Aan een prismakijker moet de simpele eis worden gesteld, dat door beiden helften een object in precies dezelfde richting wordt gezien. Dat betekent, dat de optische assen van de twee kijkerdelen precies parallel moeten lopen. Als er in deze een grote fout aan de orde is zie je, als je met die kijker waarneemt, twee beelden, die onderling verschoven zijn en is het heel duidelijk, dat er iets niet in orde is. Men spreekt dan over een prismakijker met een collimatiefout.