar tot nu; de ontmoeting met een roerdomp bij het Jaen Dikke Ven in de Oude Buisse Heide. De 75 cm lange reigerachtige kwam aanvliegen, schudde zijn veren op, verdween tussen het pijpestrootje, kwam na lange tijd weer te voorschijn en ging op zoek naar iets eetbaars. Aan het begin van de jaren negentig waren er nog rond de 200 paar in ons land. Na de strenge winter van 1996 waren er nog maar circa 150! Het aantal broedparen in de periode 1996-2007 lijkt iets vooruit te gaan. De roerdomp is in 2004 als bedreigd op de Nederlandse rode lijst gezet.De roerdomp is een deeltrekker; een in Nederland van zender voorzien exemplaar is bijvoorbeeld zo in de Sahara aangetroffen. 10 jul. 2017 . Roerdomp (Botaurus stellaris) Een van mijn mooiste vogelmomenten dit jaar tot nu; de ontmoeting met een roerdomp bij het Jaen Dikke Ven in de Oude Buisse Heide. De 75 cm lange reigerachtige kwam aanvliegen, schudde zijn veren op, verdween tussen het pijpestrootje, kwam na lange tijd weer te voorschijn en ging op zoek naar iets eetbaars. Aan het begin van de jaren negentig waren er nog rond de 200 paar in ons land. Na de strenge winter van 1996 waren er nog maar circa 150! Het aantal broedparen in de periode 1996-2007 lijkt iets vooruit te gaan. De roerdomp is in 2004 als bedreigd op de Nederlandse rode lijst gezet.De roerdomp is een deeltrekker; een in Nederland van zender voorzien exemplaar is bijvoorbeeld zo in de Sahara aangetroffen. 10 jul. 2017 . Meldevlinder (Trachea atriplicis) Met een voorvleugellengte van ca. 22 mm is deze nachtvlinder best fors gebouwd. Hij is bruinachtig grijs en heeft op de voorvleugel een patroon van, soms bijna fluorescerende, mosgroene vlekken. Dat groen staat hem heel goed vind ik. De rups kruipt rond in juni tot oktober op diverse kruidachtige planten, waaronder melde, zuring, gewoon varkensgras en ganzenvoet. Het liefst woont ie in moerassen, vochtige weiden en wegbermen. De vlinder vliegt op dit moment rond en komt ook wel op lampen af in de vroege nacht. 11 jul. 2017 . Ratelaar (Chorthippus biguttulus) Nog niet zo makkelijk om al die springers uit elkaar te houden. Deze kwam ik tegen in De Boontuinen. Volgens mij een veldsprinkhaan, een ratelaar? De mop is af te drukken eer ie zich weg lanceert. 12 jul. 2017 . Medewerker Groenvoorziening Brabants Landschap (Bos taurus) 13 jul. 2017 . Lepelaar (Platalea leucorodia) Ik zie ze steeds vaker de laatste jaren. Gisteren zelfs zeven tegelijk in De Pannenhoef. Nederland was tot tien jaar geleden het noordelijkste land in Europa waar lepelaars tot broeden kwamen, vooral in moerassen, rietkragen en andere slecht bereikbare plaatsen. Inmiddels broedt de soort ook succesvol in Groot-Brittannië, Duitsland, Polen en Denemarken. In België is dit een zeldzame vogel, voornamelijk in het Zwin.Het gaat de laatste jaren dus goed met de soort in Europa. Het dieet van de lepelaar bestaat uit kleine visjes, waaronder stekelbaarzen. Ze overwinteren normaal gesproken in Afrika. 13 jul. 2017 . Lepelaar (Platalea leucorodia) Ik zie ze steeds vaker de laatste jaren. Gisteren zelfs zeven tegelijk in De Pannenhoef. Nederland was tot tien jaar geleden het noordelijkste land in Europa waar lepelaars tot broeden kwamen, vooral in moerassen, rietkragen en andere slecht bereikbare plaatsen. Inmiddels broedt de soort ook succesvol in Groot-Brittannië, Duitsland, Polen en Denemarken. In België is dit een zeldzame vogel, voornamelijk in het Zwin.Het gaat de laatste jaren dus goed met de soort in Europa. Het dieet van de lepelaar bestaat uit kleine visjes, waaronder stekelbaarzen. Ze overwinteren normaal gesproken in Afrika. 13 jul. 2017 . Medewerkers Groenvoorziening Brabants Landschap (Equus ferus caballus) Speelpauze 14 jul. 2017 . Flamingo (Phoenicopterus roseus) Heel af en toe kom je in het wild een bijzondere vogel tegen. Zo vond ik in juli in Zeeland, net in Tholen, bij de Bergse sluis, deze flamingo. Ver weg, dat wel, op minstens 150 meter. Gelukkig is het een grote vogel en kon ik er met mijn 1000 mm nog iets van maken. Alleen de Europese flamingo staat te boek als een in het wild in Nederland voorkomende soort. Ze worden wel meer gezien daar in de delta. De Europese soort is herkenbaar aan het lichtroze tot bijna witte verenkleed met dieproze vleugels en zwarte punten. Ook de poten zijn geheel roze. Typische geknikte zachtroze snavel met een zwarte eindpunt. Jonge vogels zijn grijsbruin. 14 jul. 2017 . Flamingo (Phoenicopterus roseus) Heel af en toe kom je in het wild een bijzondere vogel tegen. Zo vond ik in juli in Zeeland, net in Tholen, bij de Bergse sluis, deze flamingo. Ver weg, dat wel, op minstens 150 meter. Gelukkig is het een grote vogel en kon ik er met mijn 1000 mm nog iets van maken. Alleen de Europese flamingo staat te boek als een in het wild in Nederland voorkomende soort. Ze worden wel meer gezien daar in de delta. De Europese soort is herkenbaar aan het lichtroze tot bijna witte verenkleed met dieproze vleugels en zwarte punten. Ook de poten zijn geheel roze. Typische geknikte zachtroze snavel met een zwarte eindpunt. Jonge vogels zijn grijsbruin. 14 jul. 2017 . Stofluis (Psocoptera / Dorypteryx longipennis) Voor dit miniscule beestje, veel kleiner dan een speldeknopje, heb ik mijn sterkste macrolens uit de kast moeten halen. Je kent dit beestje misschien niet maar grote kans dat het bij jou thuis ook ergens rond loopt? De stofluizen of houtluizen (Psocoptera) vormen een orde van insecten. Ze zijn niet verwant aan andere 'luizen' zoals de bijtende luizen (of vachtluizen), zuigende luizen (schaamluis, hoofdluis) en de bekende bladluizen. Ze liepen zo'n 295 tot 248 miljoen jaar geleden ook al rond. Stofluizen leven in vochtige omgevingen. In de natuur onder andere in boomstammen en vogelnesten. Binnenshuis komen ze voor in matrassen, rieten meubelen, boeken en afgewerkte spaanplaten. Wanneer deze soort voorkomt in een woning dan is dit een teken dat het er te vochtig is en waarschijnlijk niet goed geventileerd. Meestal komen stofluizen in zo’n klein aantal voor dat ze weinig schade kunnen aanrichten. Ontdekking is dan ook geen reden tot paniek. 15 jul. 2017 . Visdief (Sterna hirundo) De visdief is geen meeuw maar een stern. In de lucht zie je het beter maar ook al zittend op een paal kun je zien hoe sierlijk sternen zijn. Je ziet ze in de kustprovincies, hier bij ons zelden, in Roosendaal al wel. Zo ongeveer 15.000 paartjes broeden er in ons land wordt geschat. 17 jul. 2017 . Visdief (Sterna hirundo) De visdief, de naam zegt het al, scheert over of hangt bijna stil boven het water zoekend naar visjes die niet te diep in het water zwemmen. Kenmerkend is de zwarte snavelpunt. 17 jul. 2017 . Bretel-wimperzweefvlieg (Dasysyrphus albostriatus) Deze mooie vliegen zitten veel op bladeren in de bosrand. Mannetjes vertonen zweefgedrag op een tot enkele meters hoogte op open plekken bij bos. In het voorjaar zijn de mannetjes op meer open en zonnige plekken te vinden dan in de zomer, wanneer ze dieper in het bos vliegen op zonbeschenen plekken. Maar ze komen ook in tuinen want deze foto maakte ik gewoon in eigen tuin. Wetenschappelijk moet je dit beestje als volgt duiden: Indeling: Animalia [rijk] Dieren / Arthropoda [fylum] Geleedpotigen / Hexapoda [subfylum] Zespotigen / Insecta [klasse] Insecten / Diptera [orde] Vliegen en muggen / Syrphidae [familie] Zweefvliegen / Dasysyrphus Enderlein [genus] Dasysyrphus albostriatus [soort] Bretel-wimperzweefvlieg. 19 jul. 2017 . Vlekstipspanner (Idaea dimidiata) Vanmorgen zag ik weer dit kleine nachtvlindertje, in huis zelfs, in het portaaltje bij de achterdeur. Niet groot is ie, een voorvleugellengte van 9 a 11 mm. Een strokleurig witachtige tot grijsachtig lichtbruine stipspanner. De middenstippen zijn altijd goed zichtbaar. De centrale dwarslijnen zijn doorgaans dun en, met uitzondering van de stipjes op de aderen, meestal vaag zichtbaar. Heel opvallend is de dikke stip waarmee de lijn op de voorrand van de voorvleugel uitkomt. De stipspanner is dus vooral te herkennen aan de dicht aan elkaar grenzende donkere vlekken nabij de binnenrandhoek op de voorvleugel. 20 jul. 2017 . Goudplevier (Pluvialis apricaria) Niet in het Oosten maar in onze kustprovincies kun je het hele jaar door een goudplevier tegen komen. In de maanden juni en juli zie je ze het minst. Toch kwam ik deze vooraan in Zeeland tegen eind juli. In de winter kun je grote groepen zien die hier overwinteren. Hier heeft dit pleviertje, familie van de kievit, nog flink veel van het mooie broedkleed aan. Dat broedkleed is goudkleurig gespikkeld op de rug en kruin, met een zwarte buik, hals en kop en verder zwart tot aan het oog bij het mannetje. In de winter verdwijnt het zwart en is de buik lichtbruin gestippeld. Als trekvogel gaat het niet slecht met de goudplevier, tussen 1980 en 2006 is er sprake van een lichte toename in getelde aantallen. De vogel staat ook als niet bedreigd op de IUCN-lijst, maar valt wel onder het AEWA-verdrag. De Vereniging Natuurmonumenten hoopt dat de vogel terugkeert als broedvogel, daarvoor is in Drenthe zelfs een speciaal plan in uitvoering. 21 jul. 2017 . Ligusterpijlstaart (Sphinx ligustri) Groot is deze nachtvlinder die op onze buitenlamp af kwam. De voorvleugellengte kan wel 55 mm groot zijn. De rupsen eten van liguster, sering, gewone es, sneeuwbes, gelderse roos, moerasspirea en vlier. Die rups kruipt rond van juli tot begin november. Deze pijlstaart overwintert als pop in de grond, in sommige gevallen zelfs tweemaal. Die pop kan daarbij wel tot op een diepte van soms meer dan 30 cm diep kruipen. De vlinder kun je tegen komen in bossen, graslanden, moerassen, struwelen maar ook in tuinen zoals bij ons gebeurde. 22 jul. 2017 . Zwarte roodstaart (Phoenicurus ochruros) Vandaag kwam een zwarte roodstaart bij ons in de tuin even zoeken naar vliegjes en dergelijke. Nooit eerder zagen we deze vogel in onze tuin verschijnen. Er zijn afgelopen jaar een twintigtal huizen gebouwd grenzend aan onze tuin, dat zal de aanwezigheid verklaren denk ik; deze roodstaart huist immers erg graag op rotsachtige zaken zoals nieuwbouw. 24 jul. 2017 . Waterleliemot (Elophila nymphaeata) Deze foto is van twee jaar terug. Toen bezocht dit mooie grasmotje begin juli onze tuinbuitenlamp. Ca. 2 cm is de spanwijdte van dit bladmineerdertje, de larve graaft namelijk kleine gangen, kleine mijnen, in bladeren. De waterleliemot is één van de weinige waterbewonende vlinders en komt best algemeen voor. De rups leeft in stilstaand water in een klein kokertje dat hij uit twee elliptische bladstukjes heeft gemaakt. De rupsen lusten graag fonteinkruid, kikkerbeet en minder vaak ook kleine egelskop. De volwassen vlinder tref je dus ook meestal in de buurt van water aan, van april tot augustus. 25 jul. 2017 . Bonte vliegenvanger (Ficedula hypoleuca) Voor ons was het bijzonder dat we enkele weken lang een bonte vliegenvanger vaak in onze tuin zagen. Het kwam niet tot broeden bij ons en ik weet niet of het bij de buren of verderop in de buurt raak was. Maar leuk vond ik het wel om deze parmantige vogel goed in beeld in onze rhus te kunnen zien. De bonte vliegenvanger is met zijn 13 cm iets kleiner dan de 14 cm grote grauwe vliegenvanger. Zijn spanwijdte is 21 tot 24 cm en hij weegt tussen de 9-15 gram. Hij broedt in mei-juni en heeft 1 broedsel van 6 à 7 bleekblauwe eieren. Het vrouwtje bebroedt de eieren gedurende 13 tot 15 dagen. De jongen vliegen 14 tot 17 dagen na uitkomen uit. Ruim een week later zijn ze zelfstandig 27 jul. 2017 . Bonte vliegenvanger (Ficedula hypoleuca) Een drinkenbakje in je tuin loont als je vogels wilt zien. Er wordt in de zomer immers vaak gebruik van gemaakt. Voor een natje of voor een badje. Ook de bonte vliegenvanger kwam af en toe drinken. Opvallend is dat hier het wel de meer gewone bruine kleur betreft. Zou dit het vrouwtje zijn geweest en die ik gisteren liet zien het mannetje? Zou er dan toch in de buurt gebroed zijn geweest? 