Tijdlijnfoto's Sneeuwgors (Plectrophenax nivalis) In december gespot op de Oesterdam. Niet dit jaar maar weer een tijdje terug maar met geluk zou je er nog een enkele kunnen tegen komen daar. Sneeuwgorzen uit noordelijke gebieden van IJsland tot Rusland bezoeken ons land van half september tot begin april. De najaarstrek is het sterkt tussen half oktober en eind november. De aantallen overwinteraars verminderen na januari terwijl van voorjaarstrek weinig gemerkt wordt. De Sneeuwgors is sterk gebonden aan de kust en de grootste groepen worden gezien in het Waddengebied. De landelijke aantallen schommelen van jaar tot jaar. 5 jan. 2019 . Sneeuwgors (Plectrophenax nivalis) Nog een sneeuwgors. In de zomer, in het broedseizoen zijn de mannetjes geheel wit zwart. Dat zien we hier in de winter niet, dan lijken mannetje en vrouwtje behoorlijk op elkaar. Misschien is dit een mannetje omdat er meer wit op de kop te zien is dan bij de vorige? 6 jan. 2019 . Groene cicade ? (Cicadella viridis) Een poos terug vond ik binnen op de vensterbank een vuiltje. Dat vuiltje bleek een dood beestje. Het bleek een klein cicade'tje van slechts 6 mm groot te zijn. Wellicht een groene cicade uit de hele grote familie van Cicadellidae. Ik heb mijn macrolens nog eens opgezocht en een vooraanzichtje gemaakt, 3 op 1 met de Canon MP-E 65 lens. Heb meerdere foto's gemaakt en de meest scherpe delen bij elkaar gevoegd met een speciale app. Het diertje mist een van de kleine antennes op de kop. Die kop is stomp en je ziet geen mond. Dat komt omdat cicaden geen normale mond hebben maar wel een soort steekbuis die naar achteren wijst en hier niet te zien is en waarmee ze plantensappen aftappen. Dat kunnen ze heel goed en zo vormen ze nogal eens een plaag bij de groentekweker. Ze kunnen ook ziektes over brengen. Eén legsel van het vrouwtje kan uit honderden eitjes bestaan die binnen de zes tot acht weken uitkomen. Volwassen dwergcicaden springen of vliegen bij het minste gevaar weg. De jongen hebben nog geen vleugels en kruipen naar de onderkant of de schaduwkant van het blad. Hierdoor zijn de dwergcicaden vaak onopgemerkt op bomen of planten. 8 jan. 2019 . Groene cicade ? (Cicadella viridis) Heb het dode beestje ook eens op een gewone kleine lucifer gezet, zie je mooi hoe klein het insectje is. Op een na zijn ondertussen al de pootjes afgebroken. Wel is nog de zuigbuis, de mond, van deze plantensapdrinker te zien. 9 jan. 2019 . De herfst voorbij 10 jan. 2019 . De herfst voorbij 11 jan. 2019 . Wintertaling (Anas crecca) Een van mijn favoriete eendjes. Niet groot zijn ze, ca. 35 cm groot en 350 gram, daarmee de kleinste eend die in Europa voorkomt. Gelukkig niet zeldzaam, ik zag er weer een heleboel gisteren daar aan de Gortzakweg aan het eind van de Oesterdam daar vooraan in Zeeland. Het bruin van het kruintje van dit mannetje past mooi bij de kleur van de verweerde planten in het ondiepe water. Er is nog net iets van het groene spiegeltje in de vleugel te zien. 12 jan. 2019 . Wintertaling (Anas crecca) Het vrouwtje liet zich ook nog even zien. Daar is het groene spiegeltje in de vleugel beter te zien. Op het spiegeltje na is het vrouwtje veel saaier getooid dan het mannetje. Bij de eenden zijn de mannetjes in de regel het mooist. 12 jan. 2019 . De kop van een schietmot van heel dichtbij. 13 jan. 2019 . Zo ziet een schietmotoog er uit. 13 jan. 2019 . Torenvalk (Falco tinnunculus) Deze foto was net kantje boord, mevrouw zat net hoog genoeg, kwam net uit boven een afrasteringsplank in de voorgrond. Ik probeerde nog beter dichterbij te komen maar dat liet ze niet toe, ze was meteen gevlogen. 14 jan. 2019 . Ruigpootbuizerd (Buteo lagopus) Ik had ooit in 2011 eens een ruigpootbuizerd voor het eerst zien vliegen bij de Stompe toren daar in Zeeland maar deze gisteren bij Scherpenisse liet zich beter zien. Ruigpootbuizerds broeden in Scandinavië, en verder oostelijk over de toendrazone richting de Grote Oceaan, ook wel in het noorden van Noord-Amerika. De Scandinavische vogels overwinteren in het westen en midden van Europa. In Nederland een vrij zeldzame wintergast, die de laatste decennia in aantal lijkt te zijn afgenomen. De naam duidt er al op, de poten zijn niet kaal maar tot aan de tenen (ruig) bevederd. Bij de buizerd, die er soms verrassend veel op kan lijken, zijn de poten steeds kaal. 15 jan. 2019 . Ruigpootbuizerd (Buteo lagopus) Dit is een kenmerkend beeld voor een ruigpootbuizerd, hangend, biddend, boven een plek waar een muis of iets dergelijks te verwachten is. Een gewone buizerd kan dit ook wel maar lang niet zo goed. De ruigpoot doet het ook vaker en net zo kundig als een torenvalk maar dan met een meer rustige vleugelslag. Ook hangt ie wel flinke poosjes stil te zweven op een gunstige luchtstroom onder hem. Vanwege die luchtstroom zal het wel geen toeval zijn dat ie vaak te vinden is bijvoorbeeld bij het talud van een dijk. 15 jan. 2019 . Grote knotspoot (Julus scandinavius) Het aantal poten is vaak een belangrijk kenmerk voor het soort diertje dat je voor je hebt. Zo hebben insecten in de regel zes poten. Dit beestje heeft er echter veel meer dan zes. Het blijkt dan ook een Myriapoda (duizendpoot) te zijn en geen Hexapoda (zespoot). We moeten het diertje daarom ook geen insect noemen. Het diertje is minder ontwikkeld, minder ver geëvolueerd dan een insect. Denk daarbij aan de bouw van het ademhalingssysteem, het zenuwsysteem, de zintuigen. Het is dus een heel oud ontwerp dit beestje, erg succesvol zou je zo ook kunnen zeggen. De bouw is een soort systeembouw van aan elkaar gebouwde segmenten. De meeste segmenten zijn voorzien van poten. Nu zien we hier bij de achterste segmenten, wat hier uit twee delen samengestelde segmenten zijn, per segment twee paar poten en dat maakt dat we hier een Diplopoda hebben, in de regel een miljoenpoot genoemd. De primitieve slechte ogen zijn uit een aantal ocellen opgebouwd, die lijken nog minder goed tegen elkaar te zijn geordend als in de regel bij insecten. De Myriapoda zijn vaak giftig, ze kunnen gif uit poriën stuwen. Ze zijn geen lekker hapje op die manier en dat helpt de overleving. Nog leuk hier om te zien is het geslachtsorgaan, die twee pinnetjes die uit de onderbuik te voorschijn komen bij het vijfde segment. Als de miljoenpoot ouder wordt, als die groeit, gaat dat gepaard met vervellen. Het oude pantser wordt afgeworpen en maakt plaats voor een grotere jas waarbij ook het aantal segmenten nog kan toenemen. (Ik ben geen bioloog en hoop een en ander een beetje juist te hebben verwoord?)(Foto gemaakt met Canon MP-E65mm lens op 4x uit een stack van 24 opnames)(Heb hier in de hoek het diertje naast een gewone kleine lucifer getoond om de werkelijke grootte te kunnen inchatten). Later werd me op waarneming nl nog verteld "Dit is mannetje Julus scandinavius. Zie de twee uitstulpingen tussen het eerste paar poten." Die uitstulpingen had ik zelf nog niet opgemerkt. 16 jan. 2019 . Grote knotspoot (Julus scandinavius) Hier de kop van de veelpoot nog wat groter in beeld. Ik heb het opgemeten, de ogen staan ca. 1,5 mm uit elkaar. Wel leuk om bijvoorbeeld die twee rijen tasthaartjes op bovenlip/bovenkaak te zien. 16 jan. 2019 . Hier zet een regenboog voet aan de grond en schildert een aantal bomen bont. 17 jan. 2019 . Grote flamingo (Phoenicopterus antiquorum/roseus) Bijna veertig jaar terug ontsnapten een aantal flamingo's uit een privecollectie en die kwamen terecht in een natuurgebied net over de grens met Duitsland bij Groenloo, bij het Zwillbrocker Venn om precies te zijn. Dat ven vriest in de winter dicht en de flamingo's moeten zo 's winters op de wieken om open water en zo voedsel te vinden. Ze ontdekten dat het Grevelingenmeer voldoende zout was om niet dicht te vriezen in de winter. Gelukkig voor de flamingo's bleek het water daar ook nog eens voldoende voedsel voor de vogels te bevatten en voldoende ondiepe plekken te hebben op maat voor de lange poten. Het gaat zo al jaren goed met deze prachtige vogels. De laatste jaren is de hechte groep zelfs in aantal gegroeid. Ikzelf telde er nu 63 exemplaren. De groep bestaat uit verschillende soorten en uit hybriden daarvan. 19 jan. 2019 . Chileense Flamingo (Phoenicopterus chilensis) Je kunt goed het verschil zien tussen de kleinere chileense flamingo en de grotere europese. Die kleine chileense heeft zwart op de snavel tot in de hoek van de snavel, heeft een korte dikke nek en heeft grijsgele poten met een rode knie. Daar in het Zwillbrocker Venn zijn allerlei vriendschappen ontstaan waardoor enkele vreemde kindjes ofwel hybriden zijn ontstaan. De hechte groep wordt door iedereen met rust gelaten, er wordt geen enkel beheer op uitgevoerd. Wel wordt alles goed bijgehouden, zo krijgen de baby's allemaal een herkenningsring, je ziet er hier verschillend aan de poten zitten. 19 jan. 2019 . Flamingo (Phoenicopterus) Is dit niet een typisch Hollands beeld? Een flinke groep rustende grote vogels; vogels waarbij we meteen aan een warm land denken en bepaald niet aan een stevige hoge dijk zoals hier aan het Grevelingenmeer. 20 jan. 2019 . Zal de consumtiemaatschappij de energietransitie voor elkaar krijgen? Zal de toekomst rooskleurig blijven? Of wordt de toekomst moeilijk, somber, kleurloos, waarbij het waterpeil stijgt? 21 jan. 2019 . Strandleeuwerik (Eremophila alpestris) Al een aantal jaren hoopte ik een keer de strandleeuwerik tegen te komen. Nu is het gelukt dankzij aanwijzingen op waarneming.nl. Ik moest er wel voor naar Terneuzen want daar zaten er enkele langs de oever van de Westerschelde. De meeste kans heb je in november en normaliter zitten ze alleen op de waddeneilanden of Friesland, helemaal in het noorden dus. Maar soms, bij streng winterweer kunnen ze afzakken ook naar Zeeland en nog meer zelden ook een beetje meer het binnenland in. 22 jan. 2019 . Strandleeuwerik (Eremophila alpestris) Ze doen hun naam eer aan, ze vertoeven echt wel op het strand. Ik zag ze eerst op de dijk landen, van daaruit wordt gekeken of de kust veilig is en zo ja dan landen ze op het zand. Ze zoeken er wat te eten. Dat doen ze in het zand en aan de struikjes. Wat ze in het zand vinden, zou het niet weten, aan de struikjes zag ik ze zaadjes eten, ik denk uit een aar van zeeweegbree? Ze vormen hechte kleine groepjes in de winter, houden elkaar goed in de gaten, vliegt er een op dan volgt de rest meteen. 23 jan. 2019 . Strandleeuwerik (Eremophila alpestris) Ze doen hun naam eer aan, ze vertoeven echt wel op het strand. Ik zag ze eerst op de dijk landen, van daaruit wordt gekeken of de kust veilig is en zo ja dan landen ze op het zand. Ze zoeken er wat te eten. Dat doen ze in het zand en aan de struikjes. Wat ze in het zand vinden, zou het niet weten, aan de struikjes zag ik ze zaadjes eten, ik denk uit een aar van zeeweegbree? Ze vormen hechte kleine groepjes in de winter, houden elkaar goed in de gaten, vliegt er een op dan volgt de rest meteen. 23 jan. 2019 . Strandleeuwerik (Eremophila alpestris) Ze doen hun naam eer aan, ze vertoeven echt wel op het strand. Ik zag ze eerst op de dijk landen, van daaruit wordt gekeken of de kust veilig is en zo ja dan landen ze op het zand. Ze zoeken er wat te eten. Dat doen ze in het zand en aan de struikjes. Wat ze in het zand vinden, zou het niet weten, aan de struikjes zag ik ze zaadjes eten, ik denk uit een aar van zeeweegbree? Ze vormen hechte kleine groepjes in de winter, houden elkaar goed in de gaten, vliegt er een op dan volgt de rest meteen. 23 jan. 2019 . Strandleeuwerik (Eremophila alpestris) Ze doen hun naam eer aan, ze vertoeven echt wel op het strand. Ik zag ze eerst op de dijk landen, van daaruit wordt gekeken of de kust veilig is en zo ja dan landen ze op het zand. Ze zoeken er wat te eten. Dat doen ze in het zand en aan de struikjes. Wat ze in het zand vinden, zou het niet weten, aan de struikjes zag ik ze zaadjes eten, ik denk uit een aar van zeeweegbree? Ze vormen hechte kleine groepjes in de winter, houden elkaar goed in de gaten, vliegt er een op dan volgt de rest meteen. 23 jan. 2019 . Strandleeuwerik (Eremophila alpestris) Ze doen hun naam eer aan, ze vertoeven echt wel op het strand. Ik zag ze eerst op de dijk landen, van daaruit wordt gekeken of de kust veilig is en zo ja dan landen ze op het zand. Ze zoeken er wat te eten. Dat doen ze in het zand en aan de struikjes. Wat ze in het zand vinden, zou het niet weten, aan de struikjes zag ik ze zaadjes eten, ik denk uit een aar van zeeweegbree? Ze vormen hechte kleine groepjes in de winter, houden elkaar goed in de gaten, vliegt er een op dan volgt de rest meteen. 23 jan. 2019 . Strandleeuwerik (Eremophila alpestris) Ze doen hun naam eer aan, ze vertoeven echt wel op het strand. Ik zag ze eerst op de dijk landen, van daaruit wordt gekeken of de kust veilig is en zo ja dan landen ze op het zand. Ze zoeken er wat te eten. Dat doen ze in het zand en aan de struikjes. Wat ze in het zand vinden, zou het niet weten, aan de struikjes zag ik ze zaadjes eten, ik denk uit een aar van zeeweegbree? Ze vormen hechte kleine groepjes in de winter, houden elkaar goed in de gaten, vliegt er een op dan volgt de rest meteen. 23 jan. 2019 . Strandleeuwerik (Eremophila alpestris) Ze doen hun naam eer aan, ze vertoeven echt wel op het strand. Ik zag ze eerst op de dijk landen, van daaruit wordt gekeken of de kust veilig is en zo ja dan landen ze op het zand. Ze zoeken er wat te eten. Dat doen ze in het zand en aan de struikjes. Wat ze in het zand vinden, zou het niet weten, aan de struikjes zag ik ze zaadjes eten, ik denk uit een aar van zeeweegbree? Ze vormen hechte kleine groepjes in de winter, houden elkaar goed in de gaten, vliegt er een op dan volgt de rest meteen. 23 jan. 2019 . Strandleeuwerik (Eremophila alpestris) Ze doen hun naam eer aan, ze vertoeven echt wel op het strand. Ik zag ze eerst op de dijk landen, van daaruit wordt gekeken of de kust veilig is en zo ja dan landen ze op het zand. Ze zoeken er wat te eten. Dat doen ze in het zand en aan de struikjes. Wat ze in het zand vinden, zou het niet weten, aan de struikjes zag ik ze zaadjes eten, ik denk uit een aar van zeeweegbree? Ze vormen hechte kleine groepjes in de winter, houden elkaar goed in de gaten, vliegt er een op dan volgt de rest meteen. 23 jan. 2019 . Blauwe Kiekendief (Circus cyaneus) Een mooie flink grote roofvogel is deze kiekendief. Te herkennen aan de typische manier van vliegen, laag, trage vleugelslag, vleugels iets in v vorm. Hier is dit vrouwtje, het is een vrouwtje want dat is te zien aan de witte stuit, gefocused op iets beneden haar vandaar de uithangende poten. Het witte masker bij de ogen is ook een kenmerk. Enkele honderden noordelijke vogels overwinteren verspreid over het land. Ze gebruiken gezamenlijke slaapplaatsen in hoogveen- en heidegebieden, moerassen en boerenland waar tot enkele tientallen vogels bijeenkomen. Het aandeel volwassen mannetjes, die veel mooier zijn, die blauw grijs gekleurd zijn, varieert per winter en per regio, maar is in het oosten van het land doorgaans hoger dan in het westen. 25 jan. 2019 . Blauwe Kiekendief (Circus cyaneus) Laag en langzaam, met de blik strak naar onder gericht, vliegt een kiek over struweel en struikgewas. En als ie dan iets meent te zien wat eetbaars is, dan gooit ie bliksemsnel zijn staart en vleugels in duikstand en valt neer richting prooi. 26 jan. 2019 . Blauwe Kiekendief (Circus cyaneus) Ik kon enkele seconden dit vrouwtje blauwe kiekendief door mijn camera volgen. Nam diverse opnames en had de mazzel dat plotseling naar een vermeende prooi werd gedoken. Helaas voor haar vergeefs want met niets in de klauwen vervolgde ze haar weg. Middels Photoshop kon ik een samenstelling maken van de vlucht. Dit geeft een goede impressie van de manier waarop een kiekendief jachtvluchten maakt. 28 jan. 2019 . Buizerd (Buteo buteo) Zundert heeft sinds enkele jaren een klein industrieterreintje naast de Ardo, de oude Groko. Nog lang niet alle grond is door nieuwe bedrijven bezet. Wel komt er een en ander aan, zo is een perceel al afgezet met een hekwerk. Op dat hekwerk is deze buizerd vaak te vinden. De braakliggende grond is kennelijk nog geschikt voor het vinden van wat eten. Wat voedsel betreft is de buizerd een flexibele vogel en een opportunist; hij eet wat voorhanden is. Vandaar ook z'n brede verspreiding. Veldmuizen, mollen of konijnen vormen vaak het hoofdvoedsel samen met kikkers en kleine vogels. Maar ook hazelwormen, insecten, verschillende amfibieën zijn dan niet veilig. Ook eet hij wel aas, meestal verkeersslachtoffers. Als hij een prooi ziet vanaf zijn uitkijkpost laat de buizerd zich er als een baksteen op vallen. In de winter zitten ze ook vaak op de grond; dan eten ze regenwormen. 30 jan. 2019 . Buizerd (Buteo buteo) Mistroostig en nat weer was het deze dag. De buizerd had in het natte gras gezeten vandaar de natte staart. Misschien dat ie vanwege het vocht de veren wat langer open hield? 