De tweede helft van vorige eeuw heeft ons enkele spectaculaire kometen laten zien. Omdat kometen helderder worden als ze dichter bij de zon komen heeft dat tot gevolg dat de meeste heldere kometen bijna altijd zichtbaar zijn vlak voor of na de zonsopkomst of ondergang. Ook staan ze daardoor ook bijna altijd dicht bij de horizon waardoor ze dikwijls niet met de sterrenkijker gezien kunnen worden omdat vandaar uit een vrij uitzicht op de horizon niet aanwezig is. In die tijd was uiteraard zo iets als digitale fotografie niet aan de orde.

Men spreekt over smalbandfotografie als gefotografeerd wordt door een filter dat alleen een bepaalde heel specifieke kleur doorlaat. De kleuren waar het hierover gaat zijn de kleuren van gassen die licht uitzenden. Het blijkt dat dit uitgezonden licht een zeer scherpbegrensde kleur heeft en dat die kleur bepaald wordt door welk gas het betreft. Men spreekt dan over de spectraallijnen van het betreffende gas. Belangrijk in deze is het licht van waterstof ( H-alpha en H-beta), van zuurstof (O-3) en zwavel ( S-2).

Bijna alle planeten hebben een of meerdere manen om zich heen draaien. Onze aarde heeft er maar één maar bij Saturnus wordt monenteel het getal 65 genoemd. De meeste hiervan zijn erg klein en dus niet voor ons zichtbaar. Hier een poging om de meest heldere zichtbaar te maken. Hiertoe moest de helderheid van de opname erg sterk worden opgevoerd waardoor de planeet zelf totaal is overbelicht. De opname is gecombineerd met een weergave van de situatie zoals een computer met een planetaruimprogramma dat laat zien.