28 jul. 2017 . Roodpootschildwants (Pentatoma rufipes) Als je naar nachtvlinders zoekt bij de buitenlamp zul je ook wantsen vinden, sommige daarvan komen namelijk ook op licht af. Wantsen zijn eigenlijk best mooie insecten. Deze noemen ze ook wel boswants. Hij is familie van cicaden en plantenluizen. We hebben een kersenboom in de tuin staan, wellicht kwam daarom deze wants op bezoek. 1 aug. 2017 . Boompieper (Anthus trivialis) Ik weet nog goed dat ik een paar jaar terug deze foto maakte. Ik had vier uur met mijn zware statief en camera rond gezeuld en geen enkele kans op een foto gehad, nauwelijks een vogel voor de kijker gekregen. Kom ik terug bij de auto om weer naar huis te gaan, geeft daar op een weipaaltje deze boompieper een show weg. Lekker dichtbij en op zijn gemak, kon meerdere foto's maken. De boompieper lijkt veel op de graspieper maar is best te onderscheiden aan de hand van geluid en gedrag. Er is geen verschil tussen mannetje en vrouwtje. Er broeden in Nederland ongeveer 50.000 paartjes dacht ik, dus je komt hem vast tegen op een wandeling. 3 aug. 2017 . Boompieper (Anthus trivialis) Zingen is ook werken en na gedane arbeid moeten af en toe de spieren worden gerekt. 4 aug. 2017 . Hagedoornvlinder (Opisthograptis luteolata) Gisteren zat er weer een hagedoornvlinder bij de buitenlamp op de muur. Zie ze vaker. Ze komen dan ook best wel veel voor bij ons, de laatste jaren is er zelfs een toename. Er is een piek in de waarnemingen in mei-juni en augustus-september. De vlinder kent dan ook twee generaties in een jaar, soms zelfs drie. De tijd waarop de voorjaarsgeneratie verschijnt is afhankelijk van het stadium waarin de soort heeft overwinterd. Ze worden vaak vliegend gezien vlak voor de schemering en komen goed op licht. 6 aug. 2017 . Hagedoornvlinder (Opisthograptis luteolata) Gisteren zat er weer een hagedoornvlinder bij de buitenlamp op de regenpijp. Zie ze vaker. Ze komen dan ook best wel veel voor bij ons, de laatste jaren is er zelfs een toename. Er is een piek in de waarnemingen in mei-juni en augustus-september. De vlinder kent dan ook twee generaties in een jaar, soms zelfs drie. De tijd waarop de voorjaarsgeneratie verschijnt is afhankelijk van het stadium waarin de soort heeft overwinterd. Ze worden vaak vliegend gezien vlak voor de schemering en komen goed op licht. 6 aug. 2017 . Staartmees (Aegithalos caudatus) Andere jaren kregen we dit leuke vogeltje zo nu en dan op bezoek in onze tuin, afgelopen winter heb ik ze er echter niet gezien. Volwassen is dit meesje 16 tot 19 cm lang, komt natuurlijk vooral door die opvallend lange staart. De vleugeltjes uitgespreid komen tot 16 a 19 cm, dat is niet zo groot. De donkere ogen zijn soms omrand met een felgekleurde oogring, dat is hier te zien. Jongen hebben vaak een rode omranding. Staartmezen leven doorgaans in groepen met een hechte sociale structuur. Buiten het broedseizoen vormen staartmezen groepen van drie tot zestig vogels. 8 aug. 2017 . Gegolfde spanner (Hydria undulata) Deze nachtvlinder doet zijn naam eer aan vind ik want hoeveel golfjes op zijn vleugels zie je wel niet. Ik vind het een opvallende verschijning en was blij hem een keer aan te treffen op de muur bij de buitenlamp. 9 aug. 2017 . Geoorde fuut (Podiceps nigricollis Alweer een flink tijdje terug kon ik op een ven in de Chaamse bossen deze leuke fuuten fotograferen. Dat ven schijnt relatief zuur water te bevatten waardoor vis er niet in gedijt. Des te meer voelen o.a. libellenlarven zich er thuis. En op dat soort insecten zijn geoorde fuutjes juist dol. Er waren dan ook wel een zestal paartjes aanwezig die met succes de kleintjes groot brachten. In het zomerkleed is de geoorde fuut goed te herkennen aan de gele oorpluimen. In de winter verliest de vogel deze pluimen echter, zodat de vogel dan veel minder goed te herkennen is. De keel, borst en flanken zijn in de winter vaalwit van kleur in plaats van het zwart van de zomer. Je kunt ze dan vinden bijvoorbeeld op de Oosterschelde. 10 aug. 2017 . Geoorde fuut (Podiceps nigricollis) Volgens mij zijn de kleuters van de fuuten een van de meest happy kleuters van het vogelrijk. Lekker mee varen op de rug van pa of ma, lekker warm tussen die veren. En dan steeds van die snoepjes aangereikt krijgen als libellelarven. Ze zien er dan ook tevreden uit. Niet alleen tevreden maar zeker ook leuk met die kenmerkende tekening op hun koppies. Hier is volgens mij zo'n larve te zien. 12 aug. 2017 . Steenuil (Athene noctua) Hij kijkt hier misschien een beetje boos maar ik vind hem erg leuk ons kleinste uiltje. In de periode 1998-2000 waren er 5.500-6.500 broedparen in Nederland. Daarna is zijn aantal afgenomen. Gelukkig zien we hem hier rond Zundert nog regelmatig. 13 aug. 2017 . Steenuil (Athene noctua) Dit steenuiltje fotografeerde ik in De Lent bij Wernhout. Bij een schuurtje. Even liet hij zich buiten zien maar snel vloog hij naar binnen waar ik hem nog net kon waarnemingen in het donker. Je kunt ze nog best vaak overdag zien maar eigenlijk past de donkere foto beter bij dit nachtactieve rovertje. 14 aug. 2017 . Steenuil (Athene noctua) Dit steenuiltje fotografeerde ik in De Lent bij Wernhout. Bij een schuurtje. Even liet hij zich buiten zien maar snel vloog hij naar binnen waar ik hem nog net kon waarnemingen in het donker. Je kunt ze nog best vaak overdag zien maar eigenlijk past de donkere foto beter bij dit nachtactieve rovertje. 14 aug. 2017 . Berkenoogspanner (Cyclophora albipunctata) Deze mooie nachtvlinder behoort tot de spanners en wordt bij ons een oogspanner genoemd. Die naam dankt ie aan de middenstip op doorgaans alle vleugels. Die zogenaamde ogen zijn niet altijd even duidelijk te zien. Bij deze soort zijn ze duidelijk. Op de bovenvleugel rood omrand, op de ondervleugel zwart omrand. Ik vond het leuk om hem op de muur bij de lamp aan te treffen, vind ze namelijk best mooi. Groot zijn ze niet zoals je kunt opmaken uit de voeggrootte. Hier in Nederland en Belgie komen een negental soorten Cyclophora voor, over heel de wereld veel meer, er zijn 274 soorten beschreven. 15 aug. 2017 . Gestippelde oogspanner (Cyclophora punctaria) Gisteren liet ik een berkenoogspanner zien, deze keer het familielid gestippelde oogspanner. Bij deze oogspanner zijn de oogjes slechts heel kleine witte stipjes. 16 aug. 2017 . Baardman (Panurus biarmicus) Niet alleen Hans Dorrestein heeft wensvogels, ook ik. Zo heb ik heel lang gehoopt om ook eens baardmannetjes voor de lens te krijgen. In Zeeland bij Colijnsplaat was het een keer zo ver, een klein groepje liet zich in het riet bewonderen. Het zijn echte rietvogeltjes. Het mannetje heeft echt een baardje, de punten daarvan hangen los aan de wangen. Bijzonder zijn ze ook omdat ze in de zomer leven van insecten en spinnen, maar in de winter van rietzaad. Ze verbouwen als het ware steeds daarvoor de werking van hun maag. Een late vorstperiode kan dit vogeltje daardoor fataal worden. De vogeltjes zijn monogaam. Ze brengen 3 tot 4 broedsels per jaar groot, die door beide geslachten bebroed en gevoerd worden. Ze kunnen jaarlijks wel 20 jongen grootbrengen. De 4 tot 7 eieren zijn witachtig en donkergetekend en worden in 12 tot 13 dagen uitgebroed. 18 aug. 2017 . Baardman (Panurus biarmicus) Nog enkele foto's van ons leukste rietvogeltje. De lange staart van het mannetje zie het best in de vlucht en in zijaanzicht. Het vrouwtje heeft bijna geen kleur zoals te zien is op de foto die ik in De Matjes van haar maakte. Ze zitten vaak wat dieper in het riet waardoor je ze niet ziet. Gelukkig is hun geluidje gemakkelijk te leren herkennen. Je hebt zo al snel door of er goed gespeurd moet worden of niet. Ze zijn best levendig en vroeg of laat is er dan wel eentje even te vinden meer bovenin een rietstengel. 19 aug. 2017 . Baardman (Panurus biarmicus) Nog enkele foto's van ons leukste rietvogeltje. De lange staart van het mannetje zie het best in de vlucht en in zijaanzicht. Het vrouwtje heeft bijna geen kleur zoals te zien is op de foto die ik in De Matjes van haar maakte. Ze zitten vaak wat dieper in het riet waardoor je ze niet ziet. Gelukkig is hun geluidje gemakkelijk te leren herkennen. Je hebt zo al snel door of er goed gespeurd moet worden of niet. Ze zijn best levendig en vroeg of laat is er dan wel eentje even te vinden meer bovenin een rietstengel. 19 aug. 2017 . Baardman (Panurus biarmicus) Nog enkele foto's van ons leukste rietvogeltje. De lange staart van het mannetje zie het best in de vlucht en in zijaanzicht. Het vrouwtje heeft bijna geen kleur zoals te zien is op de foto die ik in De Matjes van haar maakte. Ze zitten vaak wat dieper in het riet waardoor je ze niet ziet. Gelukkig is hun geluidje gemakkelijk te leren herkennen. Je hebt zo al snel door of er goed gespeurd moet worden of niet. Ze zijn best levendig en vroeg of laat is er dan wel eentje even te vinden meer bovenin een rietstengel. 19 aug. 2017 . Struiksprinkhaan (Leptophyes punctatissima) Elk jaar zie ik wel enkele struiksprinkhaantjes in de tuin als het hun seizoen is. Ze komen ook wel op licht. De mannetjes bereiken een lengte van 10 tot 13 millimeter, de vrouwtjes zijn 13 tot 18 mm lang. De struiksprinkhaan komt overal in Nederland en België voor en woont in verschillende biotopen zoals parken, heidevelden, tuinen en wegbermen. De sprinkhaan zelf is meestal te vinden in lagere begroeiing, de nimfen leven dichter bij de bodem op bloemen. De volwassen struiksprinkhaan is actief gedurende de maanden juli tot oktober, en laat zich vooral horen tussen zeven uur 's avonds en drie uur in de nacht met een ultrasoon (40 kHz) geluidje dat bestaat uit zachte tikjes die met het menselijk oor niet te horen zijn, wel met een vleermuisdetector. 21 aug. 2017 . Struiksprinkhaan (Leptophyes punctatissima) Elk jaar zie ik wel enkele struiksprinkhaantjes in de tuin als het hun seizoen is. Ze komen ook wel op licht. De mannetjes bereiken een lengte van 10 tot 13 millimeter, de vrouwtjes zijn 13 tot 18 mm lang. De struiksprinkhaan komt overal in Nederland en België voor en woont in verschillende biotopen zoals parken, heidevelden, tuinen en wegbermen. De sprinkhaan zelf is meestal te vinden in lagere begroeiing, de nimfen leven dichter bij de bodem op bloemen. De volwassen struiksprinkhaan is actief gedurende de maanden juli tot oktober, en laat zich vooral horen tussen zeven uur 's avonds en drie uur in de nacht met een ultrasoon (40 kHz) geluidje dat bestaat uit zachte tikjes die met het menselijk oor niet te horen zijn, wel met een vleermuisdetector. 21 aug. 2017 . Steenuil (Athene noctua) Een oude schuur, een kapot raam, een steenuiltje is er blij mee. 22 aug. 2017 . Steenuil (Athene noctua) Het mag ook een half rond raam zonder glas zijn, vind ie ook prima. 