31 jan. 2019 . Buizerd (Buteo buteo) De buizerd bij de oude Groko liet zich goed zien, kon hem in verschillende poses fotograferen. Ik zag niet dat ie een prooi had, waarschijnlijk ging het om regenwormen? In de lucht is het steeds een prachtig gezicht deze grote vogel vind ik. 1 feb. 2019 . Buizerd (Buteo buteo) De buizerd bij de oude Groko liet zich goed zien, kon hem in verschillende poses fotograferen. Ik zag niet dat ie een prooi had, waarschijnlijk ging het om regenwormen? In de lucht is het steeds een prachtig gezicht deze grote vogel vind ik. 1 feb. 2019 . Buizerd (Buteo buteo) De buizerd bij de oude Groko liet zich goed zien, kon hem in verschillende poses fotograferen. Ik zag niet dat ie een prooi had, waarschijnlijk ging het om regenwormen? In de lucht is het steeds een prachtig gezicht deze grote vogel vind ik. 1 feb. 2019 . Ruigpootbuizerd en gewone Buizerd In januari kon ik een vliegbeeld vastleggen van zowel de ruigpoot, Buteo lagopus, als de gewone buizerd, Buteo buteo. Met Photoshop heb ik de twee beelden naast elkaar gezet, best handig als je de verschillen tussen deze twee soorten uit dezelfde buteofamilie wil leren kennen. De voorste is de ruigpoot, gemakkelijk te herkennen aan de bevederde poten. Andere kenmerken zijn; wat opgeheven vleugels, een contrasterend bleek gezicht, vlekkerige bovendelen, bruine buik, op onderzijde vleugel duidelijke polsvlekken en een diffuse achterrand, in de staart aan de onderzijde een vage eindband. De gewone buizerd kan er heel verschillend uit zien, soms best sterk lijkend op de ruigpoot. De kale poten zijn het beste verschilpunt. Maar ook de meerdere strepen in vleugel en staart en het minder bleke gezicht. Dat de ruigpoot goed kan bidden in de lucht zie je natuurlijk niet op deze foto maar vaak wel in het veld. 2 feb. 2019 . Aalscholver (Phalacrocorax carbo) Dat groene oog valt me iedere keer weer op bij deze echte watervogel. Een beetje een rare watervogel is ie wel want hij wordt echt nat omdat ie zichzelf slecht inoliet. Het water wordt zo niet afgestoten door het verenkleed en kan de huid bereiken. Niet zo handig met dit koude weer lijkt me. 3 feb. 2019 . Aalscholver (Phalacrocorax carbo) Vissen kunnen ze als geen ander. Ze zijn er op gebouwd, dat zie o.a. door de diepe ligging, alleen de hals komt nog uit het water. Flinke zwemvliezen doen de rest, met grote snelheid achtervolgen ze een vis die als eerste in zuurstofschuld komt en zo gemakkelijk gegrepen kan worden. Ze eten 500 tot 1000 gram vis per dag. De beroepsvissers zijn daarom niet blij met deze typische hollandse vogel. Het belangrijkste broedgebied van de Nederlandse aalscholverpopulatie bevindt zich rond het IJsselmeer. Doordat de vogels in kolonies broeden en bij voorkeur paling eten, vormen de vogels volgens de beroepsvisserij een bedreiging voor de palingstand. Om deze reden is de aalscholver in het verleden vervolgd, waardoor de populatie rond het jaar 1960 was gedaald tot minder dan duizend broedparen. Door wettelijke bescherming, maar ook door toename van het voedselaanbod heeft de populatie zich inmiddels weten te herstellen tot ongeveer 25.000 broedparen. Dat kunnen we ook in De Matjes zien, daar huizen er ook een aantal de laatste jaren. 4 feb. 2019 . Aalscholver (Phalacrocorax carbo) Als ie zijn buikje weer vol heeft gaat ie op de wieken. Met een beetje fantasie lijken het wel schubben die veertjes op de vleugels en borst. Ik heb deze keer niet gezien dat ie ergens met gespreide vleugels ging zitten om weer droog te worden. 5 feb. 2019 . Blauwe reiger (Ardea cinerea) Een gewone blauwe reiger. Of is ie eigenlijk niet zo gewoon. Immers zeg nu zelf, is ie mooi of is ie mooi. Geen toeval dat die veerjtes zo piekerig zitten, hoort bij een schoonheidsplan. 7 feb. 2019 . Grote zilverreiger (Ardea alba) Heeft de blauwe reiger best veel kleur, deze neef helemaal niet. Alleen de snavel is geel en de poten zwart, de rest hagelwit. Knap dat deze vogels zo schoon wit blijven. Ze zijn met een opmars in Nederland bezig. Ze komen in het najaar in groten getale vanuit midden- en oost-Europa naar ons toe om te overwinteren, maar er zijn er ook die hier hun eieren uitbroeden en hun jongen grootbrengen. Het eerste broedgeval dateert uit 1978 in de Oostvaardersplassen, inmiddels broeden er meer dan 200 paar verspreid over het land. 9 feb. 2019 . Grote zilverreiger (Ardea alba) Onze natuuronderzoekers schijnen nog niet al te veel te weten over het gedrag van de grote zilverreiger. Wat eet hij, in ieder geval af en toe een visje zoals hier te zien is? Waar trekt hij in de winter naar toe? Wanneer zijn ze geslachtsrijp en zorgen ze voor nageslacht? In één van de grootste broedkolonies van de grote zilverreiger in Nederland, het Krammer-Volkerak wordt daarom regelmatig geringd. Mocht je er een met ringen zien, geef de gegevens dan door. 11 feb. 2019 . Kanoet (Calidris canutus) Een poosje terug was ik bij het strand van de Westerschelde en zag daar in zijn eentje een kanoet lopen. Meestal zie je ze in de winter hier met groepjes aan de kust, dit leek een einzelgänger. Deze kanoet of kanoetstrandloper is de grootste strandlopersoort die we hier hebben. Er is een groot verschil in zomer- en winterkleed. In het zomerkleed is de vogel goed gecamoufleerd op de toendra; daar broedt de kanoet. Hier zie het sobere winterkleed. Het is een sterke vlieger met lange vleugels, goed uitgerust voor de trek over lange afstanden. De Waddenzee is voor de kanoet een van de belangrijkste pleisterplaatsen van de wereld. Zonder de Waddenzee zou hij het niet redden. 14 feb. 2019 . Kanoet (Calidris canutus) Bij hoog water heb je meer kans om de kanoet te zien. De kustlijn is dan smal en ter hoogte van die lijn ligt vaak een rigel met spul, wier etc., met daarin ook nogal eens wat te eten. Op gunstige zandplaten kunnen dan grote groepen bij elkaar komen. In de winter kun je denken aan in totaal ruim 100.000 vogels, tijdens de trel wel ruim 200.000. Op de foto kijkt de kanoet me nog even goed aan, knikt even hierna houdoe en gevolgen was ie weer. 16 feb. 2019 . Scholekster (Haematopus ostralegus) Iedereen kent hem wel deze bonte piet, toch? De lange rode snavel valt erg op tegen dat zwart wit. Het pieten met elkaar in baltstijd, is een waar spektakel en vergeet je niet gauw als je het een keer goed gezien hebt. Ik kan me nog herinneren dat ik de eerste broedende scholekster in Zundert zag. Op de Tiggeltseberg, zeker zo'n veertig jaar terug. De jaren daarna heeft ie zich steeds meer gevestigd hier. Uit nood want veel liever zoekt ie eten in het zachte natte zand in de kuststreek zoals hier op de foto maar daar zijn de gunstige broedplaatsen niet toereikend meer. 18 feb. 2019 . Scholekster (Haematopus ostralegus) Tot op deze diepte zoeken ze hun maaltje. Die snavel is niet zomaar een stukje hoorn of zo maar een knap instrument. In de punt zitten voelzenuwen en die punt kan zich gedragen een beetje als vingers. Wel handig want je ziet natuurlijk niks daar in dat slik. Een lange warme droge zomer zoals afgelopen jaar maakt de grond keidroog, keihard. Te snappen is dat dit soort grondpeuteraars dan moeilijk aan een kostje kunnen komen, ze krijgen hun snavel niet meer de grond in geduwd en bovendien zitten de grondbeestjes dan ook nog eens extra diep. De scholekster heeft het dan moeilijk. Zit het allemaal mee dan kan een scholekster wel 30 jaar oud worden! In Nederland is ooit een exemplaar van 46 jaar oud aangetroffen! 19 feb. 2019 . Alk (Alca torda) Vandaag zag ik bij de Plompe Toren bij Koudekerke meerdere echte alken zwemmen. Best ongewoon om deze echte zeevogel daar in Zeeland aan te treffen. De vorm van de snavel is heel kenmerkend, smal en hoog. Ook in de winter is het witte streepje op de neus bij volwassen vogels te zien. Op Wikipedia lees ik; In Europa zijn de populatie-aantallen sinds 2005 aan het dalen. Een oorzaak daarvan is de achteruitgang van het bestand aan zandspiering. Ook andere factoren spelen een rol zoals klimaatverandering en jacht. Daarom staat deze zeevogel sinds 2015 als gevoelig op de Rode Lijst van de IUCN. 21 feb. 2019 . Alk (Alca torda) Er waren enkele alken druk bezig met foerageren. Dan valt het nog niet mee om ze op te foto te krijgen. Ze zitten immers niet zo dicht bij de dijk en zijn steeds maar even boven water en waar ze weer opduiken is steeds een gokje. Ze vissen op kleine vissoorten, zoals spiering en haring, en kreeftachtigen die worden opgedoken van soms een aanzienlijke diepte. Ze zijn onder water echt rap, komt omdat ze poten en vleugels gebruiken bij het zwemmen. Je kunt ook zeggen dat ze onder water eveneens vliegen, met korte krachtige vleugelslagen duwen ze zich steeds af tegen het water. Op deze foto kun je het vleugelgebruik een beetje herkennen, de smalle sterke vleugels worden al een beetje open gehouden zodat met een paar vleugelslagen er al weer een spierinkje het haasje is. 22 feb. 2019 . Heggenmus (Prunella modularis) Een zachte winter, mooi weer, het voorjaar meldt zich. Dat voorjaar is in het koppie van deze heggenmus gekropen. De hormonen werden opgestart en nu is ie kwaad op van alles. Ook op zijn eigen spiegelbeeld dat ie ziet in de autoruit en in de autospiegel. We zagen de heggenmus allemaal bezig bij die spiegel. Om de zoveel minuten kwam ie zich even druk maken, de poepjes op de spiegel verraden dat ook. Toch maar geprobeerd er een foto van te maken. Daarom voorzichtig met camera de tuin in geslopen en mijn geduld getest. Het lukte om deze plaatjes te maken, deels door de struiken heen. Op de spiegel zittend boog ie steeds voorover om te zien waar de concurrent zat daar in die spiegel. Zittend bij het raam had ie het helemaal niet meer, daar zag ie zelfs drie concurrenten, een spiegelbeeld voor hem in het raam plus twee in de spiegel, een van hem en een van zijn spiegelbeeld. Even later zag ik een tweede heggenmus, vast een dame want de achtervolging en begroeting werd ingezet. Komt dus vast goed met de heggenmus bij ons in de tuin. 23 feb. 2019 . Heggenmus (Prunella modularis) Een zachte winter, mooi weer, het voorjaar meldt zich. Dat voorjaar is in het koppie van deze heggenmus gekropen. De hormonen werden opgestart en nu is ie kwaad op van alles. Ook op zijn eigen spiegelbeeld dat ie ziet in de autoruit en in de autospiegel. We zagen de heggenmus allemaal bezig bij die spiegel. Om de zoveel minuten kwam ie zich even druk maken, de poepjes op de spiegel verraden dat ook. Toch maar geprobeerd er een foto van te maken. Daarom voorzichtig met camera de tuin in geslopen en mijn geduld getest. Het lukte om deze plaatjes te maken, deels door de struiken heen. Op de spiegel zittend boog ie steeds voorover om te zien waar de concurrent zat daar in die spiegel. Zittend bij het raam had ie het helemaal niet meer, daar zag ie zelfs drie concurrenten, een spiegelbeeld voor hem in het raam plus twee in de spiegel, een van hem en een van zijn spiegelbeeld. Even later zag ik een tweede heggenmus, vast een dame want de achtervolging en begroeting werd ingezet. Komt dus vast goed met de heggenmus bij ons in de tuin. 23 feb. 2019 . Kauw Kauwen zoeken of bouwen weer een nest. Ze gebruiken daarvoor grove takken. Maar hier is het allemaal een maatje te groot. 28 feb. 2019 . Kauw De vorige foto was een uitsnede van deze, laat zien dat er best wat detail in zo'n foto zit. Het ooievaarsnest bij Bouvigne. Wat een nest bouwen die ooievaars. Ze zijn al terug maar toen ik ging kijken was alleen deze kauw even op bezoek op het nest. Een volgende foto is hopelijk wel met ooievaars erop. 1 mrt. 2019 . Oeverpieper (Anthus petrosus) Dit vogeltje zie je hier alleen in de winter. En dan ook nog eens vooral aan de kust of het deltagebied. Ik zag er enkele op de Oesterdam daar bij de Oosterschelde bij BoZ. De oeverpieper heeft een vrij donker verenkleed met weinig contrast. Elke winter komen enkele 1000-en vogels uit Scandinavië naar Nederland om aan de kust te overwinteren. 3 mrt. 2019 . Oeverpieper (Anthus petrosus) Het is nog niet zo gemakkelijk om meteen een oeverpieper te herkennen, je denkt al snel een gewone graspieper te zien. Maar toch zijn er wel duidelijke verschillen. De oeverpieper is een vrij krachtig gebouwde pieper met donkere poten en een vrij lange en donkere snavel. De bovendelen zijn bruingrijs met vage olijfkleurige tint en vage donkere strepen. De onderdelen zijn vuilwit met donkere streping en de buitenste staartpennen zijn grijs-wit. De wenkbrauwstreep is kort en vrij onduidelijk. De graspieper heeft een merkbaar kortere snavel en heeft meer oranje poten en is lichter van kleur. 4 mrt. 2019 . Vos Ik zie ze niet zo vaak maar hier bij de Zeedijk te Scherpenisse liet gewoon overdag deze vos zich zien in het vogelrijke natuurgebiedje daar, zij het op grote afstand. De reigers en eenden lieten hem best dichtbij komen eer ze opvlogen. De vos kwam wat dichterbij maar verdween voor mij spoorloos in een berm in het afgezette gebied. Toch mooi om dit prachtige dier eens te zien. 6 mrt. 2019 . Zwartvlekwinteruil (Conistra rubiginosa) Deze nachtvlinder kun je goed nu tegen komen in het begin van de nacht. Ca. 16 mm groot is ie. Kenmerkend zijn de aan de binnenzijde gedeeltelijk zwart gevulde ringvlek en de grotendeels zwart gevulde niervlek. Het zwarte deel in de niervlek wordt doorsneden door de licht gekleurde aders en lijkt daardoor enigszins op een pootafdruk. Als de temperatuur voldoende hoog is, zoals nu, blijven de vlinders de hele winter actief. De vlinders bezoeken bloemen en fruit en worden ook aangetrokken door sap van bloedende bomen. De jonge rups foerageert op de knoppen en de bloemen van de waardplant; oudere rupsen eten ook van de bladeren. De soort overwintert als vlinder en vliegt tot einde maart rond. 8 mrt. 2019 . Variabele voorjaarsuil (Orthosia incerta) Deze nachtvlinder overwintert als pop in de grond. Eind februari tot begin juni spreidt ie de vleugels. Elk jaar komt maar één generatie tot wasdom. De vlinders komen op bloemen van sleedoorn en wilgenkatjes. De rupsen leven eerst in de zich ontwikkelende knoppen van de waardplant, daarna in samengesponnen uitlopers of bladeren; grotere rupsen verbergen zich overdag in de strooisellaag. Eenmaal dik gegeten tegen de winter kruipt de rups in de grond. 11 mrt. 2019 . Bosbesuil (Conistra vaccinii) Deze best mooie nachtvlinder vliegt van begin september tot half november en na de overwintering van eind januari tot eind mei. Elk jaar maar één generatie. Soms is de vlinder ook actief tijdens milde winterdagen. De naam is gekozen om de volgende redenen; konistra is een plaats met veel stof, een arena, dat wijst op de spikkels op de vleugels en vaccinium is het plantengeslacht bosbes, en dat ie een mogelijke voedselplanten. 13 mrt. 2019 . Tweestreepvoorjaarsuil (Orthosia cerasi) Wel makkelijk als de naam iets verteld over de verschijning zelf. Deze nachtvlinder, hier een mannetje, heet tweestreep... en dat komt omdat onder aan de voorvleugels twee strepen te zien zijn. Een wittige en een bruinige. Het blijft goed opletten, makkelijk zichtbaar is het vaak niet. Hij heet ook ...voorjaars... en dat komt omdat ie zijn vleugels gebruikt van eind februari tot begin juni in één generatie, in het voorjaar dus. Tenslotte heet ie ...uil en dat kenmerkt de familie, de uilen, met half gespreide vleugels en vaak flink dikke jas aan. De vlinders bezoeken bloemen van sleedoorn en wilgenkatjes. Voorvleugellengte is 13 tot 17 mm. De zeer variabele bruine grondkleur loopt uiteen van licht zandkleurig bruin via warmbruin en oranjeachtig of grijsachtig bruin tot zwartachtig bruin. 15 mrt. 2019 . Dubbelstipvoorjaarsuil (Perigrapha munda) Die dubbele stippen zijn vaak goed herkenbaar, zoals hier. Ze zijn te vinden aan de binnenzijde van de vage lichte golflijn, als enkele dwars op de golflijn staande, zwart gekleurde vlekjes, waarvan de twee middelste sterk in het oog springen en meestal een opvallende dubbele vlek vormen; soms zijn ze bruin en minder duidelijk, heel zelden ontbreken ze. De voorvleugel heeft over het algemeen een geelachtig bruine grondkleur, maar kan ook meer rood- of grijsachtig bruin zijn; soms heeft de vleugel een enigszins korrelig uiterlijk. De vlinder is tot 20 mm groot en vliegt in één generatie van eind februari tot eind mei, nu opletten bij de buitenlamp dus als het straks goed en wel donker is. De rups leeft van april tot juli en lust vooral houtige planten en loofbomen, waaronder eik, wilg, ratelpopulier, spaanse aak, gewone es, kamperfoelie en hop. 16 mrt. 2019 . Gewone spikkelspanner (Ectropis crepuscularia) Er vliegen verschillende soorten spikkelspanners rond, ook in deze tijd van het jaar. Dit is de gewone spikkelspanner, die zat bij ons op het raamkozijn dicht bij de buitenlamp. Het kost moeite om de verschillen tussen de spikkelspanners te herkennen. De kenmerken zijn: Voorvleugellengte: 15-22 mm. De grondkleur varieert van wit of bruinwit tot bruin of grijsbruin en de tekening is donkerbruin of grijsachtig. Opvallend is het donkerbruine 'vierkante' vlekje langs de buitenste van de centrale dwarslijnen: daarin zijn vaak twee donkere streepjes te zien die deel uitmaken van de adervork; boven de dwarslijn is deze ader vaak wit. Bij de achterrand van de voorvleugel bevinden zich twee donkere pijlvormige vlekjes. Verder is deze soort zeer variabel. Het vrouwtje heeft iets smallere vleugels en vlinders van de tweede generatie zijn veel kleiner en vaak lichter dan die van de voorjaarsgeneratie. De antennen zijn nooit geveerd. 17 mrt. 2019 . Gewone spikkelspanner (Ectropis crepuscularia) Het staat al in zijn naam; deze rups van deze nachtvlinder behoort tot een van de grootste families van de nachtvlinders 'de spanners'. Die naam is treffend gekozen omdat deze rupsen hun lijf steeds spannen als ze zich verplaatsen. Ze brengen dan steeds hun achterpoten naar hun voorpoten door hun rug te spannen, door een holle rug te maken. Daarna strekken ze hun rug weer en staan de voorpoten weer een stukje verder. Ze kunnen ook zoals hier die rug spannen om op een stukje tak te lijken, dat lukt hun vaak verrassend goed, de vijand merkt ze dan echt niet meer op. Deze rups vond ik ooit begin september op onze bank achter in de tuin onder de notenboom. 18 mrt. 2019 . Gewone spikkelspanner (Ectropis crepuscularia) Echte vreetmachines zijn die rupsen. De kop met bladfreesgereedschap speelt de hoofdrol. De ogen zijn niet zo best ontwikkeld maar ogen zijn er wel, meerdere. Kleine antennes maken de vreetkop compleet. Eenmaal dik gegeten dan gebeurt het bijzondere, de interne ombouw tot vlinder. 