23 aug. 2017 . Steenuil (Athene noctua) Een rond raam zonder glas had gekund maar geheel dicht gemaakt met een houten schot, nee, daar kan ie niks mee, daar wordt ie een beetje boos van. 24 aug. 2017 . Steenuil (Athene noctua) Steenuiltjes voor een raam van een schuur maken me vrolijk maar nog fijner is het om nieuwe aanwas te zien te krijgen. Zoals hier, twee kleuters genieten van het goede weer voldoende hoog in een boom. 25 aug. 2017 . Populierenpijlstaart (Laothoe populi) Deze nachtvlinder uit de familie van de pijlstaarten is een van onze grootste nachtvlinders. Zo oogt ie ook en dat komt ook omdat in rust de achtervleugels een eind voor de voorvleugels uit steken, zo ver als hier zie je niet veel. Deze vlinder was op het licht van de buitenlamp af gekomen en was gaan hangen aan een vensterbanktegel. Dit mannetje heeft een antenne verloren wat in de close up nog beter te zien is. 27 aug. 2017 . Populierenpijlstaart (Laothoe populi) Deze nachtvlinder uit de familie van de pijlstaarten is een van onze grootste nachtvlinders. Zo oogt ie ook en dat komt ook omdat in rust de achtervleugels een eind voor de voorvleugels uit steken, zo ver als hier zie je niet veel. Deze vlinder was op het licht van de buitenlamp af gekomen en was gaan hangen aan een vensterbanktegel. Dit mannetje heeft een antenne verloren wat in de close up nog beter te zien is. 27 aug. 2017 . Aalscholver (Phalacrocorax carbo) Een markante vogel deze aalscholver. Je kunt ze tegenwoordig ook bij ons tegen komen. Bijvoorbeeld in De Matjes verblijven er vaak een stelletje. In ons land broeden ca. 20.000 paartjes. Vooral de kop oogt apart o.a. door het groene oog. Ze zijn onder water heel behendig en vliegen als het ware ook onder water. Ze worden veel minder snel moe als een vis en daarom is een vis vangen een koud kunstje voor hen. Ze krijgen wel natte veren want ze missen daarop een oliebescherming. Na het vissen moeten de veren dan ook worden gedroogd zoals op deze foto te zien is. 28 aug. 2017 . Aalscholver (Phalacrocorax carbo) Nog eens deze visser in beeld. Zittend op een lantaarnpaal zodat de grote poten met de zwemvliezen goed te zien zijn. Daarmee kan ie zich geweldig krachtig afzetten in het water. Samen met zijn staart als stuurmiddel hebben zo vissen niet veel kans. Dan ook de kop nog uitvergroot om te tonen hoe apart die wel niet is. Vind ik toch. 29 aug. 2017 . Aalscholver (Phalacrocorax carbo) Nog eens deze visser in beeld. Zittend op een lantaarnpaal zodat de grote poten met de zwemvliezen goed te zien zijn. Daarmee kan ie zich geweldig krachtig afzetten in het water. Samen met zijn staart als stuurmiddel hebben zo vissen niet veel kans. Dan ook de kop nog uitvergroot om te tonen hoe apart die wel niet is. Vind ik toch. 29 aug. 2017 . Braamvlinder (Thyatira batis) Een mooie nachtvlinder vind ik zelf, deze braamvlinder uit de familie van de eenstaartjes. De rups kun je tegen komen van juli tot oktober. Die blijft als jonge rups op waardplanten zoals gewone braam en framboos foerageren. De meer volgroeide rups verbergt zich overdag tussen dode bladeren en foerageert vooral ´s nachts boven op de bladeren. De soort overwintert als pop in een cocon op of in de grond. Eenmaal als vlinder vliegt ie van eind april tot begin september. In twee generaties. De vlinders verbergen zich overdag in lage vegetatie en worden actief vanaf de schemering. Je kunt ze vinden vooral in open bossen en struwelen, maar ook in tuinen en andere plaatsen waar de waardplant groeit. Ik vond deze een paar keer in onze tuin bij de lamp. De grote bontkraag valt op evenzo de stippen op de vleugels. 30 aug. 2017 . Braamvlinder (Thyatira batis) Een mooie nachtvlinder vind ik zelf, deze braamvlinder uit de familie van de eenstaartjes. De rups kun je tegen komen van juli tot oktober. Die blijft als jonge rups op waardplanten zoals gewone braam en framboos foerageren. De meer volgroeide rups verbergt zich overdag tussen dode bladeren en foerageert vooral ´s nachts boven op de bladeren. De soort overwintert als pop in een cocon op of in de grond. Eenmaal als vlinder vliegt ie van eind april tot begin september. In twee generaties. De vlinders verbergen zich overdag in lage vegetatie en worden actief vanaf de schemering. Je kunt ze vinden vooral in open bossen en struwelen, maar ook in tuinen en andere plaatsen waar de waardplant groeit. Ik vond deze een paar keer in onze tuin bij de lamp. De grote bontkraag valt op evenzo de stippen op de vleugels. 30 aug. 2017 . Braamvlinder (Thyatira batis) Een mooie nachtvlinder vind ik zelf, deze braamvlinder uit de familie van de eenstaartjes. De rups kun je tegen komen van juli tot oktober. Die blijft als jonge rups op waardplanten zoals gewone braam en framboos foerageren. De meer volgroeide rups verbergt zich overdag tussen dode bladeren en foerageert vooral ´s nachts boven op de bladeren. De soort overwintert als pop in een cocon op of in de grond. Eenmaal als vlinder vliegt ie van eind april tot begin september. In twee generaties. De vlinders verbergen zich overdag in lage vegetatie en worden actief vanaf de schemering. Je kunt ze vinden vooral in open bossen en struwelen, maar ook in tuinen en andere plaatsen waar de waardplant groeit. Ik vond deze een paar keer in onze tuin bij de lamp. De grote bontkraag valt op evenzo de stippen op de vleugels. 30 aug. 2017 . Icarusblauwtje (Polyommatus icarus) Er vliegen meerdere blauwtjes rond maar dit icarusblauwtje komt het meeste voor. Ik maakte deze foto in De Boontuinen langs de Aa of Weerijs, een waterberging met kruidenrijke graslanden en ruigten. De eerste vlinders verschijnen eind april maar ze vliegen tot begin oktober in twee, soms drie overlappende generaties. Ze eten de nectar van hoofdzakelijk vlinderbloemigen. Het mannetje ziet er anders gekleurd uit dan het vrouwtje. 1 sep. 2017 . Kleine karekiet (Acrocephalus scirpaceus) Op internet lees ik: de kleine karekiet is in Nederland een algemene broedvogel in rietvelden die aan water grenzen, het rietveld hoeft niet erg groot te zijn, daarom komt de kleine karekiet op heel veel plaatsen voor. Klopt wel, want deze fotografeerde ik in een smal strookje riet langs de Aa of Weerijs. Het is een echt rietvogeltje. Klein is ie echter niet echt, ca. 13 cm groot wordt ie. 2 sep. 2017 . Kleine karekiet (Acrocephalus scirpaceus) Op internet lees ik: de kleine karekiet is in Nederland een algemene broedvogel in rietvelden die aan water grenzen, het rietveld hoeft niet erg groot te zijn, daarom komt de kleine karekiet op heel veel plaatsen voor. Klopt wel, want deze fotografeerde ik in een smal strookje riet langs de Aa of Weerijs. Het is een echt rietvogeltje. Klein is ie echter niet echt, ca. 13 cm groot wordt ie. 2 sep. 2017 . Platte wielwebspin (Nuctenea umbratica) Niet meteen schrikken maar eens goed bekijken, dat moet je eens doen bij een spin. Ze zijn immers best interessant. Zo ook deze best grote heel algemene typische Araneidae, typische wielwebspin. Deze familie maakt allemaal een groot rond web waarin de vliegjes etc. gevangen worden. De ogen zijn kenmerkend voor de families; hier staan er vier in een klein vierkantje midden op de kop met aan weerszijden nog eens twee dicht boven elkaar. De vrouwtjes worden tot 15 mm groot, terwijl mannetjes maar tot 8 mm lang worden. De spin komt vooral voor vlakbij gebouwen, in spleten of onder losse schors van bomen. Hij zit vast ook in jouw tuin of garage. In de avond bouwen ze hun bolvormige web, dat soms wel meer dan 70 cm groot wordt. Er loopt een signaaldraad van het web naar zijn schuilplaats. Na de schemering zit de spin midden in het web. 4 sep. 2017 . Ooievaar (Ciconia ciconia) Het wordt hopelijk weer wat drukker met de vogels nu de trek weer gestart is. Zo zag ik gisteren aan de noordzijde van de Pannenhoef een vijftal ooievaars foerageren op pas gemaaid grasland (waar vast niet veel te vinden was omdat het allemaal zo steriel industrieel gras geworden is). Rond 20.00 uur vlogen ze toch nog op. Ze landden nog even met zijn alle in een kale bomen maar de takken bevielen niet echt en de reis werd weer voort gezet. 5 sep. 2017 . Ooievaar (Ciconia ciconia) Het wordt hopelijk weer wat drukker met de vogels nu de trek weer gestart is. Zo zag ik gisteren aan de noordzijde van de Pannenhoef een vijftal ooievaars foerageren op pas gemaaid grasland (waar vast niet veel te vinden was omdat het allemaal zo steriel industrieel gras geworden is). Rond 20.00 uur vlogen ze toch nog op. Ze landden nog even met zijn alle in een kale bomen maar de takken bevielen niet echt en de reis werd weer voort gezet. 5 sep. 2017 . Ooievaar (Ciconia ciconia) Het wordt hopelijk weer wat drukker met de vogels nu de trek weer gestart is. Zo zag ik gisteren aan de noordzijde van de Pannenhoef een vijftal ooievaars foerageren op pas gemaaid grasland (waar vast niet veel te vinden was omdat het allemaal zo steriel industrieel gras geworden is). Rond 20.00 uur vlogen ze toch nog op. Ze landden nog even met zijn alle in een kale bomen maar de takken bevielen niet echt en de reis werd weer voort gezet. 5 sep. 2017 . Ooievaar (Ciconia ciconia) Het wordt hopelijk weer wat drukker met de vogels nu de trek weer gestart is. Zo zag ik gisteren aan de noordzijde van de Pannenhoef een vijftal ooievaars foerageren op pas gemaaid grasland (waar vast niet veel te vinden was omdat het allemaal zo steriel industrieel gras geworden is). Rond 20.00 uur vlogen ze toch nog op. Ze landden nog even met zijn alle in een kale bomen maar de takken bevielen niet echt en de reis werd weer voort gezet. 5 sep. 2017 . 7 sep. 2017 13:34 . 7 sep. 2017 13:34 . 7 sep. 2017 13:34 . Graspieper (Anthus pratensis) Iedereen zal dit vogeltje wel eens gezien hebben verwacht ik, het is immers de algemeenste piepersoort in Nederland. In onze natuurgebieden kom je hem dan ook heel vaak tegen. Meestal op een weipaal en niet zo zeer in een boom want daar is zijn dubbelganger, de boompieper, meestal te zien. De graspieper lijkt dus heel veel op die boompieper maar heeft een heel ander gedrag, ander liedje en bijvoorbeeld een langere achternagel, geen oogstreep, opvallende oogring. Hij broedt in allerlei open landschappen, het talrijkst in open duinen. Hij is daar een belangrijke waardvogel voor de koekoek. Is als broedvogel sterk achteruitgegaan, vooral in grasland, maar trekt nog wel talrijk door, vooral in april en oktober. Schaarser in de winter. 9 sep. 2017 . Graspieper (Anthus pratensis) Iedereen zal dit vogeltje wel eens gezien hebben verwacht ik, het is immers de algemeenste piepersoort in Nederland. In onze natuurgebieden kom je hem dan ook heel vaak tegen. Meestal op een weipaal en niet zo zeer in een boom want daar is zijn dubbelganger, de boompieper, meestal te zien. De graspieper lijkt dus heel veel op die boompieper maar heeft een heel ander gedrag, ander liedje en bijvoorbeeld een langere achternagel, geen oogstreep, opvallende oogring. Hij broedt in allerlei open landschappen, het talrijkst in open duinen. Hij is daar een belangrijke waardvogel voor de koekoek. Is als broedvogel sterk achteruitgegaan, vooral in grasland, maar trekt nog wel talrijk door, vooral in april en oktober. Schaarser in de winter. 9 sep. 2017 . Gewone gouduil (Xanthia icteritia) Ook als het een beetje regent kunnen nachtvlinders rond vliegen in het donker. Zo vond ik deze gewone gouduil in het donker op het raam in de buurt van de buitenlamp. Ik flits altijd om een foto te maken en zo merk je niet dat dit een nachtvlinder is die nachtactief is en op licht af komt. Het lijkt erop dat deze vlinder kan eten en drinken, ik zie namelijk een mooi rood druppeltje uitscheiding hangen aan zijn achterlijf. Er zijn ook meerdere nachtvlinders die als vlinder niet kunnen drinken en eten, deze leven in de regel minder lang dan etende vlinders. De voorvleugellengte bedraagt tussen de 14 en 17 millimeter. De soort komt best wel voor in Nederland en Belgie. Hij overwintert als ei. De rups eet van wilg en populier, in late stadia stapt de rups ook wel over naar kruidachtige planten. De vlinder kent één generatie die vliegt van eind juli tot en met oktober. 10 sep. 2017 . Beflijster (Turdus torquatus) Een echte doortrekker is deze beflijster bij ons. Familie van de merel en ook zo goed als even groot. Ik heb deze vogelsoort een drietal keren in april gezien op trek langs De Matjes, helaas steeds wel op flinke afstand. Rond september oktober gaan ze weer terug naar hun wintergebied aan de Middelandse zee in Africa. De kans dat je hem ziet is in het najaar kleiner dan in het voorjaar, die kans is overigens zo wie zo al erg klein, die kans wordt sterk bepaald door de windkracht en windrichting in de trektijd. De meeste beflijsters die hier voorbij komen gaan richting Scandinavie om te broeden. In Nederland is nog nooit met zekerheid een broedgeval gemeld. In de Harz en Ardennen kan wel een broedgeval optreden. 11 sep. 2017 . Gewone schorpioenvlieg (Panorpa communis) In de tuin kun je, nu in september ook nog wel, allerlei vliegen tegen komen. Zo ook schorpioenvliegen waarvan er in Nederland vooral een vijftal voor komen las ik. Ik denk dat dit een gewone is, en niet een berg -, roodkop -, Duitse - of weide schorpioenvlieg. Het is echt de moeite waard om de op zich onschuldige, ongevaarlijke vlieg, echt eens goed te bekijken mocht je hem een keer zien. 13 sep. 2017 . Groenpootruiter (Tringa nebularia) Deze mooie steltloper fotografeerde ik weer enkele jaren terug in de pas aangelegde waterberging De Boontuinen. Juist in de eerste jaren na aanleg van een dergelijke watervoorziening is die plek erg interessant. De oevers zijn dan nog niet vol gegroeid met struiken etc. Heel jammer dat de boel allemaal zo snel dicht groeit. De roep van deze groenpootruiter is een plezier om te horen, klinkt als tjuu, tjuu, tjuu en tijdens de balts roept de vogel langdurig kluwuu. Vooral in voorzomer en in het najaar is de groenpootruiter in Nederland een algemeen voorkomende vogel die bij ondiep binnenwater te zien is. De vogel broedt onder meer in het noorden van Europa, waar het nest wordt gebouwd in het grensgebied tussen bos en veen. Overwinteren doet de vogel langs de kusten van het Middellandse-Zee gebied en de Atlantische oceaan. 14 sep. 2017 . Graspieper (Anthus pratensis) Nog een keer een graspiepertje. Hier 's morgensvroeg gefotografeerd. 16 sep. 2017 . Vlieg (Brachycera) Er zijn heel veel vliegen. Ze horen tot de tweevleugeligen (Diptera). De meest bekende is natuurlijk de huisvlieg, een lid van de echte vliegen familie. Maar er zijn meer dan honderd families. De belangrijkste karakteristiek van vliegen binnen de orde van de tweevleugeligen is dat zij sterk gereduceerde antennes hebben. Deze heeft daarnaast een kleine kop en een steeksnuit. 18 sep. 2017 . Huiszwaluw (Delichon urbicum) Ongeveer 12,5 cm groot zijn deze leuke zwaluwen. Ze zijn in ons land van april tot en met oktober. Ze moeten de Middellandse Zee en Sahara over om in hun overwinteringsgebieden te komen. Als het goed gaat, als er genoeg insecten zijn, brengen ze bij ons tweemaal een nest kleintjes groot. Tegen de trek kun je hele groepjes zoals hier op het prikkeldraad tegen komen. 20 sep. 2017 . Huiszwaluw (Delichon urbicum) Erg handige snelle vliegers zijn het die zwaluwen. Moet ook wel om al die insecten uit de lucht te kunnen vissen. De ogen zijn beschermd met een soort borstelkraag uit stevige kleine veertjes; hier te zien bij het rechteroog meen ik. 22 sep. 2017 . Vuursteenvlinder (Habrosyne pyritoides) Zelf vind ik dit een hele mooie (nacht)vlinder. Komt misschien ook omdat ik steeds de flits gebruik waardoor de kleuren extra fris over komen. Hij behoort tot de familie van de Eenstaartjes. Nu zul je hem niet meer aan treffen, hij vliegt namelijk van half juni tot begin augustus in één generatie; een partiële tweede generatie is zeldzaam. De vlinders zijn actief vanaf de schemering en komen zowel op smeer als op licht. Op de voorvleugels van de vuursteenvlinder bevindt zich een opvallende zigzag-tekening. Hij is best algemeen en komt verspreid over het hele land voor. 25 sep. 2017 . Vuursteenvlinder (Habrosyne pyritoides) Ook van opzij is de vuursteenvlinder het aanschouwen waard. 27 sep. 2017 . Alpenwatersalamander (Ichthyosaura alpestris) Eergisteren zagen we iets kruipen bij het afvoerputje onder de buitenkraan in de tuin. Het bleek een alpenwatersalamander te zijn, een best klein exemplaar. Het beestje wilde door de afvoersifon richting riool kruipen, dat leek me niet het beste idee en ik heb hem terug gezet in ons kleine vijvertje wat dienst doet als vogelbadderplekje. Dat vijvertje is nog geen 1 bij 1 meter groot en slechts ca. 40 cm diep, toch hebben we daarin al meerdere jaren deze salamander aangetroffen. Ook de larve, met de overduidelijke kiewen aan hun kop, heb ik daarin zien zwemmen. Haast ongelooflijk dat in onze tuin, best afgelegen van open water, in zo'n klein poeltje dit amfibie'tje overleeft. Achteraf had ik het beestje richting kleine beek moeten brengen denk ik nu. De alpenwatersalamander is een middelgrote watersalamander. De mannetjes bereiken een lengte van 10 cm, de vrouwtjes worden iets groter, tot 12 cm. Beide geslachten hebben een zeer kenmerkende buikkleur die geel tot oranje of oranjerood is en volledig ongevlekt. De flanken zijn lichtblauw tot donkerblauw bij de mannetjes en blauwgrijs, grijsgroen of bruingroen bij de vrouwtjes. Beide seksen hebben een grijze tot zwarte marmertekening. De rug is donkerblauw tot zwart gekleurd bij de mannetjes. De larve kan een lengte van 4 tot 6 cm bereiken en is herkenbaar aan de uniform hoge staart, die naar het uiteinde toe plots versmalt en stomp afgerond is. Veel larven zijn sterk donker gepigmenteerd tot een soort netwerk over het lichaam. 29 sep. 2017 . Alpenwatersalamander (Ichthyosaura alpestris) Eergisteren zagen we iets kruipen bij het afvoerputje onder de buitenkraan in de tuin. Het bleek een alpenwatersalamander te zijn, een best klein exemplaar. Het beestje wilde door de afvoersifon richting riool kruipen, dat leek me niet het beste idee en ik heb hem terug gezet in ons kleine vijvertje wat dienst doet als vogelbadderplekje. Dat vijvertje is nog geen 1 bij 1 meter groot en slechts ca. 40 cm diep, toch hebben we daarin al meerdere jaren deze salamander aangetroffen. Ook de larve, met de overduidelijke kiewen aan hun kop, heb ik daarin zien zwemmen. Haast ongelooflijk dat in onze tuin, best afgelegen van open water, in zo'n klein poeltje dit amfibie'tje overleeft. Achteraf had ik het beestje richting kleine beek moeten brengen denk ik nu. De alpenwatersalamander is een middelgrote watersalamander. De mannetjes bereiken een lengte van 10 cm, de vrouwtjes worden iets groter, tot 12 cm. Beide geslachten hebben een zeer kenmerkende buikkleur die geel tot oranje of oranjerood is en volledig ongevlekt. De flanken zijn lichtblauw tot donkerblauw bij de mannetjes en blauwgrijs, grijsgroen of bruingroen bij de vrouwtjes. Beide seksen hebben een grijze tot zwarte marmertekening. De rug is donkerblauw tot zwart gekleurd bij de mannetjes. De larve kan een lengte van 4 tot 6 cm bereiken en is herkenbaar aan de uniform hoge staart, die naar het uiteinde toe plots versmalt en stomp afgerond is. Veel larven zijn sterk donker gepigmenteerd tot een soort netwerk over het lichaam. 29 sep. 2017 . Alpenwatersalamander (Ichthyosaura alpestris) Eergisteren zagen we iets kruipen bij het afvoerputje onder de buitenkraan in de tuin. Het bleek een alpenwatersalamander te zijn, een best klein exemplaar. Het beestje wilde door de afvoersifon richting riool kruipen, dat leek me niet het beste idee en ik heb hem terug gezet in ons kleine vijvertje wat dienst doet als vogelbadderplekje. Dat vijvertje is nog geen 1 bij 1 meter groot en slechts ca. 40 cm diep, toch hebben we daarin al meerdere jaren deze salamander aangetroffen. Ook de larve, met de overduidelijke kiewen aan hun kop, heb ik daarin zien zwemmen. Haast ongelooflijk dat in onze tuin, best afgelegen van open water, in zo'n klein poeltje dit amfibie'tje overleeft. Achteraf had ik het beestje richting kleine beek moeten brengen denk ik nu. De alpenwatersalamander is een middelgrote watersalamander. De mannetjes bereiken een lengte van 10 cm, de vrouwtjes worden iets groter, tot 12 cm. Beide geslachten hebben een zeer kenmerkende buikkleur die geel tot oranje of oranjerood is en volledig ongevlekt. De flanken zijn lichtblauw tot donkerblauw bij de mannetjes en blauwgrijs, grijsgroen of bruingroen bij de vrouwtjes. Beide seksen hebben een grijze tot zwarte marmertekening. De rug is donkerblauw tot zwart gekleurd bij de mannetjes. De larve kan een lengte van 4 tot 6 cm bereiken en is herkenbaar aan de uniform hoge staart, die naar het uiteinde toe plots versmalt en stomp afgerond is. Veel larven zijn sterk donker gepigmenteerd tot een soort netwerk over het lichaam. 29 sep. 2017 . Alpenwatersalamander (Ichthyosaura alpestris) Eergisteren zagen we iets kruipen bij het afvoerputje onder de buitenkraan in de tuin. Het bleek een alpenwatersalamander te zijn, een best klein exemplaar. Het beestje wilde door de afvoersifon richting riool kruipen, dat leek me niet het beste idee en ik heb hem terug gezet in ons kleine vijvertje wat dienst doet als vogelbadderplekje. Dat vijvertje is nog geen 1 bij 1 meter groot en slechts ca. 40 cm diep, toch hebben we daarin al meerdere jaren deze salamander aangetroffen. Ook de larve, met de overduidelijke kiewen aan hun kop, heb ik daarin zien zwemmen. Haast ongelooflijk dat in onze tuin, best afgelegen van open water, in zo'n klein poeltje dit amfibie'tje overleeft. Achteraf had ik het beestje richting kleine beek moeten brengen denk ik nu. De alpenwatersalamander is een middelgrote watersalamander. De mannetjes bereiken een lengte van 10 cm, de vrouwtjes worden iets groter, tot 12 cm. Beide geslachten hebben een zeer kenmerkende buikkleur die geel tot oranje of oranjerood is en volledig ongevlekt. De flanken zijn lichtblauw tot donkerblauw bij de mannetjes en blauwgrijs, grijsgroen of bruingroen bij de vrouwtjes. Beide seksen hebben een grijze tot zwarte marmertekening. De rug is donkerblauw tot zwart gekleurd bij de mannetjes. De larve kan een lengte van 4 tot 6 cm bereiken en is herkenbaar aan de uniform hoge staart, die naar het uiteinde toe plots versmalt en stomp afgerond is. Veel larven zijn sterk donker gepigmenteerd tot een soort netwerk over het lichaam. 29 sep. 2017 . Groene specht (Picus viridis) Mijn dag is goed want de groene specht kwam op bezoek hier in de tuin. Ik zag daar vandaag ook een volwassen en juveniele grote bonte specht maar deze groene heb ik liever. Een paar jaar terug kon ik net als nu door het dubbel glas een juveniele groene fotograferen, nu is het een mooi volwassen exemplaar. Overigens zie ik de laatste dagen ook weer enkele merels in de tuin, die had ik een tijdje hier niet meer gezien. 1 okt. 2017 . Groene specht (Picus viridis) Gisteren zag ik een volwassen vrouwtje bij ons in de tuin, zie de foto van gisteren. Al weer 10 jaar terug fotografeerde ik eind juli hier in de tuin een juveniel. De foto is niet zo goed maar ik vind het wel leuk om het verenkleed van deze kleuter nu te tonen. De volwassen vogel is een stuk mooier. 2 okt. 2017 . Motmug (Psychodidae, Psychoda alternata of Clogmia albipunctata) Motmugjes zijn heel klein, ca. 1,5 tot 5 mm groot, en lijken het meeste op een klein vlindertje. De Motmug kan echter niet goed vliegen. De afstand die motmuggen per keer kunnen afleggen is ongeveer één tot anderhalve meter. Het beestje behoort tot de orde der muggen. In tegenstelling tot gewone muggen steekt dit plaagdiertje niet. Het beestje wordt ook wel motvliegje, aalputmotje, rioolmug of rioolvliegje genoemd. De naam rioolvliegje is misschien nog wel het meest toepasselijk, aangezien het beestje het meest voorkomt in vochtige ruimtes, zoals vochtige muren, rioolbuizen, afvoerpijpen, regenpijpen, dakgoten, regentonnen, badkamers, toiletten, gootstenen en andere sanitaire buizen en of leidingen. Deze foto nam ik met de macro lens dicht bij een mesthoop. De vleugels zijn vaak voorzien van gekleurde haren en worden bij veel soorten in rust gespreid gehouden. 