18 mrt. 2019 . Lente-Orvlinder (Achlya flavicornis) Wanneer de zon loodrecht boven de evenaar staat begint bij ons de lente, dit jaar morgen. Je kunt dan ook deze nachtvlinder tegen komen. De rups leeft in de tweede helft van het jaar overdag verborgen tussen samengerolde of samengesponnen bladeren en foerageert ´s nachts. De soort overwintert als een pop in een losse cocon in de strooisellaag. Eind februari tot begin april is de rups een vlinder geworden en vliegt in één generatie rond. Ze bezoeken bloedende bomen en wilgenkatjes. Overdag worden de vlinders regelmatig aangetroffen op berken. Ze kunnen ook rustend op een paaltje worden aangetroffen, vooral in open landschap. Op zonnige middagen vliegen ze soms overdag. Maar makkelijker is het om goed op te letten bij je buitenlamp als het goed en wel donker is geworden. 19 mrt. 2019 . Voorjaarsboomspanner (Alsophila aescularia) Ik zag deze spanner in het voorjaar vaak bij onze buitenlamp. Voor een spanner houdt ie de vleugels in rust best ver over elkaar. Veel nachtvlinders zien er niet echt spectaculair uit, deze soort ook niet. Ik trof ze aan meestal op de muur bij de lamp maar ook wel op een plant en op een raam in de nabijheid van de lamp. Steeds in het donker, de foto's zijn dan ook steeds met flits gemaakt. 22 mrt. 2019 . Voorjaarsboomspanner (Alsophila aescularia) Ik zag deze spanner in het voorjaar vaak bij onze buitenlamp. Voor een spanner houdt ie de vleugels in rust best ver over elkaar. Veel nachtvlinders zien er niet echt spectaculair uit, deze soort ook niet. Ik trof ze aan meestal op de muur bij de lamp maar ook wel op een plant en op een raam in de nabijheid van de lamp. Steeds in het donker, de foto's zijn dan ook steeds met flits gemaakt. 22 mrt. 2019 . Ut Korhoederpad (Pannenhoef Zundert) Zomaar een plaatje vanaf het Korhoederpad op een Hollandse voorjaarsdag. 27 mrt. 2019 . Roek (Corvus frugilegus) Langs de A27 liggen verschillende benzinestations met parkeerplaatsen. Bij meerdere daarvan wonen roeken. Echte familiedieren zijn het, lekker gezellig met elkaar een gemeenschap vormen, dat kunnen ze goed. Of ze mooi zijn, niet echt denk ik, wel apart met die kale ruwe rare snavelbasis. Ik mag ze wel in ieder geval. 29 mrt. 2019 . Roek (Corvus frugilegus) Achter hem op de A27 razen de gekleurde vrachtwagens voorbij en kleuren mooi bij het frisse voorjaarsgroen. De zwarte corvus steekt er maar sobertjes bij af. Alhoewel, hij heeft zeker meer kleur dan alleen zwart. 30 mrt. 2019 . Roek (Corvus frugilegus) Die rare snavelbasis van de roek is hier goed in beeld. Vaak hebben speciale kenmerken van een dier een speciale functie. Waarom de roek deze ongewone snavelbasis heeft is mij niet bekend. De ruwe huid is van oog tot snavel onbevederd. Ik kan er niet een twee een voordeel van inzien. Met de eetgewoontes heeft het niet te maken dacht ik? Roeken zijn net als andere kraaiensoorten flexibele eters. Ze prefereren dierlijk voedsel: regenwormen, slakken, insecten en af en toe muizen. Plantaardig voedsel maakt ongeveer 60% van hun dieet uit. De plantaardige voeding bestaat vooral uit allerlei zaden. Ook worden wel noten, eikels en vruchten als kersen en pruimen gegeten. Juveniels worden voornamelijk met wormen en insecten gevoerd. Wat me ook opvalt bij de snavel is dat ie best slank gebouwd is, bij de kraai is die grover. 31 mrt. 2019 . Kleur in de bermen Ik zie veel kleur in de wegbermen. Meestal groen en geel maar ook rood zoals hier. En wat kleurt dat diepe rood mooi bij het complementaire diepe groen van het gras. Since 1886 lees ik. Wat een ongelooflijk groot succes; bijna iedere volwassene die op onze aardbol loopt herkent dit rood met wit opschrift! Of ... Wat een ongelooflijk grote ramp; bijna iedereen ziet dit haast onverwoestbare metaal meermaals liggen in de bermen. Waar blijft een statiegeldregeling, waarom winnen steeds de verkeerde lobbyisten?! Overigens, circa de helft van de ongeveer 1450 Nederlandse plantensoorten komen in wegbermen voor, 15% van de soorten in de berm staan op de rode lijst. Zijn de bermen waardevoller dan de huidige weilanden en akkers?! 2 apr. 2019 . Loopkever (Carabidae) De grond wordt warmer, de loopkevers worden actiever. Welke soort het precies is weet ik niet. Er zijn ook zoveel soorten, over heel de wereld wel 40.000 soorten. Vertegenwoordigers van de familie komen over de hele wereld voor, met uitzondering van Antarctica. Loopkevers hebben een lengte die varieert van 0,8 tot 8 cm. De kleur is variabel. Veel soorten zijn bruin tot zwart, soms met metaalglans, maar ook rood, geel en groen, blauw en paars komen voor. Hoewel ze in grootte sterk verschillen, zijn ze opmerkelijk uniform van uiterlijk, met lange poten, krachtige kaken en een ovaal tot langwerpig ovaal rugschild. Loopkevers zijn dan ook meestal op het eerste gezicht als zodanig te herkennen. Het borststuk en achterlijf zijn duidelijk gescheiden. De poten zijn gebouwd op hardlopen. 3 apr. 2019 . Haarbos (Ochropleura plecta) Een leuke naam toch heeft deze nachtvlinder uit de familie van de Noctuidae/Uilen. Je kunt hem tegen komen van begin april tot begin oktober. In die tijd zijn dan tweemaal en soms driemaal rupsen tot een vlinder omgevormd. De rups eet 's nachts en overwintert als pop net onder het grondoppervlak. Ze lusten allerlei kruidachtige planten die ze vinden in tuinen, graslanden, akkers, struwelen, heiden, bossen en moerasachtige plaatsen. 4 apr. 2019 . Kleine bonte specht (Dryobates minor) Geen beste foto, ik heb helaas nog geen betere, komt ook omdat ik dit leuke spechtje best weinig zie. Meestal hangt ie tegen de stam maar hier loopt ie over een tak om te zien of er iets eetbaars te vinden is. Leuk om dat steunstaartje te zien. Deze maand is het meest gunstig om dit weinig opvallende vogeltje waar te nemen. In Zundert komt ie nog voor in meerdere natuurgebieden. 6 apr. 2019 . Holenduif (Columba oenas) Er zijn best wat mensen die duiven niet zien zitten. Maar wat kun je tegen holenduiven hebben denk ik dan. De holenduif is 28-32 cm lang en heeft een spanwijdte van 60-66 cm. De mannetjes wegen ongeveer 300 g en de vrouwtjes ongeveer 270 g. De veren zijn blauwgrijs zonder wit, bij weerszijden van de hals glanzend groen en op de borst bleek oranje. De vleugels hebben een zwarte rand. De ogen zijn zwart. De roep klinkt ongeveer als "hu ru". 7 apr. 2019 . Alpenwatersalamander (Ichthyosaura alpestris) Het weer heldere vijvertje met twee van de vier salamanders. 8 apr. 2019 . Alpenwatersalamander (Ichthyosaura alpestris) Het kleine vijvertje in de tuin. 8 apr. 2019 . Fitis (Phylloscopus trochilus) Gelukkig horen we nu weer het goed herkenbare liedje van de fitis. Het voorjaar kan ook niet zonder vind ik. Ze zijn best talrijk, misschien wat minder dan de gelijkende tjif-tjaf. Rond de 150 tot 250 duizend broedgevallen zijn er in Nederland. Daarnaast trekken er ook nog vele tienduizenden door. De oogstreep is goed zichtbaar, de relatief lichte pootjes zijn ook een bruikbaar kenmerk maar veruit het makkelijkst is om even naar zijn aflopend liedje te luisteren, dan zijn misverstanden uitgesloten. 9 apr. 2019 . Zomertaling (Spatula/Anas querquedula) In De Matjens zie je altijd wel een groepje wintertalingen. In de trektijd tref je daar ook wel eens een zomertaling bij aan. Zo ook gisteren toen ik er twee zag foerageren. De andere foto is eerder in Zeeland gemaakt. En weer hetzelfde liedje. Zo schaars als hij tegenwoordig is, zo algemeen was hij tot rond 1960. Daarna begon echter een steile achteruitgang die tot decimering van de broedpopulatie leidde en waarbij grote delen van het land hun Zomertalingen kwijtraakten. In agrarisch cultuurland viel de afname samen met intensiever grondgebruik: waterstandverlaging, frequent maaien, hogere beweidingsdruk enzovoort. Veel natuurgebieden werden ongeschikt door verdroging. Daar bovenop zorgden droogteperiodes in het overwinteringsgebied, de Sahel, voor massale sterfte. Inmiddels staat de soort op de Rode Lijst van bedreigde vogelsoorten. 10 apr. 2019 . Zomertaling (Spatula/Anas querquedula) In De Matjens zie je altijd wel een groepje wintertalingen. In de trektijd tref je daar ook wel eens een zomertaling bij aan. Zo ook gisteren toen ik er twee zag foerageren. En weer hetzelfde liedje. Zo schaars als hij tegenwoordig is, zo algemeen was hij tot rond 1960. Daarna begon echter een steile achteruitgang die tot decimering van de broedpopulatie leidde en waarbij grote delen van het land hun Zomertalingen kwijtraakten. In agrarisch cultuurland viel de afname samen met intensiever grondgebruik: waterstandverlaging, frequent maaien, hogere beweidingsdruk enzovoort. Veel natuurgebieden werden ongeschikt door verdroging. Daar bovenop zorgden droogteperiodes in het overwinteringsgebied, de Sahel, voor massale sterfte. Inmiddels staat de soort op de Rode Lijst van bedreigde vogelsoorten. 10 apr. 2019 . Berkenbrandvlerkvlinder (Pheosia gnoma) De Berkenbrandvlerkvlinder is een nachtvlinder uit de familie van de tandvlinders. Veel tandvlinders vind ik mooi, deze ook. De soort komt algemeen verspreid over het heel ons land voor, maar wordt bij ons duidelijk minder waargenomen dan in de oostelijke helft van het land. Hij heeft een voorvleugellengte van 20 tot 26 mm. De vlinder overwintert als pop onder de grond en vliegt nu, van half april tot eind september rond in twee generaties. 12 apr. 2019 . Rosse stekelstaart (Oxyura jamaicensis) Een foto genomen in Zeeland drie jaar terug in april. Toen leefde deze eend nog, nu vast niet meer want er hoort een bijzonder verhaal bij. Deze eend komt van oorsprong uit Amerika. Je kon hem echter in Nederland wel tegen komen. De eend heeft een roodbruin verenkleed, witte wangen, een zwarte kop en een opvallende lichtblauwe snavel en een stekelstaart. De vrouwtjes zijn wat minder opvallend, hebben een doffere kleur, bruine kop, lichtbruine wangen en een zwarte snavel. Rosse stekelstaarten zijn aansprekende vogels maar vormen een bedreiging voor de in delen van Europa inheemse en bedreigde witkopeend waarmee ze helaas hybridiseren. De witkopeend is de Europese tegenhanger van de rosse stekelstaart, ze behoren tot dezelfde familie’. Mannelijke witkopeenden leggen het af tegen rosse stekelstaartmannetjes, omdat deze beduidend agressiever zijn. Zodoende werd de rosse stekelstaart in augustus 2016 op de Europese exotenlijst geplaatst. Vanaf toen werd de soort actief bestreden, afgeschoten dus. 13 apr. 2019 . Tafeleend (Aythya ferina) De tafeleend is het hele jaar in Nederland aanwezig, maar er zijn er ook die in Nederland alleen overwinteren vanaf september tot en met maart. De Tafeleend is beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn en de Wet natuurbescherming. Voor deze soort zijn in Nederland Natura 2000-gebieden aangewezen als niet-broedvogel. Zo kun je de soort talrijk vinden de afgelopen maanden bijvoorbeeld bij de Philipsdam. Zo opvallend als het mannetje van de tafeleend is, zo onopvallend is het vrouwtje. De kop van het mannetje is roodbruin en contrasteert met de zwarte borst en de lichtgrijze flanken en rug. Het vrouwtje daarentegen is bruin gekleurd met alleen wat lichtere vlekken op de kop. Vanaf de zomer tot in het najaar is het mannetje minder contrastrijk gekleurd, maar nog steeds goed te onderscheiden van het vrouwtje. 14 apr. 2019 . Tafeleend (Aythya ferina) De tafeleend is het hele jaar in Nederland aanwezig, maar er zijn er ook die in Nederland alleen overwinteren vanaf september tot en met maart. De Tafeleend is beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn en de Wet natuurbescherming. Voor deze soort zijn in Nederland Natura 2000-gebieden aangewezen als niet-broedvogel. Zo kun je de soort talrijk vinden de afgelopen maanden bijvoorbeeld bij de Philipsdam. Zo opvallend als het mannetje van de tafeleend is, zo onopvallend is het vrouwtje. De kop van het mannetje is roodbruin en contrasteert met de zwarte borst en de lichtgrijze flanken en rug. Het vrouwtje daarentegen is bruin gekleurd met alleen wat lichtere vlekken op de kop. Vanaf de zomer tot in het najaar is het mannetje minder contrastrijk gekleurd, maar nog steeds goed te onderscheiden van het vrouwtje. 14 apr. 2019 . Lakenvelder (Rund) Fijn dat er nog mensen zijn die oude koeienrassen een warm hart toedragen. Deze foto maakte ik in het Zunderts buitengebied. Er zijn in Nederland nog ca. 3300 lakenvelder runderen. Lakenvelder runderen zijn er in twee kleuren "Rood wit" en "Zwart wit", het merendeel van de populatie heeft de kleur "Rood wit". De lakenvelder wordt vooral gewaardeerd om haar vriendelijke karakter en haar probleemloosheid. Met name zorgboerderijen, kinderboerderijen en hobbyboeren werken graag met lakenvelders. Door de goede voederomzetting en het gemakkelijk afkalven wordt de lakenvelder ook steeds populairder bij natuurbegrazingsprojecten. Het fokken van lakenvelders is een kunst. Aan de ene kant moet het dier goed van bouw zijn, zodat het dier zich zelf prima kan redden, aan de andere kant is een mooie aftekening gewenst. Er wordt op meerdere eigenschappen geselecteerd. Er ligt een kalfje bij, of die het stamboekstempel krijgt ligt o.a. aan: Laken: • Geen vlek in het laken • Laken tussen schouderblad en hoogste punt van de heupknobbel en van daaruit loodrecht omlaag • Als volwassen rund dient het laken > 20 cm breed te zijn • Dieren geboren tot en met 2006: witte sokjes achter toegestaan tot aan maximaal de bijklauwtjes. Dieren geboren in 2007 en 2008: 1 wit sokje achter toegestaan tot aan maximaal de bijklauwtjes. Dieren geboren vanaf 2009: geen witte sokjes toegestaan. (Onder witte sokjes wordt ook verstaan, andere afwijkende haarkleuring zoals witte haartjes of grijze vlekjes) Overige kenmerken: • Geen wit aan de kop • Geen witte pluim aan staart Bij voorkeur gepigmenteerde tong, horens, klauwen en uier 16 apr. 2019 . Krakeend (Mareca strepera) Het mannetje heeft iets meer kleur en tekening dan het vrouwtje. 17 apr. 2019 . Krakeend (Mareca strepera) De eendvrouwtjes hebben het maar lastig met die mannen. Hier wordt een dame door drie lastige heren achtervolgd. 17 apr. 2019 . Winterkoning (Troglodytes troglodytes) Een van de leukste vogeltjes die je bij een boswandeling tegen kunt komen, naar mijn mening toch. Als je zijn liedje hoort geloof je haast niet dat al dat geluid uit zo'n klein vogeltje kan komen, want klein is ie zeker. Het liedje is vaak te horen en goed herkenbaar. Het leuke rechtop staande staartje is ook kenmerkend. Het mannetje maakt meerdere nestjes waarvan het vrouwtje er dan eentje uit kiest. Ze zijn kwetsbaar in de winter, ze verliezen te gemakkelijk warmte en in strenge winters kunnen daardoor wel tot 75% van de winterkoningen dood gaan. 19 apr. 2019 . Paashaas Ofwel de niet-godsdienstige personificatie van het van origine christelijke paasfeest. Niet de paasklokken leggen eieren in Brabant voor de kinderen, dat doet deze haas, liefst van chocola. Toch? 20 apr. 2019 . Maantandvlinder (Drymonia ruficornis) Zie je een donker maantje in de lichte band? Die maan samen met zijn familienaam, tandvlinder (Notodontidae), geeft deze nachtvlinder zijn naam. Deze dik aangeklede mot vliegt nu rond, van begin april tot begin juni. De rups eet zicht dik van mei tot augustus. De soort overwintert als pop in een cocon in de grond, vaak in de buurt van wortels die aan de oppervlakte komen. Het liest eet de rups van eikenbladeren. Een klein vliegje kwam hem even gezelschap houden. 24 apr. 2019 . Smaragdlangsprietmot (Adela reaumurella) De meeste gewone (macro) nachtvlinders zijn al niet zo groot maar de soorten van de kleine (micro) nachtvlinders zijn echt klein. Deze smaragdlangsprietmot meet ca. 15 mm als ie de vleugels helemaal spreid. Niet onlogisch dat de familienaam 'Langsprietmotten (Adelidae)' is, die antennes zijn immers ongelooflijk lang. Als synoniemen wordt ook wel genoemd: metaallangsprietmot / gouden langsprietmot / langsprietgoudmot / goudmot. De kleur van het metaal goud is wel te herkennen. Het vlindertje groeit op als rups op vooral beuk en eik. Het vlindertje vliegt momenteel rond. 27 apr. 2019 . Bonte vliegenvanger (Ficedula hypoleuca) Enkele dagen terug hoorde ik bij de buren een vogelliedje dat ik niet een twee kende. De dag erop zagen we de vogel in onze eigen tuin, de herkenning was toen niet moeilijk meer. En vandaag zag ik hem aan een van onze nestkastjes hangen, zag hem ook zelfs even naar binnen wippen. Wat zou het leuk zijn als deze leuke vliegenvanger bij ons in de tuin tot broeden zou komen. Dat heb ik veel liever dan dat andere nest dat we hebben, helaas een ekster bovenin onze hazelnoot. 28 apr. 2019 . Bonte vliegenvanger (Ficedula hypoleuca) Hij zingt nog volop in onze tuin, inspecteert met regelmaat het nestkastje, maar is nog steeds maar alleen hier in de tuin. Zou hij hier nog een dame ontmoeten, ik heb nog hoop maar ... ? Het is een geringde vogel, aflezen is me nog niet gelukt. 30 apr. 2019 . Kemphaan (Calidris pugnax) Als je nu een wandeling zou maken door De Matjes dan kun je deze rare vogel tegen komen. In de trektijd kun je er hier meerdere aantreffen. Een beetje raar zijn ze wel, de mannetjes dan, zoals hier. Ze hebben verhoudingsgewijs een kleine kop, heel grof getekende veren en een rare grote kraag in de baltstijd. Hier zien we een begin van die kraag die nog groter zal worden. De balts van de kemphaan is bijzonder mede vanwege hun uitdossing daarvoor. 1 mei 2019 . Kemphaan (Calidris pugnax) Een typisch beeld van een kemphaanvrouwtje. Een relatief kleine kop en een duidelijke grove schubbentekening in het verenkleed op de vleugels. De kleur van poten en snavel zijn flink variabel. 3 mei 2019 . Mendicabeer (Diaphora mendica) Hier het vrouwtje dat 's avonds bij de buitenlamp tegen een raam kwam zitten. De dames hebben geen geveerde antennes en zijn altijd wit gekleurd. Met de kenmerkende zwarte stippen. 4 mei 2019 . Mendicabeer (Diaphora mendica) Hier het mannetje dat ik vond tegne de wand van ons tuinhuisje. Met geveerde antennes en variabel van kleur maar wel steeds donker gekleurd. Met de kenmerkenden zwarte stippen op de vleugels. 