4 okt. 2017 . Motmug (Psychodidae, Clogmia albipunctata) Nog een piepklein motmugje. Bij dit exemplaar zijn de albi punctata heel goed te zien. Albi staat voor wit en punctata voor puntjes, niet te missen hier. 5 okt. 2017 . Visarend (Pandion haliaetus) Een van de leukere vogelbelevenissen in Nederland lijkt me het zien van een visarend die een vis vangt. Ik had die mazzel een keer in de Biesbosch. Ik kon er een serie foto's van maken. De foto's zijn niet al te best dus ik moet de komende jaren nog eens terug in de hoop betere te kunnen maken. Gelukkig gaat het goed met de visarend in de Biesbosch en zien we ze daar steeds vaker. 6 okt. 2017 . Zilverplevier (Pluvialis squatarola) In deze tijd van het jaar kun je in Zeeland op zijn trek deze mooie steltloper tegen komen. In zijn geheel witte winterjas. In de zomer hebben ze een geheel zwarte buik. Deze trof ik aan op de Oesterdam daar naast het Markiezaatsmeer bij Bergen op Zoom. Het is een echte lange afstandstrekker die vliegt van de toendra's in Noord-Rusland, Alaska en Noord-Canada naar de gematigde streken (West-Europa) en nog verder over de evenaar tot in Zuid-Afrika. Bij ons vooral te zien van augustus tot en met november en in mei. Ze trekken snel en over lange etappen, vooral via de kustgebieden. 7 okt. 2017 . Vliegenzwam (Amanita muscaria) Dit jaar heel veel paddenstoelen lees ik in de krant. Ben er zelf eigenlijk nog nooit op uitgegaan met de camera om deze stoelen vast te leggen. Is wellicht toch wel de moeite zoals deze mooie vliegenzwam bewijst. En, ze zijn heel wat minder beweeglijk dan die voorzichtige vogels. 9 okt. 2017 . Kluut (Recurvirostra avosetta) Ook in deze tijd is de mooie kluut nog volop te zien in Zeeland. Je kunt hem niet missen want het is de enige Europese vogel met een duidelijk omhoog gebogen snavel. Met behulp van die snavel vangt de kluut op een bijzondere manier zijn voedsel. Het voedsel zoals insecten en kleine kreeftjes wordt in ondiep water gevangen, waarbij de kluut met maaibewegingen de snavel door de modder beweegt. 11 okt. 2017 12:20 . Kluut (Recurvirostra avosetta) Ook in de vlucht is de kluut een mooie sierlijke vogel. Toch!? 12 okt. 2017 . 14 okt. 2017 14:30 . 14 okt. 2017 14:30 . Kleine watersalamander (Lissotriton vulgaris) Even terug vond ik zelf in onze tuin de alpenwatersalamander, dit weekend vond mijn zwager een kleine watersalamander toen hij in zijn weiland de weipalen aan het controleren was. Het beestje zat pardoes in zijn kruiwagen, vast met een uitgegraven paal meegelift. Na enkele foto's werd ie terug gezet op de vindplaats, in een sloot die naar een daar aangelegd poeltje leidt. Die poeltjes hebben kennelijk nut. De kleine watersalamander kan tot 11 cm groot worden en is dus niet de kleinste salamander in Nederland (dat is de vinpootsalamander). Ze hebben een een grijs-, leem- tot olijfkleurige rug en flanken. Zijn buik is geel tot oranje met donkere zwarte vlekken. Tussen de flanken en de buik loopt nog een lichte, wit tot zilverige band. De kleine watersalamander is de meest algemene salamander in Nederland en stelt weinig eisen aan zijn biotoop. Hij komt zowel voor in stadstuinen als in kleinschalige cultuurlandschappen en bos- en heidegebieden. 16 okt. 2017 . Coniferenuil (Lithophane leautieri) Deze week kwam ik deze nachtvlinder tegen op een raam in de buurt van de buitenlamp. Ik las dat de vlinder vóór 1980 nooit waargenomen is in Nederland; nu is hij vrij gewoon in het zuidwesten van het land. Als waardplanten gelden diverse (gekweekte) soorten uit de cipresfamilie, waaronder jeneverbes en californische cipres. 18 okt. 2017 . Groene gaasvlieg (Chrysoperla carnea) Als je bij een buitenlamp nachtvlinders tegen komt dan kom je daar vast ook dit insect tegen. Ik in ieder geval meermaals. 1 tot 17 millimeter lang kan dit vliegend insect uit de familie gaasvliegen worden. Deze familie behoort ondanks de naam niet tot de vliegen (orde tweevleugeligen) maar tot de orde netvleugeligen (Neuroptera). 19 okt. 2017 . Sperwer (Accipiter nisus) Een foto van twee jaar terug. Vanuit de kamer zagen we ineens een sperwer zitten op de bank achter in de tuin. Gauw de verrekijker gepakt en toen zagen we dat deze rover een kauw aan het oppeuzelen was. Snel de camera gepakt en voorzichtig de achterdeur open gedaan. Gelukkig kon ik enkele foto's maken eer zij met buit en al vertrok. Mevrouw had de kauw al bijna helemaal op is te zien. Ze had kennelijk honger want ze liet niet veel vlees over aan de botjes. 20 okt. 2017 . Bonte strandloper (Calidris alpina) In deze tijd kun je deze relatief kleine strandloper goed tegen komen aan de kust bij de Noordzee. Deze foto nam ik bij de dijk bij Westkapelle. Hier bijna geheel in winterkleed want in de zomer zijn ze meer gekleurd en hebben ze een zwarte vlek op de buik. Verschillende ondersoorten en populaties hebben verschillende trekstrategieën. Ze verlaten hun broedgebieden vanaf juli. De najaarstrek door Nederland is vooral in augustus-november, grootste aantallen in Waddenzee. Overwintert in kleiner aantal in Nederland, voornamelijk in de Waddenzee en Delta. 23 okt. 2017 . Bonte strandloper (Calidris alpina) Nog een keer een bonte strandloper op de stenen van de dijk bij de Noordzee daar bij Westkapelle. Dit exemplaar heeft weer wat meer het winterkleed aan. Dat gaat steeds meer richting grijs-wit. Het is overigens een hele kunst om al die verschillende kleden van die steltlopers steeds uit elkaar te houden. Deze vogels zijn niet zo schuw en bij hoog water rusten ze vaak lekker uit dicht bij de waterkant. Als je heel behoedzaam bent kun je ze dan vaak best dicht benaderen waardoor een detailrijke foto mogelijk wordt. Natuurlijk hebben ze je in de gaten, het open oogje houdt ze waakzaam. 24 okt. 2017 . Koperwiek (Turdus iliacus) Ze zijn nu zo goed als allemaal op, de rode vruchtjes van onze taxus in de tuin. Die taxus staat er al ruim 25 jaar en draagt in het najaar heel wat van die vruchtjes. Ze zijn gewild bij merels en lijsters. Ook de koperwiek zagen we af en toe er van snoepen. Die koperwiek is ook een echte lijster en duikt gewoonlijk eind september op of in de eerste dagen van oktober. Half oktober vindt bij naar noord draaiende winden soms massale trek plaats, ook 's nachts. Half november is de trek grotendeels voorbij. Hartje winter zijn Koperwieken in het westen en zuiden van het land wat gewoner dan elders. De landelijke aantallen zijn gewoonlijk echter niet groot. De jaarlijkse schommelingen hangen ten dele samen met het winterweer. Na enkele strenge winters, zoals rond 1985, waren de aantallen opvallend laag. De voorjaarstrek begint in maart en is half april voorbij. Massale trek, zoals in het najaar, komt vrijwel niet voor. Waarnemingen tussen half mei en begin september zijn bijzonder zeldzaam. Aanwijzingen voor een broedgeval zijn er niet. 25 okt. 2017 . Koperwiek (Turdus iliacus) Op deze foto is goed te zien waar de koperwiek zijn naam aan te danken heeft. Die naam is gegeven omdat onder de vleugel, bij de oksels, een duidelijke rood bruine vlek te zien is. Die kleur wordt wel koper rood genoemd, vandaar. In de vlucht is de vlek opvallend te zien. 26 okt. 2017 . Rood weeskind (Catocala nupta) Er zijn meerdere weeskinderen. Nachtvlinders met deze naam bedoel ik dan. In de regel wordt dan in de naam de kleur toegevoegd die te vinden is op de ondervleugel, zoals hier het rood. Op vlinderstichting.nl las ik deze toelichting op de naamgeving. Het rood weeskind dankt zijn naam waarschijnlijk aan het feit dat de bloedrode en diepzwarte zigzagbanen op de achtervleugel doen denken aan de kleren van de burgerweeshuiskinderen in Amsterdam. De kinderen moesten deze kleuren in hun kleren hebben, omdat deze kleuren ook voorkomen in het wapen van Amsterdam. Deze nachtvlinder behoort tot de spinneruilen en is een relatief grote vlinder, de vlinder heeft een spanwijdte van 65 tot 80 millimeter. Het plots laten opduiken en weer doen verdwijnen van de roodkleurige vleugels kan een predator in verwarring brengen. Als waardplanten worden wel (Ratel)populier en wilg gebruikt. De vlinder wil wel afkomen op smeer en licht, ik vond deze op de muur bij onze buitenlamp. 28 okt. 2017 . Karmozijnrood weeskind (Catocala sponsa) De achtervleugels van dit weeskind laten het karmazijnrood zien waaraan de naam te danken is. Die mooie diepe rode kleur wordt gemaakt uit karmijn, dat wordt ook wel gemaakt door een heleboel schildluizen uit te persen. Dat moeten dan schildluizen zijn van de soort Cochenilleluis, Dactylopius coccus Costa. Karmijn wordt wel vaker gebruikt als kleurstof voor voedingsmiddelen, of bijvoorbeed in cosmetica zoals lippenstift. Deze vlinder vond ik als rups in De Lange Maten. Daar kroop de best grote rups over het bospad waar ik een wandeling maakte. Thuis heb ik de rups in een potje met potgrond gestopt tot ie verpopte. In Nederland wordt het karmozijnrood weeskind het meest waargenomen in eikenbossen, de eik is ook zijn waardplant, die lust ie dus het best. De voorvleugellengte bedraagt tussen de 29 en 34 millimeter. 29 okt. 2017 . Zwart weeskind (Mormo maura) Bij de loklamp bij de buitendeur vond ik een drietal weeskinderen. Naast de rode en de karmozijn ook de zwarte. De minst mooie, niet alleen omdat de achtervleugel geen mooie kleur maar het saaie zwart laat zien, maar ook omdat het een ver versleten exemplaar betreft. Je moet een beetje mazzel hebben met de vlinder die op bezoek komt, is het een vers net uit de rups gekropen vlinder of eentje die al een tijdje rond heeft gevlogen en al heel wat schade aan de vleugels heeft opgelopen. Deze is wat ouder en heeft schade. Dit weeskind komt nog liever af op zoete stroop die je op een boomstam kunt smeren dan op licht van een lamp lees ik en behoort tot een andere familie dan de vorige twee. Is ook meer zeldzaam, maar breidt zich recentelijk uit. De top van de vliegtijd ligt in de tweede helft van augustus en de eerste helft van september. Waardplanten zijn in het najaar vooral kruidachtige planten, waaronder zuring, dovenetel en vogelmuur; in het voorjaar vooral loofbomen en struiken, waaronder klimop, kardinaalsmuts, meidoorn en berk. 30 okt. 2017 . Karmozijnrood weeskind (Catocala sponsa) Deze best grote rups kroop in De Lange Maten over het bospad. Ik heb de rups in een potje op turfmolm gezet en het wonder geschiedde. De rups bouwde zich om tot een vlinder, tot het karmozijnrode weeskind, een foto van die vlinder liet ik eergisteren zien hier. Die rupsen zijn boeiend, je kunt daar alleen al een hobby van maken. Zoeken, verzamelen, leren herkennen, laten verpoppen, de eitjes leren kennen etc. Daar kun je veel jaren mee bezig zijn en vraagt veel geduld en veel kunde. De grote diversiteit van het uiterlijk en van het gedrag maken dit natuuraspect meer dan boeiend. 31 okt. 2017 . Grote mantelmeeuw (Larus marinus) In Nederland kennen we twee soorten mantelmeeuwen, de grote en de kleine. Dit is de grote, dat zie je het best aan de kleur van de poten. Die poten zijn rose, niet geel dus. De kleine mantelmeeuw is overigens ook best wel fors maar heeft namelijk knal gele poten. Voor de soort hier op de foto kun je het best naar de Noordzeekust gaan want in het binnenland zie je haast alleen de kleine. Ook in deze maanden kun je de grote aan de kust goed aan treffen. 1 nov. 2017 . Grote mantelmeeuw (Larus marinus) Hier zijn de rose, vleeskleurige, poten goed te zien. Het is onze grootste soort meeuw, 74 cm lang en een spanwijdte van ongeveer 1,5 meter. Echt wel fors dus. 2 nov. 2017 . Kleine mantelmeeuw (Larus fuscus) Heb ik gele poten of niet, duidelijk wel dus en dat maakt dat dit de kleine en niet de grote mantelmeeuw is. Deze kleine is altijd nog ca. 53 cm lang, de grote is met zijn lengte van ca. 74 cm toch wel behoorlijk groter. Voor deze kleine mantelmeeuw hoef je niet naar de kust of naar Zeeland, je ziet hem ook hier veelvuldig op de weilanden. 3 nov. 2017 . Kleine mantelmeeuw (Larus fuscus) Het loont om vogels goed te bekijken. Dan zie je details. Zoals hier bij het oog het knal rode ringetje, steekt mooi af tegen de spier witte veertjes. De kleine mantelmeeuw broedt nog geen 100 jaar in Nederland, in 1926 werd het eerste broedgeval op Terschelling gevonden. Daarna bleef de Kleine Mantelmeeuw lange tijd zeldzaam; rond 1960 ging het om slechts 80 paren. Vanaf 1970 begon een explosieve toename naar meer dan 100.000 paren in 2010. De kolonie op de Maasvlakte-Europoort met max. bijna 30.000 paren, is vermoedelijk de grootste binnen Europa. In het diepe binnenland is de Kleine Mantelmeeuw een tamelijk zeldzame broedvogel. 4 nov. 2017 . Ruwe pissebed of gewone pissebed (Porcellio scaber) Dit is een zeer algemene soort landpissebed. Wist je dat dit diertje ontstaan is uit een kreeft, uit de klasse van de Malacostraca of hogere kreeften. Hij woont daar waar vochtige rottende plantendelen zijn. Zoals in tuinen, bossen en graslanden. De ruwe pissebed is gevoelig voor uitdrogen en komt daarom veelvuldig voor in kelders of onder bloempotten. Iedereen kent hem daar wel van. Hij is klein maar heeft stevige monddelen waarmee zelfs hout vermalen kan worden. De pissebed leeft dus van plantaardig materiaal, zoals rottend hout en bladeren en is daarom heel belangrijk bij het opruimen van afgestorven natuur, is daarin een belangrijke schakel. 5 nov. 2017 . Koereiger (Bubulcus ibis) Ik had dit kleine reigertje nog nooit gezien maar vandaag was het raak. Niet in Noord Brabant maar in Zuid Holland. In deze tijd is ie niet op zijn mooist, in zomerkleed heeft ie namelijk oranjegele borst-, kruin, en rugsierveren. De naam klopt echt wel want je vind ze het makkelijkst bij koeien. Dit kleintje is nog zeldzaam ofschoon de aantallen de laatste jaren toe lijken te nemen en in 1998 is voor het eerst met zekerheid gebroed in de Wieden (Overijssel), zonder succes overigens. In 2006 was er een evenmin succesvol broedgeval in de Braakman (Zeeland). 6 nov. 2017 . Koereiger (Bubulcus ibis) Ik had dit kleine reigertje nog nooit gezien maar vandaag was het raak. Niet in Noord Brabant maar in Zuid Holland. In deze tijd is ie niet op zijn mooist, in zomerkleed heeft ie namelijk oranjegele borst-, kruin, en rugsierveren. De naam klopt echt wel want je vind ze het makkelijkst bij koeien. Dit kleintje is nog zeldzaam ofschoon de aantallen de laatste jaren toe lijken te nemen en in 1998 is voor het eerst met zekerheid gebroed in de Wieden (Overijssel), zonder succes overigens. In 2006 was er een evenmin succesvol broedgeval in de Braakman (Zeeland). 6 nov. 2017 . Koereiger (Bubulcus ibis) Ik had dit kleine reigertje nog nooit gezien maar vandaag was het raak. Niet in Noord Brabant maar in Zuid Holland. In deze tijd is ie niet op zijn mooist, in zomerkleed heeft ie namelijk oranjegele borst-, kruin, en rugsierveren. De naam klopt echt wel want je vind ze het makkelijkst bij koeien. Dit kleintje is nog zeldzaam ofschoon de aantallen de laatste jaren toe lijken te nemen en in 1998 is voor het eerst met zekerheid gebroed in de Wieden (Overijssel), zonder succes overigens. In 2006 was er een evenmin succesvol broedgeval in de Braakman (Zeeland). 6 nov. 2017 . Koereiger (Bubulcus ibis) Ikzelf had ze nog nooit in Nederland gezien. Nu hoorde ik dat er maar liefst vier rond liepen daar in het Oudeland van Srijen. Ik zag er zelf drie. Kon er twee samen scherp op de foto zetten. 8 nov. 2017 . Koereiger (Bubulcus ibis) Ikzelf had ze nog nooit in Nederland gezien. Nu hoorde ik dat er maar liefst vier rond liepen daar in het Oudeland van Srijen. Ik zag er zelf drie. Kon er twee samen scherp op de foto zetten. 8 nov. 2017 . Schaatsenrijder (Gerris lacustris) Er zijn er niet veel die op water kunnen lopen maar dit insect heeft daar geen moeite mee. Je kent hem vast wel, de schaatsenrijder. Op mijn foto is heel goed te zien dat de poten op het water drukken, daar zelfs een putje in duwen maar er niet door heen zakken. De watermolekulen laten elkaar niet graag los en de druk van de poten is niet sterk genoeg om dat toch te doen gebeuren, anders gezegd, de oppervlaktespanning wint het van de pootdruk. De poten zijn speciaal gebouwd om goed gebruik te kunnen maken van die oppervlaktespanning. De beestjes kunnen erg beweeglijk zijn op het water, ze schaatsen dan heel wat af. Ze kunnen met grote snelheid weg schieten op het water. In een seconde speert een 1,5 cm grote schaatsenrijder gemakkelijk een meter weg. Voor een mens van 1,5 meter zou dat dus 100 meter in een seconde zijn, oftewel 360 kilometer per uur - en dat lopend over water! De voortbeweging komt van de gespreide middenpoten, de achterpoten dienen meer als roer. De voorpoten zijn voor het grijpen van hun buit. Want het zijn wantsen, waterwantsen, echte rovers. Als een insect op het water wordt gezien vallen ze onmiddellijk aan en zuigen het slachtoffer uit. 9 nov. 2017 . Kramsvogel (Turdus pilaris) Ze vliegen momenteel weer rond in onze natuur en natuurlijk het liefst in de buurt van bessenstruiken. Je kent ze vast wel vanwege hun 'gesjakker'. Dat geluidje is goed herkenbaar. Ze houden van gezelschap want ik zie ze steeds in groepjes bij elkaar. Op vogelvisie las ik dat er ook in Nederland enkele broedkolonies geweest zijn. In de jaren 80 waren er bijna 1.000 broedparen. De laatste jaren is het aantal broedparen gedaald tot minder dan 100 paar, onduidelijk waarom. Ze broeden normaliter veel meer oostelijk. 11 nov. 2017 . Kleine hermelijnvlinder (Furcula furcula) Ikzelf vind deze nachtvlinder, uit de familie van de tandvlinders, best bijzonder. En wel omdat ik wat blauwe tinten zie en die zie je heel weinig in de jas van nachtvlinders. Ik heb hier geflitst en misschien dat daardoor dat blauw extra in beeld komt. Deze mot, met een spanwijdte van ca. 27 tot 35 mm, zul je nu niet meer aan treffen omdat de vliegtijd loopt van ca. april tot augustus. De tot 35 mm lange rups is heldergroen met een purperachtig bruine zadeltekening en komt voor van juni tot september en eet vooral van wilg. De soort overwintert als pop in een stevige cocon tegen de bast van de waardplant. Je moet hem zoeken bij open plekken in het bos, struwelen en heiden en soms ook in parken en tuinen. 12 nov. 2017 . Kleine hermelijnvlinder (Furcula furcula) Ikzelf vind deze nachtvlinder, uit de familie van de tandvlinders, best bijzonder. En wel omdat ik wat blauwe tinten zie en die zie je heel weinig in de jas van nachtvlinders. Ik heb hier geflitst en misschien dat daardoor dat blauw extra in beeld komt. Deze mot, met een spanwijdte van ca. 27 tot 35 mm, zul je nu niet meer aan treffen omdat de vliegtijd loopt van ca. april tot augustus. De tot 35 mm lange rups is heldergroen met een purperachtig bruine zadeltekening en komt voor van juni tot september en eet vooral van wilg. De soort overwintert als pop in een stevige cocon tegen de bast van de waardplant. Je moet hem zoeken bij open plekken in het bos, struwelen en heiden en soms ook in parken en tuinen. 12 nov. 2017 . Koperwiek (Turdus iliacus) Wat zijn ze dol op bessen deze lijsters. Ze komen er speciaal voor vanuit het verre oosten naar hier in de wintertijd zoals nu. Hier is het een meidoornstruik dacht ik, een struik die overladen is met bessen. Bijna een garantie om daar koperwieken en ook kramsvogels te ontmoeten. 14 nov. 2017 . Zwarte herfstspinner (Poecilocampa populi) Zou je vandaag hier in Zundert nachtvlinders willen zoeken dan zou je in theorie tussen de 20 en 30 soorten kunnen tegen komen, deze zwarte herfstspinner is er daar eentje van die ik bij onze buitenlamp vond. De naam herfstspinner verwijst naar de familienaam 'spinners / lasiocampidae'. Opvallend zijn de roomwitte dwarslijnen op de antracietzwarte voorvleugel en de karakteristiekeroomkleurige kraag, ze zijn best zwaar gebouwd en ook zeer zwaar behaard en tamelijk groot. 15 nov. 2017 . Zwarte herfstspinner (Poecilocampa populi) Zou je vandaag hier in Zundert nachtvlinders willen zoeken dan zou je in theorie tussen de 20 en 30 soorten kunnen tegen komen, deze zwarte herfstspinner is er daar eentje van die ik bij onze buitenlamp vond. De naam herfstspinner verwijst naar de familienaam 'spinners / lasiocampidae'. Opvallend zijn de roomwitte dwarslijnen op de antracietzwarte voorvleugel en de karakteristiekeroomkleurige kraag, ze zijn best zwaar gebouwd en ook zeer zwaar behaard en tamelijk groot. 15 nov. 2017 . Grote zilverreiger (Ardea alba) Een echt grote vogel deze zilverreiger, toch vind ik het moeilijk om hem goed op de foto te krijgen. Om twee redenen. Ik ervaar hem als erg schuw, ik mag nooit dichtbij komen. En, wat is ie wit, zeg maar gerust spierwit, en het is moeilijk om nog enige tekening in al dat wit te krijgen. Tien jaar terug was het hier een zeldzaamheid maar tegenwoordig zie ik hem bijna altijd op mijn vogeltochtjes hier in de buurt. Ben benieuwd of dat straks ten koste van de nu zo gewone blauwe reiger zal gaan. 17 nov. 2017 . Kleine zilverreiger (Egretta garzetta) Misschien wel leuk om na het tonen van de grote gisteren, nu de kleine zilverreiger te laten zien. Even moeilijk om een nette foto van te maken. Misschien zelfs nog wat moeilijker want je ziet hem minder en hij is beduidend kleiner dan de grote. De kleine heeft zwarte poten met gele tenen en in de zomer een lange witte kuif. Dit reigertje is ca. 60 cm lang en heeft een spanwijdte van ca. 95 cm. Hij lijkt erg op die grote zilverreiger, maar die is flink groter met zijn ca. 90 cm lengte en spanwijdte van ca. 150 cm. 18 nov. 2017 . Blauwe reiger (Ardea cinerea) Na het tonen van de witte nu ook de blauwe in beeld gebracht. Die verdient het ook want het is gewoon een erg mooie vogel, vind ik toch. Ook in de vlucht is het een mooi gezicht. De blauwe reigers broeden merendeels in kolonies, slechts af en toe solitair. Verreweg de meeste van de rond 500 bekende kolonies liggen in het lage deel van het land, inclusief het rivierengebied maar ook in steden zijn kolonies geen uitzondering. In Nederland broeden ca. 11.000 paartjes. 