4 mei 2019 . Indische gans (Anser indicus) Af en toe kom je in het veld een vreemde eend tegen, hier beter gezegd, een vreemde gans. Deze gemakkelijk te herkennen grote gans met witte kop met daarop twee zwarte strepen, gele snavel en poten, is net als de nijlgans vanaf 1986 in Nederland gaan broeden dankzij uit volières ontsnapte vogels. Deze gans, die ook wel streepkopgans wordt genoemd, is een gans die broedt in Centraal-Azië en over de Himalaya vliegt om te overwinteren in het drasland van India, Noord-Birma en de wetlands van Pakistan. Maar ook bij ons kan de vogel zich handhaven, meestal als eenlingen, zoals deze die ik in het ochtendlicht in Zeeland tegen kwam. 6 mei 2019 . Regenwulp (Numenius phaeopus) Als ik een wulp zie twijfel ik nogal eens, is het een gewone of een regenwulp? Toch zijn er bruikbare verschilpunten. De regenwulp is ca. 10 cm kleiner, heeft vooral aan het eind van de snavel een bocht naar beneden, heeft een streep boven het oog, zijn lied bestaat uit een aantal lange tonen en gaat over in een luide langgerekte triller, je ziet hem alleen in de trektijd zoals nu in de voorjaarstrek. De regenwulp broedt niet in Nederland. Op doortrek overnachten ze op gezamenlijke slaapplaatsen in ondiep water. Ik herinner me dat we dik veertig jaar terug met de vogelwerkgroep in de avond naar de Oude Buisse Heide gingen, daar kwamen dan hele groepen slapen. Prachtig was dat vooral vanwege het mooie geluid dat ze dan maakten. Zouden ze er nog slapen? 7 mei 2019 . Zwarte doodgraver (Nicrophorus humator) Een beetje een enge naam heeft deze kever. Komt omdat het een aaskever is, eentje met een uitzonderlijke vorm van broedzorg. Het vrouwtje blijft namelijk bij de eitjes tot ze uitkomen en lokt de larven door te tsjirpen. De larven worden door de vrouwelijke kever gevoerd. De kevers zijn rovers en eten als imago voornamelijk de maden van vliegen, die men aantreft op aas. Het aas kan ook dienen als voedingsbron voor de kever. Voor de voortplanting wordt het aas gebruikt. Bij het vinden van een klein kadaver (muis, vogeltje) wordt de bodem beoordeeld en het lijkje zo nodig verplaatst en ingegraven door de aarde eronder weg te duwen. Komt er een tweede kever op het aas af dan wordt er samengewerkt; als het er een van de andere sekse is; anders wordt er gevochten. Het aas wordt ook verdedigd tegenover andere soorten kevers. De eigenlijke paring vindt ondergronds plaats. Eitjes worden in een gang afgezet die van de aasbal wegloopt. De verpopping vindt reeds na zeven dagen plaats. Ze kunnen goed vliegen deze kevers, deze was komen aanvliegen bij onze buitenlamp toen ik daar naar nachtvlinders zocht. 9 mei 2019 . Zwarte ruiter (Tringa erythropus) Een van onze mooiste steltlopers vind ik zelf deze tot de familie van de snipachtige behorende sierlijke vogel. Een vogel die zijn stelten echt benut, ze foerageren namelijk graag zoals hier in het wat diepere water. In de winter is de zwarte ruiter overwegend grijs gekleurd. De poten zijn rood of zwart en de snavel is zwart met een rode aanzet. Het zomerkleed is zwart met witte vlekken op de bovenzijde. Stuit en onderzijde van de vleugels zijn wit. Volwassen is deze ruiter ongeveer 30 centimeter groot. 10 mei 2019 . Zwarte ruiter (Tringa erythropus) Zo in zijn zomerkleed doet de zwarte ruiter zijn naam meer eer aan dan in het lichte zomerkleed. Het rood aan de snavel is nog goed te zien, van rode poten is minder sprake. 11 mei 2019 . Bontbekplevier (Charadrius hiaticula) Was je de afgelopen weken een keer vroeg aan de kust op een geasfalteerde dijk, zoals hier bij Westkapelle, dan kun je deze leuke plevier tegen komen. De bek zwart en geel, dus bont. De vorm van de plevier is niet zo moeilijk te herkennen. Ze broeden maar in klein aantal in Nederland, geschat iets van 400 paar. In de winter verblijven er ongeveer twee maal zo veel. Op doortrek worden er veel meer geteld, tot wel 30.000. Je kunt ze in onze polders tegen komen maar Zeeland is een veel betere plek daarvoor. 13 mei 2019 . Bontbekplevier (Charadrius hiaticula) De vorige bontbek op de dijk was een juveniel. Volwassen bontbekken zoals hier, hebben diep zwart in het kleed dat sterk af steekt tegen de witte delen. Als ze eten zoeken staan ze continu met een poot in de modder te trillen om beestjes naar boven te pesten. Knap dat ze dat zo lang vol houden zonder kramp te krijgen. 14 mei 2019 . Kleine plevier (Charadrius dubius) Soms is een vogel herkennen een eitje. Zoals hier. Je hebt genoeg aan die opvallende gele oogring. De vorm en grootte doet de rest. Kortom, een kleine plevier. Zonder een bonte snavel, zonder geel in de snavelbasis. Dit leuke kleine pleviertje is een echte pionier. Een vogel die blij wordt van verse kale grond. Wordt er aan natuurverbetering gedaan en bijvoorbeeld een nieuw ven uitgegraven, dan kun je er zeker van zijn dat in het volgende voorjaar deze kleine plevier daar de waterkant op zoekt. 16 mei 2019 . Vink (Fringilla coelebs) Het voorjaar is extra mooi door het frisse nieuwe groen aan bomen en struiken. Zoals hier waar de zon het groen oplicht tot geel aan toe. De sfeer wordt compleet gemaakt door een zingende vink. 17 mei 2019 . Huiszwaluw (Delichon urbica) Hij zal ondertussen wel klaar zijn met het metselwerk denk ik. Of er moet sprake zijn van onderhoud. Tenminste ik neem aan dat ze op dit moment al aan het broeden zijn. Ze zijn niet kinderachtig en nemen volle bekken vieze modder mee naar de bouwplaats. Even naspoelen met water zou ik denken. 18 mei 2019 . Huiszwaluw (Delichon urbica) Geen half werk, geen half mondje vol. Maar een maximale hap specie per vlucht. Dat moet een stevig huis voor de komende kindjes worden lijkt me. 18 mei 2019 . Boerenzwaluw (Hirundo rustica) Ook de boerenzwaluw is een metselaar. Met volle snavels specie stijgt ie steeds weer op richting het nest in aanbouw. 19 mei 2019 . Gele kwikstaart (Motacilla flava) Als je met de auto rond toert komt het heeel af en toe voor dat een leuke vogel niet erg bang is van die hoop staal. Als je dan de camera paraat hebt kun je dit soort close up's maken en veertjes gaan tellen. 20 mei 2019 . Gele kwikstaart (Motacilla flava) Mijn vorige foto toonde alleen het kopje, hier de hele foto. Een typisch beeld, zo kun je in de afgelopen weken best veel gele kwikstaarten in bijvoorbeeld Zeeland tegen komen. Opzoek naar kevertjes, vliegjes etc. De gele kwikstaart is tegenwoordig vooral akkervogel. Hij bereikt de hoogste dichtheden in open akkerland op kleigronden, met name in Noord- en Zuidwest-Nederland en hier en daar in het rivierengebied en Flevoland. Eind maart verschijnen de eerste gele kwikstaarten. Tot ver in mei trekken grote aantallen door, tot wel 50.000 wordt geschat. 22 mei 2019 . Gele kwikstaart (Motacilla flava) Nog een keer een foto van de mooie gele kwikstaart. Nu eentje waar de vogel druk aan het werken is in zijn typische biotoop. Druk met verzamelen van zijn dagelijkse kostje. Secuur worden stengels en blaadjes van kruiden en grassen afgespeurd naar een insect dat eenmaal ontdekt handig met de snavel wordt gegrepen. 23 mei 2019 . Oeverloper (Actitis hypoleucos) Deze steltloper is best makkelijk te herkennen. Dat komt omdat het de enige steltloper van dit type is die een witte krul in het verenkleed laat zien omhoog op de zijborst, zeg maar tussen vleugel en nek. Ze zoeken echt op zicht de oevers af op eten waarbij het soms lijkt alsof ze sluipen richting hun prooitjes. Die prooitjes zijn vooral insecten en hun larven (kevers, vliegen, muggen), spinnen, slakjes, kleine kreeftachtigen, wormen en soms kikkertjes, padjes, kikkervisjes en kleine visjes, ook wel plantaardig materiaal. 25 mei 2019 . Oeverloper (Actitis hypoleucos) Ze kunnen echt sluipen deze oeverlopers. Ze zien iets kleins, lopen voorzichtig dichterbij, strekken de nek en brengen de snavel langzaam tot op enkele centimeters voor de prooi en pikken tenslotte plotseling toe. Het is net alsof ze slecht zien maar het tegenovergestelde zal wel waar zijn. 26 mei 2019 . Oeverloper (Actitis hypoleucos) De oeverloper loopt niet alleen direct langs het water op de oever. Ook in het gras en de kruiden iets naast het water geeft ie de ogen goed de kost om aan zijn dagelijkse kostje te komen. 28 mei 2019 . Koolmees (Parus major) Er wordt volop aan nageslacht gewerkt. Daarvoor moet een veilige woning worden gevonden. Die worden op allerlei plaatsen gevonden zoals hier in een wat oudere muur. Een deels uitgebroken steen en voeg komt van pas, wordt nuttig toegepast, en heeft hier de voorkeur boven een houten nestkastje. De ouders hebben het er maar druk mee. 29 mei 2019 . Koolmees (Parus major) Er wordt volop aan nageslacht gewerkt. Daarvoor moet een veilige woning worden gevonden. Die worden op allerlei plaatsen gevonden zoals hier in een wat oudere muur. Een deels uitgebroken steen en voeg komt van pas, wordt nuttig toegepast, en heeft hier de voorkeur boven een houten nestkastje. De ouders hebben het er maar druk mee. 29 mei 2019 . Kleine bonte specht (Dryobates minor) Vandaag kon ik dit echt kleine specht'je fotograferen. Van kruin tot einde staart zijn ze maar ca. 15 cm groot. Ik zag hem eerst vliegen, goed te herkennen is daarbij de golvende vlucht. Ze zitten in de regel hoog in een boom, je moet dan de mazzel hebben dat ze een keer vrij te zien zijn. Ze kunnen nu nog broeden want in onze streken worden de eieren van laat april tot begin mei gelegd. De nestholte wordt in een boomstam of in een sterke tak uitgehakt, meestal in zacht, dood hout. De kleine bonte specht maakt een vlieggat met een diameter van 3 tot 3,5 centimeter doorgaans tien tot twintig meter boven de grond. De nestholte zelf is 10 tot 18 centimeter diep en is op de bodem bedekt met houtkrullen en fijn zaagsel. Een schacht verbindt de holte met het vlieggat en kan relatief lang zijn. Vaak bevindt de eigenlijke holte zich dertig centimeter of meer onder de ingang. 31 mei 2019 . Grote gele kwikstaart (Motacilla cinerea) Pas dit voorjaar heb ik voor het eerst deze mooie vogelsoort gespot. En dat nog eens niet verder dan 25 km van ons huis. De soort is in Brabant aan een opmars bezig en dat is dus ook in onze omgeving te merken. Vrouwtjes hebben geen zwarte keelvlek zoals het mannetje in de zomer. De soort houdt erg van snel stromend water en dat zien we hier ook. Als je de foto goed bekijkt zie je dat achterlijf en staart niet scherp zijn. Dat is ook typisch grote gele kwikstaart, deze soort kwikt namelijk steeds sterk met de staart. Dat kenmerk mis je niet, dat valt op grote afstand al op. 2 jun. 2019 . Grote gele kwikstaart (Motacilla cinerea) Het mannetje heeft in de zomer een duidelijke grote zwarte keelvlek. Die steekt extra af tegen het wit op de flank onder de vleugel. De echt lange staart met witte buitenpennen ontgaat je ook niet snel. Snel stromend water. daar zijn ze dol op. 3 jun. 2019 . Grote gele kwikstaart (Motacilla cinerea) Nog een foto van het mannetje. Hier is de grote zwarte keelvlek overduidelijk. Overduidelijk een mannetje dus. Eerder, twee foto's terug, postte ik ook al een grote gele, was dat nu een mannetje of een vrouwtje, ook daar zie je wat zwart op de keel. 4 jun. 2019 . Grote gele kwikstaart (Motacilla cinerea) Snel stromend water is een belangrijk biotoopkenmerk voor deze mooie soort. Ze nestelen daarbij ook graag onder bruggen of bij watermolens. Bang zijn ze niet van het water, hier loopt het mannetje zelfs enkele passen door het water richting het nest. Mooi is hier de witte vlek onder de vleugels te zien. 5 jun. 2019 . Grote gele kwikstaart (Motacilla cinerea) Hij heeft een grote zwarte keelvlek. 6 jun. 2019 . Grote gele kwikstaart (Motacilla cinerea) Zij met geen echte keelvlek, wel wat zwart maar ook wat wit in dat zwart op de keel. 6 jun. 2019 . Bergeend (Tadorna tadorna) Mooi en best groot zijn ze deze bergeenden. Alleen meneer heeft een rode knobbel op de snavel. De bergeend is 55 tot 65 centimeter lang en 1 tot 1,5 kilogram zwaar. De spanwijdte van het mannetje bedraagt 115 centimeter, die van het vrouwtje 70 centimeter. Dus echt wel groot voor een eend. Maar is het dan ook wel een eend, ja en nee. Het is namelijk een halfgans. De Tadorninae (halfganzen) zijn een onderfamilie uit de familie Anatidae. In de Benelux komen drie soorten in twee geslachten voor. Geslacht Tadorna, Bergeend en Casarca en geslacht Alopochen, de Nijlgans. 8 jun. 2019 . Spreeuw (Sturnus vulgaris) We hebben een mooie grote kersenboom staan in de tuin. Heel af en toe hebben we een jaar waarin de vogels de boom overslaan, dan kunnen we zelf van die lekkere kersen eten. Dit jaar is de boom echter weer gevonden door hele horden vogels. Vooral hele groepen jonge spreeuwen doen zich te goed aan de kersen, ze wachten nog en eens niet op het volledig rijp zijn van de vruchten. Goed voor de vogels, minder leuk voor ons, maar voor het goeie doel zullen we maar denken. 10 jun. 2019 . Spreeuw (Sturnus vulgaris) Eigenlijk wel jammer voor ons. Er blijft er namelijk geen eentje over voor ons. En ze zijn zo lekker als ze tenminste lekker rijp kunnen worden want er waren al best veel kersen te vroeg van de boom gevallen, de grond lag er vol van. 11 jun. 2019 . Spreeuw (Sturnus vulgaris) Eigenlijk wel jammer voor ons. Er blijft er namelijk geen eentje over voor ons. En ze zijn zo lekker als ze tenminste lekker rijp kunnen worden want er waren al best veel kersen te vroeg van de boom gevallen, de grond lag er vol van. 11 jun. 2019 . Spreeuw (Sturnus vulgaris) Eigenlijk wel jammer voor ons. Er blijft er namelijk geen eentje over voor ons. En ze zijn zo lekker als ze tenminste lekker rijp kunnen worden want er waren al best veel kersen te vroeg van de boom gevallen, de grond lag er vol van. 11 jun. 2019 . Kauw (Coloeus monedula) Hebben net de spreeuwen al onze kersen op nu beginnen de jonge kauwen aan onze krentjes. Een krentenboom of -struik vinden de vogels even geweldig als een kersenboom. Minder is dat deze jonge kauw is uitgebroed onder onze zonnepanelen dit voorjaar. Dat geeft nu toch wel erg veel overlast en is daar onhoudbaar geworden. 12 jun. 2019 . Ooievaar (Ciconia ciconia) Wat een mooi gezicht daar in Breda bij Bouvigne. Ook dit jaar worden er weer kleuters groot gebracht, twee ditmaal. Ik heb de ring van deze oudervogel kunnen aflezen: M6439 BL B Brussels Belgium. Het is kennelijk een migrant vanuit onze zuiderburen. Fijn om zo'n leuk beeld relatief dicht bij huis te hebben. Leve het Markdal. De foto is gemaakt vanaf 82 meter. 14 jun. 2019 . 15 jun. 2019 . 15 jun. 2019 . 15 jun. 2019 . Grote gele kwikstaart (Motacilla cinerea) Zou dit al een jonge vogel van dit jaar zijn? Ik denk het wel gezien de lichte poten en de flauwe kleuren op de rug. Wie het weet mag het zeggen. 17 jun. 2019 . Weidebeekjuffer (Calopteryx splendens) De laatste grote gele kwikstaart die ik in de Mark zag had een goed leventje. In die zin dat ie erg gemakkelijk aan zijn hapje kwam. Er vlogen namelijk een heleboel van deze juffers rond. En voor de kwik was het niet zo moeilijk om steeds weer er eentje te pakken te nemen. Met zijn extra lange staart is ie lekker wendbaar en pikt de juffer zo uit de lucht. Dan haalt ie eerst de vleugels eraf en slikt daarna het lijfje door. Op verschillende plaatsen lagen los van die mooi diep blauw gekleurde vleugels. De juffers houden de vleugels gestrekt langs het lijf, de libellen doen dat kenmerkend anders, die houden ze gespreid open. 18 jun. 2019 . Vink (Fringilla coelebs) In elk bos kom je hem wel tegen. De Vink is immers na de Merel de talrijkste broedvogel in Nederland. Hoe meer oude bomen, hoe meer Vinken. De dichtheid is dan ook het hoogst in de bosrijke gebieden op de hoge gronden. Bij onze huizen en tuinen ontbreekt ie ook niet. Vrijwel alle beschikbare broedhabitat is tegenwoordig wel bezet. Zijn vinkenslag kent daarom iedereen wel. 19 jun. 2019 . Kleine bonte specht (Dryobates minor) Het wachten bij een oude dode boom vol met oude nestgaten loonde. Ook het vrouwtje van de kleine bonte specht kwam er naar eten zoeken. Mevrouw heeft geen rood op de kop. 21 jun. 2019 . Kleine en grote bonte specht Hoe klein is een kleine en hoe groot is een grote nu echt? Erg handig is het dan als ze alle twee voedsel komen zoeken in hetzelfde oude nestgat in een dode boom. Een 1 op 1 vergelijking is dan mogelijk. Die grote vind ik eigenlijk zo groot nog niet. Die kleine vind ik wel echt klein. Ook aan de poten is dat goed te zien. In de boekjes lees ik: grote 23-26 cm; kleine 14-16 cm. 22 jun. 2019 . 24 jun. 2019 . 24 jun. 2019 . Buizerd (Buteo buteo) Zo heel af en toe heb je zo'n domme schreeuwlelijk van een buizerd die je perse wil laten weten dat ie in de buurt een nest heeft. Soms komt ie dan best dichtbij om zijn bek ver open te zetten en je toe te schreeuwen. Sommigen worden er een beetje bang van, ikzelf vind het wel handig dat ie zich zo verraad. 26 jun. 2019 . Buizerd (Buteo buteo) Zo heel af en toe heb je zo'n domme schreeuwlelijk van een buizerd die je perse wil laten weten dat ie in de buurt een nest heeft. Soms komt ie dan best dichtbij om zijn bek ver open te zetten en je toe te schreeuwen. Sommigen worden er een beetje bang van, ikzelf vind het wel handig dat ie zich zo verraad. 26 jun. 2019 . Buizerd (Buteo buteo) Zo heel af en toe heb je zo'n domme schreeuwlelijk van een buizerd die je perse wil laten weten dat ie in de buurt een nest heeft. Soms komt ie dan best dichtbij om zijn bek ver open te zetten en je toe te schreeuwen. Sommigen worden er een beetje bang van, ikzelf vind het wel handig dat ie zich zo verraad. 26 jun. 2019 . Buizerd (Buteo buteo) Zo heel af en toe heb je zo'n domme schreeuwlelijk van een buizerd die je perse wil laten weten dat ie in de buurt een nest heeft. Soms komt ie dan best dichtbij om zijn bek ver open te zetten en je toe te schreeuwen. Sommigen worden er een beetje bang van, ikzelf vind het wel handig dat ie zich zo verraad. 