20 nov. 2017 . Purperreiger (Ardea purpurea) Naast de zilveren en blauwe hebben we ook nog een derde grote reiger in Nederland, de purperen. Althans in de zomer want het is een echte zomergast. Nederland vormt de uiterste noordwestgrens van zijn leefgebied. Het leefgebied strekt zich van Nederland uit over heel Europa, maar de soort komt nergens echt noordelijker voor dan Nederland. Ze overwinteren in West-Afrika ten zuiden van de Sahara. De purperreiger leeft voornamelijk verborgen in moerassen en rietvelden en laat zich maar zelden zien. De vogel bouwt het nest op oud riet en broedt maar zelden in bomen. In Nederland komt de purperreiger alleen voor in een paar natuurgebieden met uitgestrekte rietvelden, waar ook bomen zoals wilgen en elzen groeien. Bolwerken van de purperreiger zijn de Nieuwkoopse Plassen (Zuid-Holland) en de Zouweboezem (Utrecht). Ik hoorde dat er bij grote uitzondering eentje op de trek even was neergestreken in de waterberging van de Mortelbeek hier in Zundert bij het zwembad. Ik had zo erg veel mazzel dat ik hem nog zag vliegen daar. Voor een foto niet vliegend, zal ik een keer naar de Zouweboezem bij Almeide moeten gaan vrees ik. 21 nov. 2017 . Platte wielwebspin (Nuctenea umbratica) Sovon Vogelonderzoek Nederland en Vogelbescherming Nederland riepen in 2017 de koekoek uit tot vogel van het jaar. Zoiets bestaat ook voor spinnen. Zo werd in maart j.l. deze platte wielwebspin door deskundigen uit 26 Europese landen gekozen als spin van het jaar 2017. De platte wielwebspin is een heel algemene soort bij ons. Hij behoort tot de grote groep van wielwebspinnen, net als de bekende kruisspin. Hij is vooral 's nachts actief. Het lijf is wat afgeplat zodat hij gemakkelijk weg kan kruipen. Overdag houdt de spin zich verborgen in spleten. Ik vond deze bij ons tuinhuisje, in jullie tuin zit ie vast ook wel. Het typerende wielweb is gemakkelijk te vinden. De typerende stand van de kleine ogen voor deze Araneidae is niet te miskennen; een ruitje van vier midden voor en aan weerszijden daarvan twee vrij dicht bij elkaar. De spin heeft een donkergrijs tot zwarte kleur met lichte randjes rond de bladfiguur op het achterlijf. Zoals bij veel wielwebspinnen heeft ook deze spin op de buikzijde van het achterlijf twee witte vlekken. Deze zijn ook 's nachts goed te zien. Het web van de spin is opvallend wijdmazig. Waarschijnlijk is het zo gebouwd om wat grotere nachtvlinders te kunnen vangen. 23 nov. 2017 . Platte wielwebspin (Nuctenea umbratica) Sovon Vogelonderzoek Nederland en Vogelbescherming Nederland riepen in 2017 de koekoek uit tot vogel van het jaar. Zoiets bestaat ook voor spinnen. Zo werd in maart j.l. deze platte wielwebspin door deskundigen uit 26 Europese landen gekozen als spin van het jaar 2017. De platte wielwebspin is een heel algemene soort bij ons. Hij behoort tot de grote groep van wielwebspinnen, net als de bekende kruisspin. Hij is vooral 's nachts actief. Het lijf is wat afgeplat zodat hij gemakkelijk weg kan kruipen. Overdag houdt de spin zich verborgen in spleten. Ik vond deze bij ons tuinhuisje, in jullie tuin zit ie vast ook wel. Het typerende wielweb is gemakkelijk te vinden. De typerende stand van de kleine ogen voor deze Araneidae is niet te miskennen; een ruitje van vier midden voor en aan weerszijden daarvan twee vrij dicht bij elkaar. De spin heeft een donkergrijs tot zwarte kleur met lichte randjes rond de bladfiguur op het achterlijf. Zoals bij veel wielwebspinnen heeft ook deze spin op de buikzijde van het achterlijf twee witte vlekken. Deze zijn ook 's nachts goed te zien. Het web van de spin is opvallend wijdmazig. Waarschijnlijk is het zo gebouwd om wat grotere nachtvlinders te kunnen vangen. 23 nov. 2017 . Platte wielwebspin (Nuctenea umbratica) Sovon Vogelonderzoek Nederland en Vogelbescherming Nederland riepen in 2017 de koekoek uit tot vogel van het jaar. Zoiets bestaat ook voor spinnen. Zo werd in maart j.l. deze platte wielwebspin door deskundigen uit 26 Europese landen gekozen als spin van het jaar 2017. De platte wielwebspin is een heel algemene soort bij ons. Hij behoort tot de grote groep van wielwebspinnen, net als de bekende kruisspin. Hij is vooral 's nachts actief. Het lijf is wat afgeplat zodat hij gemakkelijk weg kan kruipen. Overdag houdt de spin zich verborgen in spleten. Ik vond deze bij ons tuinhuisje, in jullie tuin zit ie vast ook wel. Het typerende wielweb is gemakkelijk te vinden. De typerende stand van de kleine ogen voor deze Araneidae is niet te miskennen; een ruitje van vier midden voor en aan weerszijden daarvan twee vrij dicht bij elkaar. De spin heeft een donkergrijs tot zwarte kleur met lichte randjes rond de bladfiguur op het achterlijf. Zoals bij veel wielwebspinnen heeft ook deze spin op de buikzijde van het achterlijf twee witte vlekken. Deze zijn ook 's nachts goed te zien. Het web van de spin is opvallend wijdmazig. Waarschijnlijk is het zo gebouwd om wat grotere nachtvlinders te kunnen vangen. 23 nov. 2017]. Haas Eens wat anders, een sfeerplaatje. Het was toen vroeg, vochtig en koud. 24 nov. 2017 . Kleine alk (Alle alle) Nu een foto die alleen de echte vogelliefhebber boeiend zal vinden denk ik. Immers, de fotokwaliteit is erg mager. Maar dat komt omdat dit kleine vogeltje, slechts ca. 20 cm groot, maar liefst op 150 meter afstand rond zwom. Ik heb dan ook al mijn telespullen moeten benutten om hem goed herkenbaar vast te leggen. De foto is gemaakt met een 500 mm telelens met daarop een 2,0x teleconverter; samen zo dus een lens van 1000 mm. Het pure zeevogeltje zat in de Noordzee, bij de Oosterscheldekering, in de Vluchthaven Neeltje Jans. De kleine alk broedt in grote kolonies op eilanden in de Noordelijke IJszee op steile klippen en puinhellingen tussen rotsblokken. Tijdens de winter verlaten ze de poolgebieden en begeven zich naar volle zee. De kleine alk leeft in de zomer hoofdzakelijk van plankton welke al duikend vanaf het wateroppervlak wordt gevangen. In de winter is er weinig plankton, zodat de vogel zijn dieet aanpast en kleine visjes, zoals sprot, aan zijn dieet toevoegt. Op het water zijn het dikke, haast rolronde balletjes met een nauwelijks opvallend snaveltje en een opgericht kort staartje. Een zwart-wit vogeltje, zoals alle alkachtigen, met witte schouderstreepjes en witte topjes van de armpennen. In hun winterkleed hebben ze bovendien wit van keel tot achter de oorstreek. 26 nov. 2017 . 27 nov. 2017 10:47 . 27 nov. 2017 10:47 . Roodkeelduiker (Gavia stellata) Nog een watervogel die ik in de winter vanaf de Brouwersdam op de Noordzee kon fotograferen. Helaas weer van grote afstand. Vaak best moeilijk om de juiste naam erbij te vinden. Hier zijn toch wel enkele duidelijke aanwijzingen. Zoals: het typische zwemgedrag, waarbij de kop enigszins schuin omhoog gehouden wordt, het wit voor het oog, de fijne schubtekening op de rug, de omhoog gerichte snavel, het vele wit op kin en hals. Een roodkeelduiker dus. De rode keel zou herkenning veel eenvoudiger maken maar die is alleen in het zomerkleed te zien. Roodkeelduikers zijn voornamelijk langs de Noordzeekust te zien en bijna alleen in de periode oktober-mei, met name hartje winter. De meeste vogels worden langsvliegend waargenomen, soms vele honderden of meer per dag. Roodkeelduikers jagen vaak gezamenlijk en zwemmen daarbij ook met opgeheven kop om elkaar heen. Broeden doet de roodkeelduiker langs grote meren in Noord-Europa. De vogel is niet snel op het land en nesten worden dan ook vlak langs de waterkant gebouwd, zodat de vogel bij gevaar snel onder water kan duiken. Meer op http://www.vogelsenbeestjes.nl/cpg/thumbnails.php?album=444 28 nov. 2017 . Parelduiker (Gavia arctica) Soms heb je mazzel en komt een zeevogel op een goed bruikbare schootsafstand voor mijn telelens. Zoals deze maand me overkwam bij Neeltje Jans bij deze parelduiker. Het zomerkleed is veel mooier dan dit winterkleed. Het blijft een sierlijke vogel. De snavel is naar beneden gebogen, de kop is bovenop wat plat. Ze liggen diep in het water, dat maakt het duiken gemakkelijker. De golfslag maakt dat je vaak alleen de hals en kop ziet. Ze duiken tot wel 50 meter diep op zoek naar vis. De spitse gestroomlijnde kop komt daarbij goed van pas. De vleugels zijn rank en dat maakt opvliegen lastig, vanaf land lukt dat zelfs niet maar met flink watertrappelen op het water wel, eenmaal in de lucht zijn het snelle vliegers. Deze soort is ongeveer 60 tot 70 cm groot, dus groter en met een zwaardere kop dan de roodkeelduiker. 29 nov. 2017 . Parelduiker (Gavia arctica) Soms heb je mazzel en komt een zeevogel op een goed bruikbare schootsafstand voor mijn telelens. Zoals deze maand me overkwam bij Neeltje Jans bij deze parelduiker. Het zomerkleed is veel mooier dan dit winterkleed. Het blijft een sierlijke vogel. De snavel is naar beneden gebogen, de kop is bovenop wat plat. Ze liggen diep in het water, dat maakt het duiken gemakkelijker. De golfslag maakt dat je vaak alleen de hals en kop ziet. Ze duiken tot wel 50 meter diep op zoek naar vis. De spitse gestroomlijnde kop komt daarbij goed van pas. De vleugels zijn rank en dat maakt opvliegen lastig, vanaf land lukt dat zelfs niet maar met flink watertrappelen op het water wel, eenmaal in de lucht zijn het snelle vliegers. Deze soort is ongeveer 60 tot 70 cm groot, dus groter en met een zwaardere kop dan de roodkeelduiker. 29 nov. 2017 . Parelduiker (Gavia arctica) Soms heb je mazzel en komt een zeevogel op een goed bruikbare schootsafstand voor mijn telelens. Zoals deze maand me overkwam bij Neeltje Jans bij deze parelduiker. Het zomerkleed is veel mooier dan dit winterkleed. Het blijft een sierlijke vogel. De snavel is naar beneden gebogen, de kop is bovenop wat plat. Ze liggen diep in het water, dat maakt het duiken gemakkelijker. De golfslag maakt dat je vaak alleen de hals en kop ziet. Ze duiken tot wel 50 meter diep op zoek naar vis. De spitse gestroomlijnde kop komt daarbij goed van pas. De vleugels zijn rank en dat maakt opvliegen lastig, vanaf land lukt dat zelfs niet maar met flink watertrappelen op het water wel, eenmaal in de lucht zijn het snelle vliegers. Deze soort is ongeveer 60 tot 70 cm groot, dus groter en met een zwaardere kop dan de roodkeelduiker. 29 nov. 2017 . Parelduiker (Gavia arctica) Soms heb je mazzel en komt een zeevogel op een goed bruikbare schootsafstand voor mijn telelens. Zoals deze maand me overkwam bij Neeltje Jans bij deze parelduiker. Het zomerkleed is veel mooier dan dit winterkleed. Het blijft een sierlijke vogel. De snavel is naar beneden gebogen, de kop is bovenop wat plat. Ze liggen diep in het water, dat maakt het duiken gemakkelijker. De golfslag maakt dat je vaak alleen de hals en kop ziet. Ze duiken tot wel 50 meter diep op zoek naar vis. De spitse gestroomlijnde kop komt daarbij goed van pas. De vleugels zijn rank en dat maakt opvliegen lastig, vanaf land lukt dat zelfs niet maar met flink watertrappelen op het water wel, eenmaal in de lucht zijn het snelle vliegers. Deze soort is ongeveer 60 tot 70 cm groot, dus groter en met een zwaardere kop dan de roodkeelduiker. 29 nov. 2017 . Zwarte zee-eend (Melanitta nigra) De Brouwersdam is een goede plaats om zeevogels te kunnen zien. Soms komt er eentje redelijk dichtbij, zoals hier deze zwarte zee-eend. Heel toepasselijk, de zwarte zee-eend is de enige echt zwarte eend. Tenminste de mannetjes want de vrouwtjes zijn donkerbruin. Frappant die snavel, met een flinke bult en de gele en rode kleur op dat zwart. Ze eten schelpdieren die ze opduiken van de zeebodem. Ze zijn ware duikkampioenen, met hun sterke zwempoten kunnen ze makkelijk 20 meter diep duiken. Ze zoeken daar op de tast met hun gevoelige snavel. De schelpen worden in hun geheel doorgeslikt, waarna de gespierde maag ze vermaalt. Vooral in de winter zijn grote groepen zwarte zee-eenden langs onze kust te zien. De Noordzee-kustzone is van groot belang voor zwarte zee-eenden. 1 dec. 2017 . Eidereend (Somateria mollissima) Een van de mooiere zee-eenden vind ik. Het mannetje dan wel te verstaan want de dames zijn net als bij veel andere eenden maar gewoontjes. Wel frappant overigens dat meneer alleen in de winter zijn prachtkleed heeft, in de zomer is ie geheel donker gekleurd met maar weinig wit. Jonge mannetjes laten hun prachtkleed pas zien als ze al een jaar of vier oud zijn, tot die tijd is het verenkleed bedekt met grijze en bruine vlekken. Op de foto gemaakt bij de Brouwersdam dus een ouder mannetje. Wil je nog een veel mooiere eider zien dan moet je bijvoorbeeld naar IJsland, daar zwemt de koningseider rond en die is heel apart en heel mooi, zoek maar eens een plaatje daarvan op. Onze gewone eider vind je vooral in het Waddengebied, zowel als broedvogel en als wintergast. Best groot zijn ze. Vooral de grote sterke snavel, die ze nodig hebben om mosselen te eten is opvallend. De nesten werden vroeger door bewoners ontdaan van het warme Eiderdons, waarmee uitstekende slaapzakken gevuld konden worden. 