26 jun. 2019 . Moord in de tuin / (K)auw Volgens mij rond zessen hoorde ik gedoe in de tuin. Ik denk dat rond die tijd er een moord plaats vond op ons gazonnetje. Een hoop zwarte veren op het gras als bewijs. Uitgeplukt, afgebeten? Slechts een enkel restje vlees, een stukje van de ingewanden, lag er nog. De moordenaar is er met de buit nog van door gegaan. Volgens mij is de dader een sperwer en het slachtoffer een kauw. 28 jun. 2019 . Moord in de tuin / (K)auw Volgens mij rond zessen hoorde ik gedoe in de tuin. Ik denk dat rond die tijd er een moord plaats vond op ons gazonnetje. Een hoop zwarte veren op het gras als bewijs. Uitgeplukt, afgebeten? Slechts een enkel restje vlees, een stukje van de ingewanden, lag er nog. De moordenaar is er met de buit nog van door gegaan. Volgens mij is de dader een sperwer en het slachtoffer een kauw. 28 jun. 2019 . Moord in de tuin / (K)auw Volgens mij rond zessen hoorde ik gedoe in de tuin. Ik denk dat rond die tijd er een moord plaats vond op ons gazonnetje. Een hoop zwarte veren op het gras als bewijs. Uitgeplukt, afgebeten? Slechts een enkel restje vlees, een stukje van de ingewanden, lag er nog. De moordenaar is er met de buit nog van door gegaan. Volgens mij is de dader een sperwer en het slachtoffer een kauw. 28 jun. 2019 . Moord in de tuin / (K)auw Volgens mij rond zessen hoorde ik gedoe in de tuin. Ik denk dat rond die tijd er een moord plaats vond op ons gazonnetje. Een hoop zwarte veren op het gras als bewijs. Uitgeplukt, afgebeten? Slechts een enkel restje vlees, een stukje van de ingewanden, lag er nog. De moordenaar is er met de buit nog van door gegaan. Volgens mij is de dader een sperwer en het slachtoffer een kauw. 28 jun. 2019 . Weidebeekjuffer (Calopteryx splendens) Een liefdesspel waarbij te zien is dat bij deze juffer het vrouwtje er duidelijk anders uit ziet dan het mannetje. Dat mannetje met dat diep blauw in de vleugels vind ik toch wel wat mooier. Meestal vind je ze op een plant maar hier gingen ze er eens goed voor zitten op een rooster bij een aangelegd dammetje. Op internet lees ik: lengte: 45-48 mm, forse juffers met brede vleugels, dicht netwerk van vleugeladers, mannetjes: blauw metaalglanzend lichaam, grote zwarte vlek in vleugels, vrouwtjes: groen metaalglanzend lichaam, vleugels egaal van kleur, groen tot groenbruin getint. 29 jun. 2019 . Meerkoet en Waterhoen (Fulica atra) en (Gallinula chloropus) Als je langs de beek gaat zitten komen vast deze twee uiterst succesvolle vogels voorbij gezwommen. Vooral die meerkoet is een vogel die erg succesvol is, in die zin dat ie veel aanwezig is in Europa, Noord-Afrika, Azië en Australië. Bij ons waren in 2015 ca. 140.000 broedparen aanwezig. Buiten de broedtijd komen er grote groepen doortrekkers en wintergasten voor. Het waterhoentje komt minder voor maar is bij ons toch ook een vaste vogel van beken en parken etc. Je vind hem in het grootste deel van Europa gedurende het hele jaar. Ik heb het idee dat ze beide hetzelfde eten, waterplanten en insecten? Zijn ze in die zin elkaars concurenten en jagen ze elkaar om die reden hun territorium uit, het lijkt er niet op? 6 jul. 2019 . Meerkoet en Waterhoen (Fulica atra) en (Gallinula chloropus) Als je langs de beek gaat zitten komen vast deze twee uiterst succesvolle vogels voorbij gezwommen. Vooral die meerkoet is een vogel die erg succesvol is, in die zin dat ie veel aanwezig is in Europa, Noord-Afrika, Azië en Australië. Bij ons waren in 2015 ca. 140.000 broedparen aanwezig. Buiten de broedtijd komen er grote groepen doortrekkers en wintergasten voor. Het waterhoentje komt minder voor maar is bij ons toch ook een vaste vogel van beken en parken etc. Je vind hem in het grootste deel van Europa gedurende het hele jaar. Ik heb het idee dat ze beide hetzelfde eten, waterplanten en insecten? Zijn ze in die zin elkaars concurenten en jagen ze elkaar om die reden hun territorium uit, het lijkt er niet op? 6 jul. 2019 . Meerkoet en Waterhoen (Fulica atra) en (Gallinula chloropus) Als zowel meerkoet als waterhoen op dezelfde plek een keer voorbij komen zwemmen dan kun je met Photoshop de tijd foppen en beide watervogels vlak achter elkaar laten varen. Op die manier is heel gemakkelijk het grootteverschil tussen beide te zien. De meerkoet is best wel forser dan de waterhoen. Opgegeven wordt een lengte voor meerkoet van 36 tot 42 cm en voor waterhoen 27 tot 31. 8 jul. 2019 . Geoorde fuut (Podiceps nigricollis) In deze tijd zijn ma en pa geoorde fuut druk doende om hun kroost groot te brengen. Met libellenlarven en andere waterinsecten. Heel mooi om waar te nemen. De kleintjes varen vaak mee op moeders rug. Frappante tekening hebben de kleuters. Ma en Pa zijn ook heel leuk om te zien met hun goudgele sierveren achter het oog. Je kunt ze van maart-april tot begin augustus aantreffen in hun broedgebied. Dat bestaat uit ondiepe (duin)meren, plassen en vennen met oevervegetaties. In de winter zien we bijvoorbeeld in Zeeland wintergasten. Die hebben dan een heel ander kleurpatroon. 16 jul. 2019 . Waaiermot (Alucita hexadactyla) Al weer een poosje terug heb ik serieus gezocht naar nachtvlinders die af kwamen op onze buitenlamp. Heel wat uurtjes heb ik toen in de vroege nacht gewapend met zaklamp en flitser op wacht gestaan. Een van de meest bijzondere gasten vond ik toen deze heel aparte vlieger, de waaiermot. Ze noemen hem ook wel Zespennig waaiermotje of Kamperfoeliebloesemmot. Hier kwam de mot op het raam zitten dicht bij de buitenlamp. Goed is te zien dat ie geen normale vleugels heeft maar een soort stokjes waaraan veel haartjes. En dat werkt, het vliegt als de beste. De spanwijdte bedraagt tussen de 14 en 16 millimeter. De vlinder is algemeen in Nederland en België en kan het hele jaar door worden aangetroffen, de imago overwintert. Waardplant van de waaiermot is kamperfoelie. De rups eet van de nog niet geopende kamperfoeliebloesem de meeldraden en stampers. Soms komen ze ook tot het mineren (gangetjes boren in het blad) van bladeren. 19 jul. 2019 . Donkere marmeruil (Protodeltote pygarga) Deze vrij kleine nachtvlinder uit de familie van de uilen met een voorvleugellengte van ca. 12 mm, heeft in de binnenrandhoek een kenmerkende grote witachtige vlek. Die vlek reikt niet tot aan de voorrand van de vleugel en wordt aan de binnenzijde begrensd door een scherpe zwarte rand. De mot komt heel algemeen voor en vliegt in 1 generatie van mei tot en met juli. Hij wil ook wel eens overdag actief zijn, je kunt hem rond deze tijd dus wel eens overdag vliegend tegen komen. 21 jul. 2019 . Groene Stinkwants (Palomena prasina) In deze maanden zijn de nimfen van deze wantsen druk doende om groot te worden. Dit diertje hier is al goed onderweg om er uit te gaan zien als een echte wants. Volwassen zien ze er echter echt nog wel anders uit en zijn ze ook nog een stukje groter. Ze leven van plantensappen en onderweg van steel tot steel passeren ze ook bloemen. Die bloemen vinden dat prima want zo wordt mooi stuifmeel verplaatst naar hongerige stampers. De pootjes van deze kleuter zitten dan ook vol met stuifmeel. 23 jul. 2019 . Boomklever (Sitta europaea) Wandel je in het park of in een loofbos dan kom je deze leuke vogel vast tegen. Zijn harde roep ontgaat je niet. Zijn manier van doen is uniek, is de moeite waard om te leren kennen. 25 jul. 2019 . Boomklever (Sitta europaea) En hierom is ie wereldberoemd in de Benelux. Het is hier de enige vogel die met evenveel gemak zowel omlaag als omhoog langs een boomstam kan lopen. Met de kop omlaag naar beneden lopen is dus geen enkel probleem. De grote nagels, ook aan de achterteen, geven voldoende grip. En duizelig wordt ie ook niet, evenmin krijgt ie er hoofdpijn van. Spechten en boomkruipers kunnen alleen omhoog klimmen. Spechten gebruiken daarbij hun staart om op te steunen, dat doet de boomklever niet. 27 jul. 2019 . Boomklever (Sitta europaea) Dat de boomklever op een boom ook makkelijk recht naar beneden kan lopen is niet het enige noemenswaardige van deze mooie vogel. De boomklever is namelijk ook een metselaar. Als specie gebruikt ie modder. Met die modder metselt ie namelijk een precies passende deur voor zijn nestholte. Beter gezegd, een precies passend gaatje voor zijn ruime woning. Als het metselwerk klaar is kan ie zich nog net door het gaatje wurmen. Zo hoopt ie ongewenste gasten uit huis te houden. Op deze foto zie je aan de rand van een groot oud spechtengat de deur in aanbouw, opgebouwd uit talloze bekjes, klontjes, modder. 28 jul. 2019 . Boomklever (Sitta europaea) Nog een keer de boomklever. Nu om te laten zien dat ze ook wel eens buiten de normale lijntjes kleuren. Ik zag de klever in deze afrasteringsbuis kruipen. Naar het lijkt met nestmateriaal. Of het in de buis ook tot broeden kwam heb ik niet meer vast gesteld. 30 jul. 2019 . Bruine huismot (Hofmannophila pseudospretella) Ik vond dit verliefd stel in ons schuurtje. Niet zo'n bijzondere ontdekking want dit insect, die ook wel zadenmot wordt genoemd, komt heel veel voor. Het is een vlindertje uit de familie van de sikkelmotten (Oecophoridae). De vlinder heeft een spanwijdte van 15 tot 26 mm. Op de donkerbruine voorvleugel zitten drie of vier vlekken. De achtervleugels zijn iets lichter, beige, van kleur. Ze kunnen een plaag vormen vanwege het eetgedrag van de rupsen. Die eten van eigenlijk alle plantaardig en dierlijk materiaal, zoals dode insecten, substraat in bijvoorbeeld vogelnesten, uitwerpselen, wol, leer, papier en dergelijke. De tot 20 mm lange rups is wit-crèmegeel en heeft een roodbruine kop. Het eerste borstsegment is kastanjebruin. In de eerste larvale stadia is er op de rups een matige, maar duidelijke beharing aanwezig. De rups verpopt in een 15 - 20 mm lange, zijden cocon. 1 aug. 2019 . Oranje wortelboorder (Triodia sylvina) Deze best mooie nachtvlinder vliegt op dit moment weer rond. De naam is ontleend uit de kleur van de mantel van de mot en uit het gedrag van de rups. Die rups boort namelijk gangetjes in de wortels van planten. Dat is een kenmerk van deze familie 'Hepialidae'. Van de ruim 600 soorten wortelboorders die wereldwijd voorkomen, komen er slechts vijf in Nederland voor. Ze hebben langwerpige vleugels die in rust bijna verticaal tegen het lichaam worden gehouden. De vlinders vliegen vanaf de schemering tot in het donker. Ze vliegen van half juli tot begin september in één generatie. De vlinders hebben een niet-functionele roltong en kunnen dus geen voedsel opnemen. De eieren worden gewoonlijk uitgestrooid tijdens een lage vlucht boven de waardplant. De rupsen leven in de grond en overwinteren meestal tweemaal. Ze foerageren zowel aan de binnen- als aan de buitenkant van plantenwortels, waartussen ze zich ook verpoppen. De rupsen van deze familie kunnen net als de rupsen van micronachtvlinders achteruit ‘rennen’ als ze gestoord worden. 2 aug. 2019 . Zwarte-c-uil (Xestia c-nigrum) Ook deze, naar mijn mening best mooie, nachtvlinder kun je momenteel tegen komen in het donker. Ik vond hem op de muur bij de tuinbuitenlamp. Goed aan de houding van de vleugels is te zien dat het een vlinder is uit de familie van de uilen (Noctuidae). Alles behalve zeldzaam is ie. Komt verspreid over het hele land voor. Ze vliegen rond van half april tot eind november in twee, soms zelfs drie generaties. De rups kruipt rond van juni-juli en september-april en foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag dicht bij de grond. De soort overwintert als rups en verpopt zich in een losse cocon in de grond. Diverse kruidachtige planten, waaronder brandnetel, dovenetel en wilgenroosje zijn de klos en worden opgepeuzeld in bossen, moerassen en allerlei gecultiveerde gebieden en tuinen. 3 aug. 2019 . 5 aug. 2019 . 5 aug. 2019 . 5 aug. 2019 . Zwarte wegmier (Lasius niger) Meerdere mieren leven in symbiose. Ook de algemene zwarte wegmier. Die vertroetelen plantenluizen en die luizen op hun beurt leveren lekker zoet sap aan die mieren. Op deze foto is een mier een luis aan het melken. 8 aug. 2019 . Bladluizen (Aphidoidea) Een luizenleventje hadden ze op onze Cotoneaster. Goed bewaakt door de zwarte wegmier en eten zat. Groot en klein dicht op elkaar. De kleintjes gedijen goed, worden snel groot en zorgen niet veel later ook weer voor kleintjes. 10 aug. 2019 . Oeverloper (Actitis hypoleucos) Als je vroeg uit bed komt en je verdekt opstelt langs de oever van onze Aa of Weerijs, dan is het mogelijk dat je rond deze tijd een oeverloper te zien krijgt, zoals hier. Oeverlopers verschijnen hier namelijk in hoofdzaak tijdens de trekperiode. Die voorjaarstrek begint half april en is eind mei vrijwel voorbij. Maar de najaarstrek is nu bezig, vooral in juli en augustus. Winterwaarnemingen zijn schaars. Wel oppassen dat je je niet vergist met het witgatje. 12 aug. 2019 . Waterhoen (Gallinula chloropus) Komt een oeverloper maar af en toe als toevallige passant voorbij aan onze grote beek, heel anders is dat met het waterhoen. Iedereen kent deze watervogel uit de familie van de rallen want hij is heel algemeen, ofschoon minder algemeen als de meerkoet daar. Het waterhoen is gemakkelijk te herkennen met de rode snavel met gele punt en rode bles. Ook herkenbaar is dat ie tijdens het zwemmen of lopen het staartje omhoog richt. Ze zijn talrijk omdat ze goed zijn in broeden, ze hebben wel tot drie nesten per jaar. Deze foto is in augustus gemaakt en deze kleuter is wellicht eentje uit een derde nest? Ze broeden van maart tot augustus. Een legsels bestaat uit meestal 5-9 eieren. Na ca. 19 tot 22 dagen vindt de kleine het welletjes in zijn kalkhuisje en breekt uit het ei. Het nest is komvormig in dichte oevervegetatie. Meerdere vrouwtjes kunnen soms eieren leggen in eenzelfde nest, zogenoemde dumpnesten. Jongen uit een eerder broedsel helpen mee met het verzorgen van kuikens uit een later nest. De jongen kruipen meteen uit het nest en kunnen na een dag of 49 vliegen. 14 aug. 2019 . Winterkleed Dodaars (Tachybaptus ruficollis) In onze grote beek zwemmen verschillende families watervogels rond. De eenden, de familie Anatidae, komen het meest voor. Ook zien we de rallen, de familie Rallidae, zoals waterhoen en meerkoet. Maar ook de familie van de futen komen we er tegen, de familie Podicipedidae, zoals de gewone fuut en de hier getoonde dodaars. Die dodaars is het kleinste fuutje van Europa en is ca. 23 tot 29 cm lang en weegt tussen de 125 en 250 g. Heel anders dan in steden of parken is de dodaars in de beek over het algemeen erg schuw. Het valt nog niet mee om daar een goede foto te maken van dit leuke beestje. Opvallend is het verschil in zomer- en winterkleed. In de zomer zijn ze veel mooier met hun opvallend groen gele vlek op de snavel en donker rode hals. In de winter zijn de felle kleuren geheel verdwenen. Meneer en mevrouw zijn overigens hetzelfde gekleed, de kleren maken hier dus niet de man c.q. de vrouw. 15 aug. 2019 . Zomerkleed Dodaars (Tachybaptus ruficollis) In onze grote beek zwemmen verschillende families watervogels rond. De eenden, de familie Anatidae, komen het meest voor. Ook zien we de rallen, de familie Rallidae, zoals waterhoen en meerkoet. Maar ook de familie van de futen komen we er tegen, de familie Podicipedidae, zoals de gewone fuut en de hier getoonde dodaars. Die dodaars is het kleinste fuutje van Europa en is ca. 23 tot 29 cm lang en weegt tussen de 125 en 250 g. Heel anders dan in steden of parken is de dodaars in de beek over het algemeen erg schuw. Het valt nog niet mee om daar een goede foto te maken van dit leuke beestje. Opvallend is het verschil in zomer- en winterkleed. In de zomer zijn ze veel mooier met hun opvallend groen gele vlek op de snavel en donker rode hals. In de winter zijn de felle kleuren geheel verdwenen. Meneer en mevrouw zijn overigens hetzelfde gekleed, de kleren maken hier dus niet de man c.q. de vrouw. 15 aug. 2019 . Goudwesp (Chrysididae) Een van de mooiste vliesvleugeligen vind ik de goudwespen. De metaalachtige blauwe, groene of rode kleur van het pantser vind ik bijzonder. Ik zie ze heel weinig in onze tuin. Een keer op onze achterdeur waarbij het slot nader werd onderzocht. Ik denk dat het kleine wespje wilde weten of het sleutelgat wellicht door een ander insect als broedplaats werd gebruikt. De goudwesp is namelijk een parasiet. De eieren worden afgezet in nesten van solitaire bijen en wespen en komen direct uit. Vervolgens beginnen de larven te eten van de voedselvoorraad en de larven van hun gastheer. Ze komen wereldwijd voor en kunnen echt klein zijn, van 0,2 tot 2 cm groot. Mocht je in de tuin een insectenhotel of iets dergelijks hebben dan moet je deze maanden daar goed opletten. Ze willen daar namelijk nogal eens een geschikt slachtoffer vinden om hun parasietengedrag in praktijk te brengen. 17 aug. 2019 . Goudwesp (Chrysididae) Een van de mooiste vliesvleugeligen vind ik de goudwespen. De metaalachtige blauwe, groene of rode kleur van het pantser vind ik bijzonder. Ik zie ze heel weinig in onze tuin. Een keer op onze achterdeur waarbij het slot nader werd onderzocht. Ik denk dat het kleine wespje wilde weten of het sleutelgat wellicht door een ander insect als broedplaats werd gebruikt. De goudwesp is namelijk een parasiet. De eieren worden afgezet in nesten van solitaire bijen en wespen en komen direct uit. Vervolgens beginnen de larven te eten van de voedselvoorraad en de larven van hun gastheer. Ze komen wereldwijd voor en kunnen echt klein zijn, van 0,2 tot 2 cm groot. Mocht je in de tuin een insectenhotel of iets dergelijks hebben dan moet je deze maanden daar goed opletten. Ze willen daar namelijk nogal eens een geschikt slachtoffer vinden om hun parasietengedrag in praktijk te brengen. 17 aug. 2019 . Schedeldrager (Craniophora ligustri) Is het niet jammer dat je deze vlinder overdag niet makkelijk zult zien? Het is immers een nachtvlinder uit de familie Noctuidae (Uilen), een soort nachtuil dus. Ze komen wel in de vroege nacht op licht af. Om die reden heb ik hem kunnen spotten bij onze buitenlamp. Ze vliegen rond van half april tot eind september in twee generaties. De vleugels zijn ca. 18 mm groot. De kleuren kunnen wat variëren maar vaak is het purperachtige bruin en olijfgroen aanwezig. Op de bovenkant van het borststuk bevindt zich een lichte tekening. Deze tekening heeft vaak de vorm van een schedel. Dit is niet altijd even duidelijk te zien maar met wat fantasie zijn hier wel twee oogkassen te zien? Het verklaart hun naamgeving. De latijnse aanvulling 'ligustri' verwijst naar de waardplant die vooral wilde liguster is; overigens ook wel de gewone es. 19 aug. 2019 . Schilddrager (Subacronicta megacephala) Een nachtvlinder herkennen, op naam brengen, is vaak best moeilijk. Neem deze die momenteel rond vliegt. De toevoeging 'schild' in de naam, ik weet niet waar die op is gebaseerd. Hier is de vlinder even gaan rusten op ons raam en opent bij uitzondering de bovenvleugels een beetje wat bij het herkennen behulpzaam is. Het is een schilddrager en die wordt op internet als onderstaand omschreven. Enkele kenmerken zijn te herkennen, anderen weer niet direct. Kenmerken vlinder: Voorvleugellengte: 17-20 mm. De voorvleugel is, vooral bij het vrouwtje, vrij breed en heeft een afgeronde vleugelpunt. De kleur is grijsachtig crèmewit met een fijne, grauwe tot zwarte spikkeling. De lichte ringvlek is meestal goed te onderscheiden, de niervlek is onopvallend; aan de buitenzijde van de niervlek ligt vaak een iets lichter gekleurd veld. Sommige exemplaren hebben een vrijwel geheel zwartachtige voorvleugel met vaak een extra opvallende, licht omrande ringvlek. De achtervleugel is witachtig bij het mannetje en grijsachtig bij het vrouwtje; langs de achterrand ligt soms een onduidelijke grijze band. 21 aug. 2019 . 23 aug. 2019 . 23 aug. 2019 . Gewone sluipwesp (Ichneumonidae / Ophion luteus) Nog een portretje van de sluipwesp, nu de kop groter in beeld gebracht om een typisch kenmerk op de kop te benadrukken. Tussen de twee grote ogen zie je achter de antennes een drietal ronde bolletjes staan. Dat zijn ocelli ofwel enkelvoudige ogen. Je kijkt een beetje in de voorste twee waardoor ze zwart over komen, bij de derde, rechts achter, kijk je meer door de lens waardoor dat oog minder zwart toont. De wetenschap is er nog niet helemaal over uit welke functies en prestaties deze drie extra oogjes hebben. De insecten nemen de omgeving vooral waar met hun twee grote uit facetten samengestelde ogen. Niet alle insecten hebben de drie extra kijkertjes maar het overgrote deel wel. 25 aug. 2019 . Melkwitte zomervlinder (Jodis lactearia) Was het vandaag zomer, ik dacht het wel! Dan mag er wel een zomervlinder worden getoond dacht ik. Deze nachtvlinder uit de familie van de spanners spotte ik op drie augustus. Net op tijd want als vliegtijd wordt genoemd half april tot half augustus. Overdag zul je hem niet makkelijk zien want de vleugels worden in de regel pas gebruikt als de schemering begonnen is, vrij laat dus, zeg maar in het begin van de nacht. De rups lust goed berk, eik en bosbes en vreet zich rond van mei tot oktober waarna ie als een kleine groene pop tussen de bladeren de winter overleeft. 26 aug. 2019 . Plakker (Lymantria dispar) Nachtvlinders durven alleen in het donker te vliegen. Overdag is de kans groter dat ze als hapje worden gevangen. En daglicht hebben ze toch niet nodig voor hun opdracht. Die opdracht is een partner vinden en voor nageslacht zorgen. Hier zien we een mannetje dat op zoek is naar een vrouwtje. Die vrouwtjes zenden lokstoffen uit die de mannetjes met antennes opvangen. De plakker heeft enorme antennes voor dit doel. Met zulke feromoonzeven moeten de dames wel gevonden kunnen worden lijkt me. Maar goed ook dat meneer dit gereedschap heeft want mevrouw van deze spinneruilensoort vliegt zelf namelijk niet, blijft dus steeds op een plek rond kruipen. De soort wordt 'plakker'genoemd omdat mevrouw haar eieren als een plakaat tegen de schors van een boomstam plakt. 28 aug. 2019 . Plakker (Lymantria dispar) Nachtvlinders durven alleen in het donker te vliegen. Overdag is de kans groter dat ze als hapje worden gevangen. En daglicht hebben ze toch niet nodig voor hun opdracht. Die opdracht is een partner vinden en voor nageslacht zorgen. Hier zien we een mannetje dat op zoek is naar een vrouwtje. Die vrouwtjes zenden lokstoffen uit die de mannetjes met antennes opvangen. De plakker heeft enorme antennes voor dit doel. Met zulke feromoonzeven moeten de dames wel gevonden kunnen worden lijkt me. Maar goed ook dat meneer dit gereedschap heeft want mevrouw van deze spinneruilensoort vliegt zelf namelijk niet, blijft dus steeds op een plek rond kruipen. De soort wordt 'plakker'genoemd omdat mevrouw haar eieren als een plakaat tegen de schors van een boomstam plakt. 28 aug. 2019 . Sint-Janskruidblokspanner (Aplocera efformata) Zo begin september vliegen er nog ruim 200 nachtvlinders rond in onze streken. Deze spanner is er eentje van. Best moeilijk goed te herkennen zijn ze. Nogal eens zit in de naamgeving verscholen wat de rups het liefst lust, of soms zelfs alleen maar lust. Hier is dat ook het geval, het Sint-Janskruid vormt de boterham voor de rups. 5 sep. 2019 . Kuifeend (Aythya fuligula) Als je nu in het buitengebied de begroeiing langs grote sloten goed afspeurt kun je daar deze eend tegen komen. Bruin met wit aan de snavelbasis, een toppereend zul je wellicht denken. Maar nee, het is een vrouwtje van de gewone kuijfeend. Soms heeft mevrouw zelfs nog meer wit op die plaats, soms ook helemaal niet. Ik zie geen kuif zul je misschien denken, klopt, want die praal is alleen aan het mannetje toebedeeld. Kuifeenden zijn niet zo kritisch als ze een broedplek zoeken, dat verklaart deels dat deze leuke eend bij ons veel te zien is. Afdrukstand 1 7 sep. 2019 . Kuifeend (Aythya fuligula) Heel anders dan het vrouwtje, veel mooier. Zwart-wit ziet meneer er uit maar onder goed licht zie je verschillende blauwe en paarse kleuren in het zwart. Het knalgele oog steekt sterk af. En, het kuifje is hier te zien. Een mooie eend die we gelukkig vaak zien in ons buitengebied. Een aanwinst daar zou ik zeggen. Niet al te groot is ie, van snavel tot staart ca. 45 cm, spreid ie de vleugels dan meet je ca. 70 cm. 9 sep. 2019 . Kuifeend (Aythya fuligula) De kuifeend is talrijk. Komt mede omdat ze niet te moeilijk doen bij het vinden van een broedplek. Dat broeden lukt ze dus vrij aardig. Hier zien we een resultaat daarvan. Altijd leuk zo'n groepje kleuters. Er zijn nog geen kleuren te onderscheiden, ook nog geen geel in het oog te zien. 11 sep. 2019 . Kuifeend (Aythya fuligula) Nog even en de zomer is weer voorbij helaas. De kuifeenden zoeken elkaar dan op om samen in kleine of grote groepen de wintertijd door te komen. 13 sep. 2019 . Gehakkelde aurelia (Polygonia c-album) Af en toe komt de natuur vanzelf bij je binnen. Zo zat vanmiddag deze dagvlinder binnen op het gordijn. Toch maar even de camera gepakt. Normaal houden dagvlinders de vleugels gesloten, gelukkig hield deze vlinder de vleugels ook af en toe mooi open. Zo open zijn de kleuren mooi te zien, gesloten zie je ook nog wat kleur maar meer bijzonder nog een kleine witt C, die je in de latijnse naamgeving terug vind. De niet gladde vleugelrand maar de hier gekartelde, gehakkelde, rand hoort uiteraard ook bij deze soort. 15 sep. 2019 . Gehakkelde aurelia (Polygonia c-album) Af en toe komt de natuur vanzelf bij je binnen. Zo zat vanmiddag deze dagvlinder binnen op het gordijn. Toch maar even de camera gepakt. Normaal houden dagvlinders de vleugels gesloten, gelukkig hield deze vlinder de vleugels ook af en toe mooi open. Zo open zijn de kleuren mooi te zien, gesloten zie je ook nog wat kleur maar meer bijzonder nog een kleine witt C, die je in de latijnse naamgeving terug vind. De niet gladde vleugelrand maar de hier gekartelde, gehakkelde, rand hoort uiteraard ook bij deze soort. 15 sep. 2019 . Gehakkelde aurelia (Polygonia c-album) Hier kijken we de aurelia wat dieper in de ogen. Frappant vind ik het patroon in de ogen, wat dat precies veroorzaakt is me niet duidelijk. De witte C in de vleugelonderzijde is ook nog goed te zien. 16 sep. 2019 . Turkse tortel (Streptopelia decaocto) Toen ik dinsdag opstond en met mijn slaperige ogen de tuin in keek zag ik op ons gazonnetje iets liggen. Ik kon niet goed zien wat het was, iets van een plastic zakje of zo dacht ik. Helaas bleek het een dode tortel te zijn. Mooi liggend op de rug met de pootjes omhoog. Ik kon geen enkele verwonding zien. Later zagen we op het raam van de schuifpui een stoffig vogelsilhouet, grote kans dat de tortel tegen dat raam is gevlogen met uiteindelijk fatale afloop? Wellicht was het de tortel hier op de foto die ik afgelopen april in onze tuin fotografeerde. Trouwe welkome tuinvriendjes zijn het die paar tortels die bij ons in de tuin wonen. Helaas nu eentje minder maar ik vermoed dat die plaats snel door een andere zal zijn ingenomen. 18 sep. 2019 . Kleine strandloper (Calidris minuta) Ga je rond deze tijd in Zeeland op zoek naar vogels dan kun je wel eens een minder algemene soort tegen komen. Zo denk ik hier een kleine strandloper voor de lens te hebben. Echt klein zijn die. Ze goed herkennen valt toch nog niet mee. Het zijn lange afstandstrekkers die hun broedgebied in de poolstreken direct na de broedtijd verlaten. De ouders dan wel te verstaan want de nieuwe kinderen volgen later. Aan de echte winter ontsnappen ze omdat ze door vliegen naar Afrika ten zuiden van de Sahara, tot in Zuid-Afrika toe. Wat een vliegprestatie weer van deze trekker en dat met heel weinig stikstof uitstoot, zeg maar volledig duurzaam. 19 sep. 2019 . Scherphoekvedermot (Amblyptilia acanthadactyla) Iedereen kent wel onze dagvlinders. Een aantal kennen ook wel enkele nachtvlinders. Maar nog veel minder mensen kennen de kleinere nachtvlinders, de micro motten. Daar zijn er toch wel ca. 1500 soorten van. Ook met bijzondere bouw, zoals deze vedermot. Deze vedermotten (Pterophoridae) zijn bijzondere motten qua vorm. Ze hebben een lang en slank lichaam, de poten zijn ook lang met opvallende vertakkingen en de vleugels zijn smal en vormen samen met het lichaam in rusthouding een T. Kenmerkend zijn hun diep gespleten vleugels waardoor drie onderdelen ontstaan elk met een brede franje. Het zijn nachtvliegers, de vliegperiode is van juni tot september, deze foto nam ik op 16 september op het trespa boven aan de keukenuitbouw. Waardplant is vooral munt, salie, ogentroost. De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 17 en 23 millimeter. De soort overwintert als imago. 22 sep. 2019 . Scherphoekvedermot (Amblyptilia acanthadactyla) Nog een keer een ander scherphoekvedermotje. Nu van achteren gespot zittend op de vensterbanktegels, een voeg tussen de tegels is nog te zien. Van voor benaderd laten ze zich minder makkelijk op de sensor zetten. Zo in deze pose is goed te zien hoe lang wel niet die poten zijn. Voor welk doel zo lang vraag ik me af. Ook is de slijtage aan vleugeltjes te zien. 24 sep. 2019 . Sneeuwwitte vedermot (Pterophorus pentadactyla) Tot nu heb ik een drietal vedermotjes gevonden in onze tuin. Daarbij dit geheel witte, sneeuwwitte, exemplaar. Gemakkelijk in de gidsjes terug te vinden deze keer. Hier kon ik het motje op een stukje tak laten zitten. Deze soort heeft nogal eens de vleugels niet geheel gesloten en daardoor is, als je goed kijkt, te zien hoe dit vliegtuigje eigenlijk is gebouwd. We zien de gewone boven- en ondervleugel. Echter van beide vleugels zijn alleen de buitenste randen nog bestaand en die zijn dan, zeg maar, enorm behaard. Door goed fladderen daarmee kan toch best goed het luchtruim worden bereisd. Het motje is best algemeen. De rups leeft eerst van de jonge bladeren, later overgaand op de bloemen en de bloemknoppen. Verpopping vindt plaats tegen de steel of aan de onderzijde van het blad. Het popstadium vindt plaats in mei en duurt slechts een volle week tot iets langer. In de tuin lust ie ook wel de bekende vlinderstruik. De vliegtijd loopt nu op de laatste dagen, deze foto is genomen op 19 augustus. 25 sep. 2019 . Windevedermot (Emmelina monodactyla) Nog eenmaal een vedermotje. Deze windevedermot landde in het donker bij onze buitenlamp. Op de muur fotografeerde ik hem en daarbij vloog ie op en vloog ie naar binnen in ons portaaltje. Daar op het stuckwerk maakte ik deze foto's. Heel goed is te zien hoe iel deze beestjes gebouwd zijn. Als je de bevedering, de beharing, weg denkt dan houd je al helemaal niets over. Toch werkt alles, ook de spiertjes voor pootjes en vleugels. Ik wou dat mijn spiertjes net zo efficient waren als van deze insecten, dan had ik al heel wat olympische medailles gescoord denk ik. Nu moeten we de eer aan deze beestjes laten. De windevedermot is soms lastig te herkennen. De spanwijdte is zo'n 18 tot 27 mm. Hij oogt soms wat kleiner omdat de vleugels vaak zeer strak worden opgerold, zoals ook hier. De meeste exemplaren worden gezien in april en in de maanden augustus, september en oktober. Vaak in stedelijk gebied en bijvoorbeeld op industrieterreinen. De rups wordt vooral aangetroffen op akkerwinde in het binnenland en zeewinde aan de kust, maar ook wel op ganzenvoet en haagwinde. De rups is gelig groen, met een donkergroene lengtestreep op de rug. Kort voor het verpoppen wordt die lengtestreep roze. De rups wordt maximaal zo'n 15 mm. lang. Door het voorkomen in stedelijk gebied is dit één van de meest waargenomen vedermotten. In het gehele land een heel gewone soort. 27 sep. 2019 . Windevedermot (Emmelina monodactyla) Nog eenmaal een vedermotje. Deze windevedermot landde in het donker bij onze buitenlamp. Op de muur fotografeerde ik hem en daarbij vloog ie op en vloog ie naar binnen in ons portaaltje. Daar op het stuckwerk maakte ik deze foto's. Heel goed is te zien hoe iel deze beestjes gebouwd zijn. Als je de bevedering, de beharing, weg denkt dan houd je al helemaal niets over. Toch werkt alles, ook de spiertjes voor pootjes en vleugels. Ik wou dat mijn spiertjes net zo efficient waren als van deze insecten, dan had ik al heel wat olympische medailles gescoord denk ik. Nu moeten we de eer aan deze beestjes laten. De windevedermot is soms lastig te herkennen. De spanwijdte is zo'n 18 tot 27 mm. Hij oogt soms wat kleiner omdat de vleugels vaak zeer strak worden opgerold, zoals ook hier. De meeste exemplaren worden gezien in april en in de maanden augustus, september en oktober. Vaak in stedelijk gebied en bijvoorbeeld op industrieterreinen. De rups wordt vooral aangetroffen op akkerwinde in het binnenland en zeewinde aan de kust, maar ook wel op ganzenvoet en haagwinde. De rups is gelig groen, met een donkergroene lengtestreep op de rug. Kort voor het verpoppen wordt die lengtestreep roze. De rups wordt maximaal zo'n 15 mm. lang. Door het voorkomen in stedelijk gebied is dit één van de meest waargenomen vedermotten. In het gehele land een heel gewone soort. 27 sep. 2019 . Windevedermot (Emmelina monodactyla) Nog eenmaal een vedermotje. Deze windevedermot landde in het donker bij onze buitenlamp. Op de muur fotografeerde ik hem en daarbij vloog ie op en vloog ie naar binnen in ons portaaltje. Daar op het stuckwerk maakte ik deze foto's. Heel goed is te zien hoe iel deze beestjes gebouwd zijn. Als je de bevedering, de beharing, weg denkt dan houd je al helemaal niets over. Toch werkt alles, ook de spiertjes voor pootjes en vleugels. Ik wou dat mijn spiertjes net zo efficient waren als van deze insecten, dan had ik al heel wat olympische medailles gescoord denk ik. Nu moeten we de eer aan deze beestjes laten. De windevedermot is soms lastig te herkennen. De spanwijdte is zo'n 18 tot 27 mm. Hij oogt soms wat kleiner omdat de vleugels vaak zeer strak worden opgerold, zoals ook hier. De meeste exemplaren worden gezien in april en in de maanden augustus, september en oktober. Vaak in stedelijk gebied en bijvoorbeeld op industrieterreinen. De rups wordt vooral aangetroffen op akkerwinde in het binnenland en zeewinde aan de kust, maar ook wel op ganzenvoet en haagwinde. De rups is gelig groen, met een donkergroene lengtestreep op de rug. Kort voor het verpoppen wordt die lengtestreep roze. De rups wordt maximaal zo'n 15 mm. lang. Door het voorkomen in stedelijk gebied is dit één van de meest waargenomen vedermotten. In het gehele land een heel gewone soort. 27 sep. 2019 . Oranje luzernevlinder (Colias croceus) Hier zien we deze dagvlinder aan het werk. Zijn taak is voortplanting maar zeker ook bloemen bestuiven. Met de handige roltong priemt de vlinder vakkundig tot diep in de distelbloem om wat eten te scoren. Zouden er veel spiertjes in zo'n roltong zitten moest ik denken, of werkt de aansturing op een andere manier? Vast veel minder spiertjes dan bijvoorbeeld in de slurf van een olifant, die slurf kan immers ook zijwaarts bewegen, een roltong niet. Overigens is deze soort een echte trekvlinder. Het is een zwerver uit Zuid-Europa. Tijdens de trektocht planten de vlinders zich voort. Hun nakomelingen verplaatsen zich verder noordwaarts. Hierdoor ontstaan opeenvolgende golven van zwervende vlinders. In slechte jaren komen slechts enkele vlinders en stranden de meeste in Midden-Frankrijk. In uitzonderlijk goede jaren vindt er een grote invasie in grote delen van Europa plaats. 28 sep. 2019 . Oranje luzernevlinder (Colias croceus) Even uitrusten op een grasspriet. Die rust vast verdiend, ze kunnen honderden kilometers afleggen deze trekvlinders. 