2 dec. 2017 . Drents heideschaap Dit groepje stoere jongens, alhoewel stoer, ze hielden best wat afstand, is soms te zien bij Huize Wallsteijn. Bij de rachelloods daar, bedoeld om hout te drogen, rusten deze rammen uit voordat ze naar de kudde op de Lange Maten gaan. Wallsteijn zelf is rond 1800 aangelegd door Frederik van de Wall, schout ofwel burgemeester van Zundert. De naam Wallsteijn is ontstaan uit de familienaam ‘Wall’ aangevuld met ‘Steijn’ om het landgoed en de eigenaar een zekere status te geven. 3 dec. 2017 . Vink (Fringilla coelebs) Toen ik deze foto maakte zaten aan onze kersenboom nog blaadjes en was de vink in topconditie. Best mooie kleuren heeft het mannetje. Ook nu in de winter is het nog steeds een mooie vogel waaraan in de tuin veel plezier beleefd kan worden. Hij maakt dankbaar gebruik van de voedertafel. Het vrouwtje is minder opvallend gekleurd, maar de twee witte vleugelstrepen op beide vleugels zijn ook bij het vrouwtje aanwezig. De vink heeft een grote, krachtige snavel die typerend is voor zaadeters. Vinken eten in de zomer echter veel insecten en ook de jongen krijgen eerst alleen insecten te eten. In de winter trekken de Nederlandse vinken naar het zuiden, terwijl vogels uit het noorden in Nederland overwinteren. De vogel is 's winters vaak in kleine groepen te zien en eet dan bijna alleen maar zaden. 5 dec. 2017 . Kat Ik ben een fan van poezen, ook deze vind ik mooi. Maar af en toe kom ik er eentje tegen in de vrije natuur zoals deze en daar zie ik ze liever niet. Het kunnen gehaaide jagers zijn. 7 dec. 2017 . Een kat kan een jager zijn maar dit is er zeker een. Een beladen vak c.q. hobby is dat jagen. Maar wellicht is dit een correcte jager die bijdraagt aan een goede wildstand. Zonder daarbij ongeoorloofd op vogels te schieten. Want dat gebeurt helaas ook in Nederland nog. Ik las dat er jaarlijks 1 miljoen vogels in Nederland worden geschoten. Een klein deel vast terecht, een groot deel vast onterecht. Het buitenland maakt het helaas nog veel bonter. Jaarlijks worden er in Europa meer dan 100 miljoen vogels geschoten, blijkt uit Duits onderzoek. 100 miljoen! Ondanks dat talloze groeperingen en burgers bezig zijn om vogels te beschermen en soorten voor uitsterven te behoeden. Zeldzame soorten als de wulp, de goudplevier en de watersnip worden met honderdduizenden afgeslacht. Frankrijk voert de dodenlijst aan met 25 miljoen geschoten vogels, Nederland blaast een aardig partijtje mee en staat op de 11e plaats. 8 dec. 2017 . Smient (Anas penelope) Een echte wintereend deze mooie smient. Hier zowel meneer als mevrouw in beeld. Smienten komen vanuit Scandinavië en Siberië naar Nederland om te overwinteren. In december en januari kom je ze in het westen van ons land het meeste tegen. Geschat wordt dat er wel tot bijna 1 miljoen van deze eenden bij ons voor de strenge kou komen schuilen. In de zomer, in de broedtijd, hangen slechts enkele tientallen paartjes rond in Nederland. Het is onduidelijk of hierbij ook vogels betrokken zijn die uit gevangenschap ontsnapt of losgelaten zijn. Maar het is wel aannemelijk dat het voor een groot deel om overzomeraars gaat, want zekere broedgevallen zijn zeldzaam. 9 dec. 2017 . Nonnetje (Mergellus albellus) Een echte wintervogel. Vanaf eind november tot eind maart kun je deze mooie watervogel in Nederland tegen komen, de piek ligt in februari. Ik zag deze in de Biesbosch. Het maximale aantal winter- en doortrekgasten wordt tussen de 3 en 7 duizend geschat. Strenge vorst in het Oostzeegebied kan ook onder bij ons mildere weersomstandigheden resulteren in een toestroom van Nonnetjes. De jaarlijks getelde aantallen schommelen sterk als gevolg van de reactie op het winterweer. Ik vind hem mooi dit pop art mannetje. Het zwarte oog valt bijna helemaal weg in de zwarte koptekening. Op de foto is de typische onderwaterstuurstaart van deze duikeend goed te zien. Hij behoort tot de zaagbekken. 11 dec. 2017 . Nonnetje (Mergellus albellus) Dit is een vrouwtje. Dat is minder opvallend gekleed dan meneer. Met ook in de winter een roestbruine kop met witte keel en een donkergrijs lichaam, de snavel is licht grijs met een kleine haak aan de punt en tandachtige lamellen op de snijranden. Die snavel is typisch voor de familie van de zaagbekken. Met die snavel worden visjes ter grootte van 3-6 cm gevangen, dat is hun voornaamste voedsel. Welk visjes het zijn maakt ze niet veel uit, beschikbaarheid is belangrijker dan de soort vis. Ook kreeftachtigen, slakken en waterkevers worden gegeten. Ze zijn vaak sociaal, dat betekent hier dat ze met een groepje allemaal tegelijk onder duiken om voedsel te zoeken en dan na ongeveer na 12-13 seconden weer samen boven komen. 13 dec. 2017 . Houtduif (Columba palumbus) Er woont al jaren een koppeltje houtduiven bij ons in de tuin. Ook met het slechte weer van afgelopen dagen is de houtduif nog present in de tuin. Veel mensen moeten van deze duif niets hebben maar wij gunnen hem zijn plekje hier wel. Dat gaat prima samen met enkele turkse tortels. De houtduif is de grootste in Nederland voorkomende duif en is gemakkelijk te herkennen aan de witte vlek in de hals. In de vlucht zijn de witte strepen op de vleugels duidelijke zichtbaar. De houtduif is een zware vogel, maar vliegt snel en is ondanks het grote gewicht erg wendbaar. De houtduif is in Nederland een zeer algemene broedvogel en bouwt een groot, slordig nest van kleine takjes. In de winter wordt de Nederlandse populatie aangevuld met vogels uit Noord- en Oost-Europa, die vaak in grote groepen naar het overwintergebied trekken. 14 dec. 2017 . Vink (Fringilla coelebs) Een paar dagen terug lag er even sneeuw bij ons. Lastig die sneeuw, in het verkeer bijvoorbeeld, maar in een foto vaak bruikbaar. 15 dec. 2017 . Turkse Tortel (Streptopelia decaocto) Naast de houtduif woont er ook een koppeltje turkse tortels in onze tuin. Bij slecht weer zitten ze graag goed beschut in een groenblijvende boom, den of conifeer. Ze worden maar gewoontjes gevonden, toch hebben we best veel lol van kun trouwe aanwezigheid. De eerste broedgevallen in Nederland vonden nog niet zo lang geleden plaats in Nederland, in 1950 om precies te zijn. Dit paste binnen een naar het noordwesten gerichte uitbreidingsgolf, waarbij grote delen van Europa bezet werden. Sindsdien breidde deze duif zich uit over het hele land en namen de aantallen toe tot rond 125.000 broedparen omstreeks 1980. De aantallen zijn sindsdien weer gedaald, maar sinds 1990 min of meer stabiel. De verspreiding is gebonden aan menselijke bebouwing, met de hoogste dichtheden in groene stadswijken en dorpen. De Turkse Tortel was in stedelijk gebied lange tijd veel talrijker dan de Houtduif, maar tegenwoordig is het veelal omgekeerd. Buiten steden en dorpen zijn Turkse Tortels schaars en broeden ze bijna alleen bij boerderijen of woonhuizen. 16 dec. 2017 . Putter (Carduelis carduelis) Hij heet ook wel distelvink maar je zou hem in de winter ook elzenvink kunnen noemen. Ze zijn dan heel blij met de zaadjes in de elzenpropjes. Die elzenproppen worden gevormd door de vrouwelijke bloemen. Het zijn de schutbladeren van deze bloemen die houtig geworden zijn. In hun oksels zitten de vruchtjes. De zwarte els (Alnus glutinosa) is een boom uit de berkenfamilie en is inheems voor Europa en Azië. Glutinosa betekent kleverig en dat heeft betrekking op de knoppen en de jonge bladeren. De toevoeging zwarte duidt op de donkerbruine schors van jonge bomen. De els kan 25 tot wel 35 m hoog worden, maar dat komt zelden voor. 18 dec. 2017 . Huisspringspin (Pseudeuophrys lanigera, Euophrys lanigera) Een van de leukere huisdiertjes vind ik dit spinnetje. Je moet hem eens met een loep goed bekijken. De loep is nodig want klein zijn ze, slechts een millimeter of vier. Dat is te zien op de foto met de gewone kleine lucifer. Grote kans dat ie ook bij jou in huis woont. Zelfs nu in de wintermaanden zou je hem kunnen aan treffen. 21 dec. 2017 . Huisspringspin (Pseudeuophrys lanigera, Euophrys lanigera) Een van de leukere huisdiertjes vind ik dit spinnetje. Je moet hem eens met een loep goed bekijken. De loep is nodig want klein zijn ze, slechts een millimeter of vier. Dat is te zien op de foto met de gewone kleine lucifer. Grote kans dat ie ook bij jou in huis woont. Zelfs nu in de wintermaanden zou je hem kunnen aan treffen. 21 dec. 2017 . Groenling (Carduelis chloris) Niet alleen zie ik geen sneeuw meer in de tuin, ook zie ik deze winter zo goed als geen groenlingen meer. In de winter trekt een deel van de populatie weg, maar tegelijk overwinteren vogels uit het noorden in Nederland. Het aantal vogels zou zo min of meer constant moeten blijven. Maar ik ben er niet gerust op, ben bang dat er gewoon minder vogels zijn. Wellicht ook omdat het nieuwe woonwijkje achter ons ondertussen gereed en bewoond is. De nieuwe bewoners daar hebben niet alleen bijna geen plaats voor hun auto's, ook voor wat groen in hun kleine tuintjes is geen plek. 26 dec. 2017 . Brandgans (Branta leucopsis) In principe een echte wintervogel deze brandgans. Tussen een half en heel miljoen van deze vogels overwinteren in ons land. Pas vanaf 1984 broeden ze ook hier. Steeds meer, nu al wel een stuk of 25.000 wordt geschat. Dit zal zo'n niet trekkende verwilderde vogel zijn geweest die ik aantrof bij de leemskuilen. Een beetje eenzaam moet ie zich daar gevoeld hebben want in de regel verblijven ze gezellig in grote groepen bij elkaar. 27 dec. 2017 . Zwarte Mees (Periparus ater) Het is al weer jaren geleden dat ik in onze tuin een zwarte mees zag. Ook in de bossen zie ik ze tegenwoordig nog zelden. Zwarte mezen broeden in naaldbossen en zijn het talrijkst bij een hoog aandeel sparrenbos. Het voorkomen buiten de zandgronden van Oost-, Midden- en Zuid-Nederland is verbrokkeld, maar wat ruimer dan bij de eveneens aan naaldhout gebonden Kuifmees. Zwarte mezen namen in de twintigste eeuw een tijdlang toe in het kielzog van massale aanplant van naaldbomen. Vanaf 1985 vertonen de aantallen een tendens tot afname. De omzetting van naaldhoutaanplant in meer natuurlijker loofbos verklaart deze afname maar ten dele. 28 dec. 2017 . Vloeivleklieveheersbeestje (Oenopia conglobata) Niet iedereen zal dit lieveheersbeestje kennen denk ik. Van deze familie kevertjes, de Coccinellidae, komen er in Nederland een kleine zestigtal soorten voor. Ze zijn 2 tot 10 millimeter groot. Dit vloeivlekje is slechts ca. 4 mm groot. De vervloeide vlekjes op de schilden kun je goed zien. Het is een gewone soort op de zandgronden van Oost- en Zuid-Nederland, maar heel erg zeldzaam in de duinen en op de kleigronden van West- en Noord-Nederland. De kevertjes en de larven zijn vaak roofdieren van onder andere bladluizen maar er zijn ook lieveheersbeestjes met een plantaardig dieet. De meeste lieveheersbeestjes leven ongeveer een jaar. Het aantal stippen zegt dus niets over de leeftijd. De kleur en de vlekken op de dekschilden spelen wel een belangrijke rol bij het op naam brengen van de verschillende soorten. De kever overwintert onder de schors van loofbomen, vooral op populieren, iepen, platanen en eiken. 30 dec. 2017 .