29 sep. 2019 . Klapekster (Lanius excubitor) In oktober is de najaarstrek echt op gang. Een van de leukste vogels die je daardoor tegen zou kunnen komen is de klapekster. Zijn haaksnavel verraadt al dat het een gevaarlijk individu is. Met die haak trekt ie namelijk graag muizen, kikkers of hagedissen uit elkaar om daarna op te peuzelen. Een hamster is ie ook. Kan ie veel vangen dan laat ie dat niet na. Wat ie niet op kan spiest ie aan doornen of prikkeldraad. 1 okt. 2019 . Klapekster (Lanius excubitor) Nogmaals deze kleurrijke vogel. Kleurrijk niet vanwege de vele kleuren in zijn verenkleed maar kleurrijk door zijn jachtgedrag. De klapekster is hier in de duinen gefotografeerd tussen de bessenstruiken. De kleurige bessen geven extra kleur in het beeld. De een vindt dat storend, afleidend, de ander juist een toegevoegde waarde. Maar met zo'n mooie vogel groot in beeld is de achtergrond vooral bijzaak lijkt me? 3 okt. 2019 . Goudgele boorder (Gortyna flavago) Nog een of twee weken en dan tref je deze mot niet meer aan, de vliegtijd is immers van half juli tot half oktober. Deze mooie nachtvlinder wil best op licht afkomen. Zo kwam deze op de muur bij onze buitenlamp zitten, de voegen zijn een goede referentie voor de grootte van de mot. Ze komen als het donker is, ik heb dus moeten flitsen om hem op de plaat te zetten. Door het heldere flitslicht wordt de mot eerder mooier, levendiger van kleur, dan onder normale licht omstandigheden denk ik. Op de mooie en leerzame site van de Vlinderstichting is meer te lezen over deze uil (Noctuidae). Zoals; de rups boort zich een weg in de onderste delen van de stengel van de waardplant, waar ook de verpopping plaatsvindt. De soort overwintert als ei. 5 okt. 2019 . Goudgele boorder (Gortyna flavago) Nog een of twee weken en dan tref je deze mot niet meer aan, de vliegtijd is immers van half juli tot half oktober. Deze mooie nachtvlinder wil best op licht afkomen. Zo kwam deze op de muur bij onze buitenlamp zitten, de voegen zijn een goede referentie voor de grootte van de mot. Ze komen als het donker is, ik heb dus moeten flitsen om hem op de plaat te zetten. Door het heldere flitslicht wordt de mot eerder mooier, levendiger van kleur, dan onder normale licht omstandigheden denk ik. Op de mooie en leerzame site van de Vlinderstichting is meer te lezen over deze uil (Noctuidae). Zoals; de rups boort zich een weg in de onderste delen van de stengel van de waardplant, waar ook de verpopping plaatsvindt. De soort overwintert als ei. 5 okt. 2019 . Schorsvlieg (Mesembrina meridiana) Er zijn een hele boel vliegen. Maar niet allemaal behoren ze tot de familie van de echte vliegen, de Muscidae. Deze schorsvlieg behoort tot de echte vliegen. Een mooie vind ik; vrij groot, glanzend zwart met opvallend goudgele vlekken tussen de ogen en oranje gekleurde vleugelbases en voeten. De schorsvlieg komt algemeen voor in Nederland en België. De vlieg is tussen eind april en eind oktober te zien. Je kunt hem nu dus tegen komen, vooral daar waar veel vee gehouden wordt. Ze houden van zonnen, op bomen of op de grond, vooral op zandgronden en bij bosranden. Het vrouwtje legt haar eitjes in paarden- en koeienmest. De larven uit de eitjes eten geen mest maar leven van de larven van andere insecten, zoals die van andere vliegensoorten, die zich in de mest bevinden. 7 okt. 2019 . Schorsvlieg (Mesembrina meridiana) Er zijn een hele boel vliegen. Maar niet allemaal behoren ze tot de familie van de echte vliegen, de Muscidae. Deze schorsvlieg behoort tot de echte vliegen. Een mooie vind ik; vrij groot, glanzend zwart met opvallend goudgele vlekken tussen de ogen en oranje gekleurde vleugelbases en voeten. De schorsvlieg komt algemeen voor in Nederland en België. De vlieg is tussen eind april en eind oktober te zien. Je kunt hem nu dus tegen komen, vooral daar waar veel vee gehouden wordt. Ze houden van zonnen, op bomen of op de grond, vooral op zandgronden en bij bosranden. Het vrouwtje legt haar eitjes in paarden- en koeienmest. De larven uit de eitjes eten geen mest maar leven van de larven van andere insecten, zoals die van andere vliegensoorten, die zich in de mest bevinden. 7 okt. 2019 . Japanse vlieg (Stephanitis takeyai) Toen ik in october in de tuin dit beestje zag en fotografeerde wist ik niet een twee wat voor vlees ik voor de lens had. Een vliegje, nee, na flink wat zoeken blijkt het een kleine wants, een netwans te zijn. Slechts ca. 3 mm klein is ie en apart gebouwd. Op internet vond ik nog een stukje van een Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Sector Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit, 2007: In Nederland veroorzaakt de japanse vlieg voornamelijk schade bij Pieris en Rhododendron. Het betreft bladschade die ontstaat doordat larven en volwassen exemplaren aan de onderzijde van het blad zuigen. Op de bovenzijde van de bladeren ontstaan hierdoor lichte plekken die bij zware aantasting tot een geheel samenvloeien. De bladeren kunnen vroegtijdig afvallen. Japanse vlieg komt voor op kwekerijen, maar in parken en tuinen kan de aantasting zo ernstig worden dat de planten dood gaan. De naam japanse vlieg wordt in de praktijk gebruikt voor verschillende soorten netwantsen die tot het geslacht Stephanitis behoren. Het zijn met name de ingevoerde soorten die problemen veroorzaken. Dit is waarschijnlijk voor een deel te wijten aan het ontbreken van geschikte natuurlijke vijanden. Stephanitis takeyai is met de waardplant Pieris japonica vanuit Japan in Europa en de V.S. geïntroduceerd. Hij wordt nu in tuinen en parken ook steeds meer op Rododendron waargenomen. Glanzende vleugels met een net structuur en met een donkere vlek. Eitjes worden langs de midden nerf aan de onderkant van het blad bevestigd. Vooral de Pieris japonica kan flinke schade oplopen door zowel de nimf als de volwassen wants. Planten in de zon hebben de meeste last. De bladeren krijgen aan de onderkant donkere zuigplekjes. Aan de bovenkant zijn het lichte plekjes. De eitjes overwinteren. De vrouwelijke wantsen leggen vanaf half juli eitjes langs de hoofdnerven van bladeren. Na de winter komen de eerste eieren in april mei uit. De wantsenlarven (nimfen) zijn een tot twee mm groot, donker van kleur en hebben een stekelig uiterlijk. Ze leven in groepjes bij elkaar en zijn in juni volwassen. De volwassen japanse vliegen leven tot aan het begin van de winter. De wants kan zich vliegend verspreiden, maar blijft meestal in de directe omgeving. De meest voorkomende soort in Nederland Stephanitis takeyai heeft twee generaties per jaar. 9 okt. 2019 . Japanse vlieg (Stephanitis takeyai) Toen ik in october in de tuin dit beestje zag en fotografeerde wist ik niet een twee wat voor vlees ik voor de lens had. Een vliegje, nee, na flink wat zoeken blijkt het een kleine wants, een netwans te zijn. Slechts ca. 3 mm klein is ie en apart gebouwd. Op internet vond ik nog een stukje van een Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Sector Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit, 2007: In Nederland veroorzaakt de japanse vlieg voornamelijk schade bij Pieris en Rhododendron. Het betreft bladschade die ontstaat doordat larven en volwassen exemplaren aan de onderzijde van het blad zuigen. Op de bovenzijde van de bladeren ontstaan hierdoor lichte plekken die bij zware aantasting tot een geheel samenvloeien. De bladeren kunnen vroegtijdig afvallen. Japanse vlieg komt voor op kwekerijen, maar in parken en tuinen kan de aantasting zo ernstig worden dat de planten dood gaan. De naam japanse vlieg wordt in de praktijk gebruikt voor verschillende soorten netwantsen die tot het geslacht Stephanitis behoren. Het zijn met name de ingevoerde soorten die problemen veroorzaken. Dit is waarschijnlijk voor een deel te wijten aan het ontbreken van geschikte natuurlijke vijanden. Stephanitis takeyai is met de waardplant Pieris japonica vanuit Japan in Europa en de V.S. geïntroduceerd. Hij wordt nu in tuinen en parken ook steeds meer op Rododendron waargenomen. Glanzende vleugels met een net structuur en met een donkere vlek. Eitjes worden langs de midden nerf aan de onderkant van het blad bevestigd. Vooral de Pieris japonica kan flinke schade oplopen door zowel de nimf als de volwassen wants. Planten in de zon hebben de meeste last. De bladeren krijgen aan de onderkant donkere zuigplekjes. Aan de bovenkant zijn het lichte plekjes. De eitjes overwinteren. De vrouwelijke wantsen leggen vanaf half juli eitjes langs de hoofdnerven van bladeren. Na de winter komen de eerste eieren in april mei uit. De wantsenlarven (nimfen) zijn een tot twee mm groot, donker van kleur en hebben een stekelig uiterlijk. Ze leven in groepjes bij elkaar en zijn in juni volwassen. De volwassen japanse vliegen leven tot aan het begin van de winter. De wants kan zich vliegend verspreiden, maar blijft meestal in de directe omgeving. De meest voorkomende soort in Nederland Stephanitis takeyai heeft twee generaties per jaar. 9 okt. 2019 . Krakeling (Diloba caeruleocephala) Een vlinder waarbij je aan een koekje mag denken, dan gebeurt niet vaak maar hier past dat. Immers, op de voorvleugel is een figuur te zien in de vorm van een krakelingkoekje, en daarom kreeg ie zijn Nederlandse naam. Ook in Engeland lieten ze zich leiden door deze figuur, daar heet ie Figure of Eight. De Fransen bleven niet achter en verzonnen als naam Le Double Oméga. In de latijnse naam is er ook iets van terug te vinden, Diloba staat voor di (2) lobos (lobben). Ik ben overigens wel blij dat ie bij ons op visite kwam bij de buitenlamp want deze soort komt hier niet veel voor. Dit is een mannetje te herkennen aan de grote antennes, het vrouwtje heeft die niet. Niet nodig, meneer moet haar maar zien te vinden anders pech gehad. Meneer vliegt zoekend rond van eind augustus tot half november in één generatie. Deze foto's zijn gemaakt op 7 oktober. Overigens komen ze in heel Europa voor met uitzondering van Noord-Scandinavië en IJsland. Oostwaarts tot de Oeral en de Kaspische Zee. Zuidelijk via Turkije en Armenië tot Iran, Syrië, Libanon, Jordanië en Israël. 11 okt. 2019 . Krakeling (Diloba caeruleocephala) Een vlinder waarbij je aan een koekje mag denken, dan gebeurt niet vaak maar hier past dat. Immers, op de voorvleugel is een figuur te zien in de vorm van een krakelingkoekje, en daarom kreeg ie zijn Nederlandse naam. Ook in Engeland lieten ze zich leiden door deze figuur, daar heet ie Figure of Eight. De Fransen bleven niet achter en verzonnen als naam Le Double Oméga. In de latijnse naam is er ook iets van terug te vinden, Diloba staat voor di (2) lobos (lobben). Ik ben overigens wel blij dat ie bij ons op visite kwam bij de buitenlamp want deze soort komt hier niet veel voor. Dit is een mannetje te herkennen aan de grote antennes, het vrouwtje heeft die niet. Niet nodig, meneer moet haar maar zien te vinden anders pech gehad. Meneer vliegt zoekend rond van eind augustus tot half november in één generatie. Deze foto's zijn gemaakt op 7 oktober. Overigens komen ze in heel Europa voor met uitzondering van Noord-Scandinavië en IJsland. Oostwaarts tot de Oeral en de Kaspische Zee. Zuidelijk via Turkije en Armenië tot Iran, Syrië, Libanon, Jordanië en Israël. 11 okt. 2019 . Huiszebraspin (Salticus scenicus) Een echt springspinnetje is dit. Slechts ca. 6 mm groot en vrij algemeen in onze streken. Je vind hem vaak op gebouwen zoals hier naar beneden lopend op een damwand van een schuurtje. Ze maken geen web maar bespringen hun prooitjes. Die speuren ze op vooral met de twee grote kijkers voor op het kopje. Daarnaast voor ook nog twee kleinere kijkglazen en helemaal opzij van de kop nog eens twee kleintjes. Die kleintjes zijn niet zo zeer voor de jacht maar houden de omgeving goed in de gaten. Er zijn wel 80 inheemse soorten springspinnetjes in ons land. Bijzonder bij hen is de manier hoe ze kijken, hoe ze hun beeld scherp stellen. Wij mensen maken onze ooglens meer en minder bol, de springspin laat de lens ongemoeid maar verzet achter die lens steeds het netvlies in alle richtingen waardoor ook scherp wordt gesteld. 14 okt. 2019 . Huiszebraspin (Salticus scenicus) Nogmaals het huiszebraspringspinnetje. Zo frontaal in beeld is onmiskenbaar te zien dat het een zichtjagertje is. Ze moeten het hebben van het zien van nietsvermoedende vliegjes etc.. Die worden dan plotsklaps besprongen. 15 okt. 2019 . Groene specht (Picus viridis) Herfstbladeren liggen nu weer op ons gazonnetje. Die kleuren de boel leuk op, vooral de bladeren van de krent zijn kleurig geelbruinrood. Nog kleuriger wordt het als bij grote uitzondering die mooie groene specht ons gazonnetje komt nalopen op mieren. Dit jaar vindt hij er niet veel, althans, ik zie er niet zo veel nu. 17 okt. 2019 . Wilgengouduil (Xanthia togata) Bij dat 'goud' in de naamgeving kan ik me wel wat voorstellen, neem aan dat dat met die heldere gele kleur in de mantel te maken heeft. Onder mooi licht kunnen we hem echt wel kleurig noemen en dat is zeker niet standaard het geval bij nachtvlinders. Er is er ook zo eentje maar dan niet met een paarsbruine kop maar een gele kop, die heet 'gewone gouduil'. Deze wilgengouduil lust uiteraard wilg maar ook populier en diverse kruidachtige planten waaronder zuring. Je kunt ze vliegend tegen komen in augustus en oktober, nu dus. Ze zijn niet zeldzaam hier. 19 okt. 2019 . Zilverplevier (Pluvialis squatarola) Als je nu naar de Noordzeekust zou gaan dan kun je daar vanwege de najaarstrek van alles tegen komen. Zo zaten deze drie zilverplevieren op de dijk bij Westkapelle. De zee liet best wat golven zien. Bij wind van zee richting land heb je de meeste kans op mooie waarnemingen. 21 okt. 2019 . Zwarte wegmier (Lasius niger) Het boerenwormkruid zal ondertussen al wel weer verpieterd zijn maar ook deze bloemen worden wel door mieren onderzocht. Wat ie hier precies zoekt is me niet zo duidelijk. 23 okt. 2019 . Vliegenzwam (Amanita muscaria) Je weet wel, rood met witte stippen. Hier onmiskenbaar te zien. Zag echter geen kabouters, daarvoor moet ik natuurlijk straks in het donker terug gaan. Evenmin zag ik vliegen. Wel zie ik nu op enkele plaatsen heel veel vliegenzwammen. De omstandigheden daar zijn daarvoor dit jaar kennelijk erg gunstig. 25 okt. 2019 . Vliegenzwam (Amanita muscaria) Je weet wel, rood met witte stippen. Hier onmiskenbaar te zien. Zag echter geen kabouters, daarvoor moet ik natuurlijk straks in het donker terug gaan. Evenmin zag ik vliegen. Wel zie ik nu op enkele plaatsen heel veel vliegenzwammen. De omstandigheden daar zijn daarvoor dit jaar kennelijk erg gunstig. 25 okt. 2019 . Vliegenzwam (Amanita muscaria) Je weet wel, rood met witte stippen. Hier onmiskenbaar te zien. Zag echter geen kabouters, daarvoor moet ik natuurlijk straks in het donker terug gaan. Evenmin zag ik vliegen. Wel zie ik nu op enkele plaatsen heel veel vliegenzwammen. De omstandigheden daar zijn daarvoor dit jaar kennelijk erg gunstig. 25 okt. 2019 . Vliegenzwam (Amanita muscaria) Je weet wel, rood met witte stippen. Hier onmiskenbaar te zien. Zag echter geen kabouters, daarvoor moet ik natuurlijk straks in het donker terug gaan. Evenmin zag ik vliegen. Wel zie ik nu op enkele plaatsen heel veel vliegenzwammen. De omstandigheden daar zijn daarvoor dit jaar kennelijk erg gunstig. 25 okt. 2019 . Paard (Equus ferus caballus) In de regel fotografeer ik vogels en beestjes. Je kunt moeilijk zeggen dat op deze foto een beestje staat. Nee, zeker geen beestje, wel een echt groot beest, een prachtig krachtig edel dier. Toen ik met mijn telelens door de weilanden bij De Matjes liep zag ik op grote afstand dit tafereel waarin ik rust/kracht/ruimte/tevredenheid zie. Ik vond het de moeite van vastleggen waard. Ben benieuwd hoe anderen tegen dit plaatje aan kijken. 27 okt. 2019 . 29 okt. 2019 . 29 okt. 2019 . 29 okt. 2019 . Zwarte kraai (Corvus corone) Notendieven zijn het, die paar kraaien die donders goed weten dat in onze tuin een flinke notenboom staat. Met regelmaat komen ze op bezoek om een noot te zoeken en mee te strietsen. Ze zijn erg op hun hoede en zijn zo gevlogen als ze merken dat ze worden gevolgd. Soms met als tussenstop de kruin van onze grote conifeer, zoals hier, wordt met de buit naar een meer afgelegen plek gevlogen om de noot te kraken. Kraaien leven meer solitair dan roeken en kauwen. Ze passen hun diëten gemakkelijk aan. Ze eten o.a. wormen, insecten, fruit, zaden, keukenafval, eieren, jonge vogels (kuikens) en kleine knaagdieren. Ze foerageren meestal in paren, meer zelden in wat grotere groepen, vooral op weide- en akkerbouwland, niet in dichtbegroeid landschap. Kraaien hebben een reputatie als jagers van kleine vogeltjes en nestenuithalers. Het zijn ook aaseters die foerageren op doodgereden dieren langs de weg. 31 okt. 2019 . IJsvogel (Alcedo atthis) Je verwacht dit pareltje langs een sloot, een beek, een rivier, of bij een ven. Maar niet zoals hier op een basaltsteen langs de Oosterschelde want daar nam ik deze foto op tweeentwintig oktober. Ik zag dit mannetje (vrouwtjes hebben immers een ondersnavel met rood daarin) hier niet vissen, het zal een toevallig rustplekje zijn geweest. 1 nov. 2019 . Haas (Lepus europaeus) Eentje uit mijn archief. Een foto waar het niet draait om details maar om sfeer. Een foto die me doet denken aan een spreekwoord; "De morgenstond heeft goud in de mond" ofwel "Vroeg in de morgen doe je vaak het makkelijkste het meeste werk". Dat geldt ook voor deze haas, heel vroeg is het het veiligst om de tank te vullen om de dag weer door te kunnen komen. En vroeg was het hier op een ochtend vroeg in mei, 5uur59 om precies te zijn. De zonnestralen piepen net boven de horizon uit en verlichten het gras tot gouden sprieten. De dauw versterkt het effect nog. Of, is het geen gewoon gras maar buntgras, een product van het teveel aan stikstof in onze natuur. Is het geen goud dat er blinkt, is het een probleem? 4 nov. 2019 . Groenling (Carduelis chloris) Compositie met tuingroen. Groene taxus, groene conifeer, groene bladeren, groene vink. Ofwel een groenling in onze tuin deze week. 6 nov. 2019 . Kromzitter (Asteroscopus sphinx) Deze dik aangeklede nachtvlinder heet 'kromzitter'. Dat terwijl hij gewoon normaal op de muur zit bij onze buitenlamp. Die naam heeft ie dan ook te danken aan zijn eerdere persoonlijkheid, aan de rups. Voelt de rups zich op zijn gemak dan zit ie namelijk steeds met het achterlijf gekromd omhoog gehouden, vandaar dus. De kromzitter vliegt maar goed een dikke maand, zo rond oktober en november. Dan komt ie bij ons best veel voor. Onze streek is wel de grens van zijn verspreidingsgebied, heel algemeen in het oosten van ons land, zo goed als niet voor komend in het westen. Dus wel in richting Tilburg en niet meer in richting Roosendaal. 8 nov. 2019 . Kromzitter (Asteroscopus sphinx) Deze nachtvlinder is een buitenbeen. Eigenlijk letterlijk want op het dijbeen van de voorpoten heeft deze vlinder een grote klauw of nagel staan. Duidelijk te zien op de foto. Waarom die daar zit, niemand heeft een goede verklaring. Die nagel lijkt dus een foutje in het dna van dit diertje waardoor bij de ombouw van de kromzittende rups de vlinder nog een lichaamsonderdeeltje opgebouwd krijgt dat nergens meer goed voor is. Noemen we zoiets niet een rudimentair ding, zoals onze blinde darm. 9 nov. 2019 . Kromzitter (Asteroscopus sphinx) Deze nachtvlinder is een buitenbeen. Eigenlijk letterlijk want op het dijbeen van de voorpoten heeft deze vlinder een grote klauw of nagel staan. Duidelijk te zien op de foto. Waarom die daar zit, niemand heeft een goede verklaring. Die nagel lijkt dus een foutje in het dna van dit diertje waardoor bij de ombouw van de kromzittende rups de vlinder nog een lichaamsonderdeeltje opgebouwd krijgt dat nergens meer goed voor is. Noemen we zoiets niet een rudimentair ding, zoals onze blinde darm. Kortom, een geval apart. 9 nov. 2019 . Koperwiek (Turdus iliacus) De koperwiek behoort tot de familie van de lijsters en onderscheid zich o.a. door een koperrode vlek bij de oksels. Deze vogel is waarschijnlijk een jonge vogel waarbij die vlek nog niet zo sterk aanwezig is? De vlek zie je in de vlucht overigens het best. Eind september duiken de eerste koperwieken in het najaar als doortrekker of wintergast op. In oktober zijn ze het talrijkst bij ons. Half oktober vindt bij naar noord draaiende winden soms massale trek plaats (overdag en 's nachts), zowel aan de kust als in het binnenland. Half november is de trek grotendeels voorbij. Hartje winter zijn koperwieken in het westen en zuiden van het land wat gewoner dan elders. Deze foto nam ik op zeven november. Meestal zien we de koperwiek in onze taxus naar de rode bessen zoeken maar deze zagen we bij uitzondering zoekend op ons gazonnetje. Snel een foto door het dubbel glas gemaakt. 11 nov. 2019 . Keep (Fringilla montifringilla) Er zijn weer flink wat kepen in ons land momenteel. Komt goed uit want ze kleuren heel goed bij onze herfstbladeren vind ik. In de zomer zou je een enkel verdwaald mannetje kunnen tegen komen maar vanaf eind september begint de najaarstrek en komen er Scandinavische en West-Russische kepen bij ons op bezoek. Die trek houdt aan tot ver in november met meestal een piek in de tweede helft van oktober. Het aantal gasten verschilt per jaar sterk. Zijn er veel beukennootjes dan zien we meer kepen. 13 nov. 2019 . Keep (Fringilla montifringilla) Een boomteler dicht bij de pakhuizen van grensovergang Hazeldonk heeft dit jaar een stukje akker ingezaaid met naar ik meen groenbemesting. Met allerlei planten c.q. kruiden. Prompt zijn daar groepjes vinken te zien. Ze vliegen eerst wat rond en duiken dan in die dichte lage begroeiing om zaden te zoeken. Zo in dat lage groen zijn ze niet meer te zien. Op onverwachte momenten vliegen ze weer op om ergens wat uit te buiken om of door te vliegen. Echte familievogels zijn die vinken, ze zoeken elkaar in de winter op, is lekker veilig en zeker zo gezellig dan alleen op stap. Erg waardevol zijn dit soort stukjes begroeiing, waren er daar maar meer van. Ik zag hier nu vooral kepen. Met enkele gewone vinken er tussen en af en toe een enkele groenling. Sovon spreekt van naar schatting tot 200.000 kepen in doortrek bij ons jaarlijks. 14 nov. 2019 . Keep (Fringilla montifringilla) Dit vrouwtje met veel minder zwart op de kop dan het mannetje, kwam gevlogen uit de groenbemesting. Kennelijk kunnen ze daar voldoende eten vinden. Wat zaadkorreltjes zitten nog op de snavel. 15 nov. 2019 . Keep (Fringilla montifringilla) Zo in het late lage zonlicht kleuren de mannetjes van de Keep best wel rood oranje op. Ook de zwarte tinten zijn duidelijk aanwezig. De hoeveelheid zwart op de kop verschilt nogal eens bij de mannen. 15 nov. 2019 . Sperwer (Accipiter nisus) Bij een strook groenbemesting met allerlei planten daarin, kunnen vogels eten vinden. Deze plekken zijn in deze tijd erg belangrijk voor bijvoorbeeld vinken. Hele groepen komen er foerageren. En dat blijft niet onopgemerkt. Er zijn weer andere vogels die van die vinken willen profiteren. Zoals deze sperwer, die zag ik jagend boven de groenbemesting vliegen. Binnen een seconden kon ik enkele foto's maken. Daarop zijn verschillende jachthoudingen te zien. Eerst wat hoger voor het overzicht, dan wat lager al met aarzelend gestrekte grijpers en tenslotte in snelle vlucht verbluffend wendbaar door het gebruik van de grote stuurstaart. Steeds zijn de opvallend gele ogen strak gefocused op het struweel. Dat struweel is op zich een veilige haven voor de vinken, daarin worden ze niet snel bruikbaar opgemerkt, ik zag de sperwer deze keer geen prooi slaan. 17 nov. 2019 . Sperwer (Accipiter nisus) Bij een strook groenbemesting met allerlei planten daarin, kunnen vogels eten vinden. Deze plekken zijn in deze tijd erg belangrijk voor bijvoorbeeld vinken. Hele groepen komen er foerageren. En dat blijft niet onopgemerkt. Er zijn weer andere vogels die van die vinken willen profiteren. Zoals deze sperwer, die zag ik jagend boven de groenbemesting vliegen. Binnen een seconden kon ik enkele foto's maken. Daarop zijn verschillende jachthoudingen te zien. Eerst wat hoger voor het overzicht, dan wat lager al met aarzelend gestrekte grijpers en tenslotte in snelle vlucht verbluffend wendbaar door het gebruik van de grote stuurstaart. Steeds zijn de opvallend gele ogen strak gefocused op het struweel. Dat struweel is op zich een veilige haven voor de vinken, daarin worden ze niet snel bruikbaar opgemerkt, ik zag de sperwer deze keer geen prooi slaan. 17 nov. 2019 . Sperwer (Accipiter nisus) Bij een strook groenbemesting met allerlei planten daarin, kunnen vogels eten vinden. Deze plekken zijn in deze tijd erg belangrijk voor bijvoorbeeld vinken. Hele groepen komen er foerageren. En dat blijft niet onopgemerkt. Er zijn weer andere vogels die van die vinken willen profiteren. Zoals deze sperwer, die zag ik jagend boven de groenbemesting vliegen. Binnen een seconden kon ik enkele foto's maken. Daarop zijn verschillende jachthoudingen te zien. Eerst wat hoger voor het overzicht, dan wat lager al met aarzelend gestrekte grijpers en tenslotte in snelle vlucht verbluffend wendbaar door het gebruik van de grote stuurstaart. Steeds zijn de opvallend gele ogen strak gefocused op het struweel. Dat struweel is op zich een veilige haven voor de vinken, daarin worden ze niet snel bruikbaar opgemerkt, ik zag de sperwer deze keer geen prooi slaan. 17 nov. 2019 . Sperwer (Accipiter nisus) Na een vruchteloze jacht even pauze. Goed is hier de lange staart met de donkere banden erin te zien. 19 nov. 2019 10:51 . Koperwiek (Turdus iliacus) Ik kan iedereen aanraden om in de tuin een taxus te planten. Doe dat wel voor je veertigste zodat je als je meer tijd krijgt vanwege je pensioen, fijn kunt genieten van bijvoorbeeld lijsters die van de rode bessen komen eten. De taxus groeit langzaam daarom er vroeg mee beginnen. De koperwiek is ook een lijster, lijsters zijn extra dol op de rode bessen. 21 nov. 2019 . Grote parasolzwam (Macrolepiota procera) Toen ik naar schoonmoeder reed vielen me een aantal bruine vlekken op langs de weg met eikenbomen. Net voorbij de sloot in een wei bleken echt grote paddenstoelen te staan. Ik heb geen verstand van paddenstoelen maar ik denk dat het grote parasolzwammen waren. Leuk om te zien hoe de verschillende verschijningsstadia zo dicht bij elkaar staan. Van beginnend knuppeltje tot grote paraplu. De steel van de grote parasolzwam is duidelijk bruin getijgerd. De jonge grote parasolzwammen zien er uit als trommelstokken en worden zo ook wel genoemd. Een mycofaag, ofwel een paddenstoeleneter, lust er wel pap van. Ik heb ze lekker laten staan, bak wel een eitje. 23 nov. 2019 . Grote parasolzwam (Macrolepiota procera) Toen ik naar schoonmoeder reed vielen me een aantal bruine vlekken op langs de weg met eikenbomen. Net voorbij de sloot in een wei bleken echt grote paddenstoelen te staan. Ik heb geen verstand van paddenstoelen maar ik denk dat het grote parasolzwammen waren. Leuk om te zien hoe de verschillende verschijningsstadia zo dicht bij elkaar staan. Van beginnend knuppeltje tot grote paraplu. De steel van de grote parasolzwam is duidelijk bruin getijgerd. De jonge grote parasolzwammen zien er uit als trommelstokken en worden zo ook wel genoemd. Een mycofaag, ofwel een paddenstoeleneter, lust er wel pap van. Ik heb ze lekker laten staan, bak wel een eitje. 23 nov. 2019 . Slechtvalk (Falco peregrinus) Van de Alphense natuurfotograaf Harrie Timmermans, die een fotoshow gaf bij de Vogelwerkgroep, leerde ik dat op de kerktoren van Alphen een slechtvalkenkast was geplaatst. Waarom niet een keer daar gaan kijken dacht ik. En wat een mazzel, er zat een vogel op de torenspits. Een goeie foto maken valt echter nog niet mee want de brute predator zat op ruim 80 meter van mijn lens af een duif op te eten. Eerst bijna geheel buiten beeld maar gelukkig ging ie nog naar een randje toe. Regelmatig zat een stukje van de bliksemafleider natuurlijk weer precies voor de vogel. 25 nov. 2019 . Slechtvalk (Falco peregrinus) Van de Alphense natuurfotograaf Harrie Timmermans, die een fotoshow gaf bij de Vogelwerkgroep, leerde ik dat op de kerktoren van Alphen een slechtvalkenkast was geplaatst. Waarom niet een keer daar gaan kijken dacht ik. En wat een mazzel, er zat een vogel op de torenspits. Een goeie foto maken valt echter nog niet mee want de brute predator zat op ruim 80 meter van mijn lens af een duif op te eten. Eerst bijna geheel buiten beeld maar gelukkig ging ie nog naar een randje toe. Regelmatig zat een stukje van de bliksemafleider natuurlijk weer precies voor de vogel. 25 nov. 2019 . Slechtvalk (Falco peregrinus) Van de Alphense natuurfotograaf Harrie Timmermans, die een fotoshow gaf bij de Vogelwerkgroep, leerde ik dat op de kerktoren van Alphen een slechtvalkenkast was geplaatst. Waarom niet een keer daar gaan kijken dacht ik. En wat een mazzel, er zat een vogel op de torenspits. Een goeie foto maken valt echter nog niet mee want de brute predator zat op ruim 80 meter van mijn lens af een duif op te eten. Eerst bijna geheel buiten beeld maar gelukkig ging ie nog naar een randje toe. Regelmatig zat een stukje van de bliksemafleider natuurlijk weer precies voor de vogel. 25 nov. 2019 . Slechtvalk (Falco peregrinus) Ik sta hier te fotograferen achter de Sint Willibrorduskerk van Alphen. Als je goed kijkt kun je rechts op de torenspits de slechtvalk zien zitten en midden onder zie je de slechtvalkennestkast; zie ook de twee inzetjes in de foto. Ik sta hier op ruim 80 meter afstand, een hele opgaaf voor mijn spulletjes. De best gelukte foto's halen denk ik wel het maximale uit het glaswerk en de sensor. Een mooie kerk overigens waarover wel wat te vertellen valt. Deze karakteristieke kerk met historische toren is een belangrijk voorbeeld van de Kempische gotiek. De kerk werd aanvankelijk gebouwd vanaf 1500. Maarten van Rossum onderbrak de bouw in 1542. In 1648 werd de kerk door protestanten in gebruik genomen en in 1820 aan de katholieken teruggegeven en gerestaureerd. In 1909 is de kerk gesloopt behalve de oude toren en werd een nieuwe neogotische kerk gebouwd. WOII deed de kerk geen goed vooral omdat in 1945 een V-2 ontplofte achter de kerk. Om die reden werd de kerk gesloopt. De nieuw gebouwde kerk werd in 1955 in gebruik genomen. De toren is een bouwwerk opgetrokken uit baksteen en natuursteen, bestaande uit drie geledingen en oorspronkelijk bekroond door een van vier- tot achtkant ingesnoerde spits, vermoedelijk in 1559 voltooid. 27 nov. 2019 . Slechtvalk (Falco peregrinus) Een nestkast op de kerktorenspits is een. Dan ook nog een slechtvalk op de torenspits is twee. De slechtvalk opmerken is drie. Een beetje goed in beeld komen zitten is vier en daar schortte het aanvankelijk wel aan. Zoals hier te zien merkte ik de slechtvalk voor het eerst op. Alleen goed met de kop zichtbaar. En natuurlijk weer een hinderlijk ding voor de kop, een pin van de bliksemafleider. Gelukkig ging hij later wat beter in beeld zitten met nog een duif als prooi ook. Het werd zo bijna een eetshow, het moet dus ook wat mee zitten. Maar helaas wel op ruim 80 meter afstand en meer detail dan hier krijg ik niet uit mijn spulletjes geperst. 27 nov. 2019 . Sleedoorn (Prunus spinosa) In Sprundel zag ik een flinke heg staan met nog steeds flink wat best grote blauwe bessen er aan. Waarom nog niet opgegeten moest ik denken. Nou, dat heeft een reden. Ik kende de struik niet maar ik denk nu dat het een sleedoorn is, de eerste aan het eind van de winter wit bloeiende struik in onze natuur. En die bessen, die blijken nu veel te hard en veel te wrang. De natuur heeft daar weer wel een oplossing voor want na flink wat vorst worden de bessen zachter en minder wrang. Dan pas worden ze gegeten, waarschijnlijk nog met wat tegenzin maar honger maakt alles lekker. 30 nov. 2019 . Sleedoorn (Prunus spinosa) In Sprundel zag ik een flinke heg staan met nog steeds flink wat best grote blauwe bessen er aan. Waarom nog niet opgegeten moest ik denken. Nou, dat heeft een reden. Ik kende de struik niet maar ik denk nu dat het een sleedoorn is, de eerste aan het eind van de winter wit bloeiende struik in onze natuur. En die bessen, die blijken nu veel te hard en veel te wrang. De natuur heeft daar weer wel een oplossing voor want na flink wat vorst worden de bessen zachter en minder wrang. Dan pas worden ze gegeten, waarschijnlijk nog met wat tegenzin maar honger maakt alles lekker. 30 nov. 2019 . Pimpelmees (Cyanistes caeruleus) Een van de leukere vriendjes in de tuin. Bij koud weer zoals nu weten ze hun verenisolatie goed te benutten, het worden ronde bolletjes. 3 dec. 2019 . Heggenmus (Prunella modularis) Misschien wel het meest trouwe tuinvogeltje bij ons in de streek? Niet spectaculair getekend maar toch voldoende details om eens goed te bekijken. Nergens komen zo veel heggenmussen voor als in bebouwing met veel groen, maar ook boerenland met veel heggen kan goed bezet zijn. In bossen is de Heggenmus veelal een randbewoner die tevens dichte jonge aanplant graag bezet. De Nederlandse broedvogels blijven in eigen land, maar een deel verplaatst zich vermoedelijk in de winter van voedselarme naar rijkere gebieden. De winterpopulatie schommelt, met enige dalingen tijdens koude winters. Tijdens de trek passeren Noord-Europese vogels ons land. Sovon spreekt van: broedpopulatie 175.000-225.000 (2013-2015), geschat maximum winter 300.000-600.000 (2013-2015), geschat maximum doortrek 200.000-1.000.000 (2008-2012). 6 dec. 2019 . Groenling (Chloris chloris) Deze foto is op zes december gemaakt en zo bij een winterszonnetje kan in deze tijd van het jaar een groenling nog best behoorlijk geel lijken. In onze tuin zien we er dit jaar niet veel. In het winterhalfjaar vullen Noord-Europese Groenlingen de Nederlandse populatie aan. Onze eigen vogels overwinteren bijna allemaal in eigen land. Ze bezoeken buiten de broedlocaties ook voedselrijke plekken in open boerenland en gebruiken gemeenschappelijke slaapplaatsen in bos(jes). De voorjaarstrek loopt van half maart tot begin mei, met het hoogtepunt eind maart en de eerste helft van april. 9 dec. 2019 . Fazant (Phasianus colchicus) Misschien hoort ie bij ons niet echt thuis maar van mij mag het. Kleurt soms ons over het algemeen kale landschap een beetje op. 12 dec. 2019 . Steenuil (Athene noctua) De laatste maanden van vorig jaar zat dit uiltje vaak in onze tuin. Ook in december liet het zich bijna dagelijks zien. Ik hing nog een steenuilennestkast op in de kersenboom, je weet immers maar nooit. Maar wat ik tot nu weet is dat ik heel dit jaar het uiltje helaas niet meer hier gezien heb. Heel jammer. 14 dec. 2019 . Groenling (Chloris chloris) Zo in december heeft het vrouwtje ook nog geel in het verenkleed. 18 dec. 2019 . 20 dec. 2019 . Sperwer (Accipiter nisus) Vandaag werd de plukplaats achter in onze tuin weer een keer gebruikt. Dramatisch voor de turkse tortel die werd opgegeten. Keihard is die natuur. Maar wel mooi en boeiend. Deze keer is het vrouwtje sperwer veel bruiner dan de vorige keer. Is dat winterkleed of is het een eerste jaars? 21 dec. 2019 . Sperwer (Accipiter nisus) Zaterdag zat er een bruinige sperwer in de tuin te eten, precies een jaar geleden ook eentje maar die was blauwer en had mooiere strepen. Beide vrouwtjes. Van Frans leerde ik dat die bruinige een eerste jaars vogel is. Die andere moet minimaal twee jaar oud geweest zijn. Met Photoshop heb ik beide predators naast elkaar gezet. Kun je mooi de leeftijdsverschillen zien. 23 dec. 2019 . Staartmees (Aegithalos caudatus) Af en toe komt er een klein groepje staartmezen op bezoek in onze tuin. Levendige leuke vogeltjes zijn dat. Toch een keer de camera mee naar buiten genomen in de wetenschap dat het best lastige klantjes zijn om goed voor de lens te krijgen. Dit kon ik er nog van maken ondanks het sombere weer die dag 27 dec. 2019